Lisse 825 jaar en de Trekvaart een trein

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                           

24 oktober 2023

 door Nico Groen

De aanleg van de Trekvaart tussen Leiden en Haarlem had grote invloed op de ontwikkeling van het westelijk deel van Lisse. Door de aanleg konden buitenplaatsen worden gerealiseerd. Daarom hoort de Trekvaart thuis in deze serie over 825 jaar Lisse. Nadat er een trein kwam, was het betrekkelijk snel gedaan met het personenvervoer over de trekvaart. Maar door het station was Lisse goed bereikbaar voor bezoekers. Ook veel Lissers gingen met de trein mee.

De komst van de trekvaarten en trekschuiten in de gouden eeuw, zo omstreeks 1650, verbeterde de verbindingen tussen steden enorm.  Zo ook de trekvaart tussen Haarlem en Leiden. De staten van Holland en West-Friesland gaven op 6 april 1656 toestemming onder voorwaarden voor het graven van een trekvaart tussen Leiden en Haarlem. De vaart werd 28,4 km lang, 15 tot 20 m breed met een minimale diepte van 2 m. het bijbehorend jaagpad werd 6,5 m breed.  De noordelijke helft van Haarlem tot Halfweg bij Lisse ging ‘Leidse trekvaart’ heten, de andere helft van Lisse tot Leiden ‘Haarlemmer trekvaart’.  Er moesten 425 grondeigenaren afstand doen van hun grond. Op 27 februari 1657 vond in de Doelen in Haarlem de aanbesteding plaats. Op 25 april 1657 werd met het graven begonnen en al een half jaar later, op 1 november 1657 werd de trekvaart opengesteld voor het verkeer. “Een onmoogelyk wonder!”

Aanleg van buitenplaatsen

Door de aanleg van deze trekvaart in 1657 ontstond een aaneengesloten verbinding tussen Amsterdam en Rotterdam. Zonder vertragingen konden de passagiers in één dag  heen en weer tussen beide steden. De trekschuit was weliswaar niet snel maar wel zeer degelijk.

Dat was zeer aantrekkelijk voor rijke mensen uit de grote, smerige steden om in de zomer naar Lisse te komen. Daarom werden er veel buitenplaatsen aangelegd. Bij de bouw kwam de trekvaar goed van pas voor vervoer van bouwmaterialen. Ook later werd van de trekvaart dankbaar gebruik gemaakt voor de aanvoer van voedsel en goederen, evenals voor het vervoer van de mensen.

Dankzij een zeer strakke dienstregeling was de nieuwe manier van reizen direct een groot succes. In het topjaar 1671 maakten maar liefst gemiddeld ruim 400 passagiers per dag gebruik van de trekvaart tussen Haarlem en Leiden. Zowel de heenreis als de terugreis kostte maar 4 uur. Een hele verbetering ten opzichte van de hobbelige postkoets.

De opening van de spoorlijn tussen Haarlem en Leiden in 1842, vrijwel parallel aan de trekvaart, was de doodsteek voor het trekschuitenvoer. Daardoor werd de trekschuit dienstregeling in 1860 opgeheven.

De trein

In 1842 werd de spoorlijn Haarlem-Leiden gerealiseerd. De komst van de trein betekende het einde van de trekschuiten omdat reizen per trein veel sneller en comfortabeler was. Door de komst van de trein duikelde het aantal passagiers van de trekschuiten door de “Treckvaert” van 400 naar 5 per dag in 1843.

Helaas werd vlak na de Tweede Wereldoorlog, in 1945, het station uit de dienstregeling geschrapt.

 

Foto: De volkstrekschuit omstreeks 1850 van R. de Vries Jr.
Foto: Scheepvaartmuseum Amsterdam