Moord in Lisse 100 jaar geleden
Sporen van vroeger (LisserNieuw)
22 september 2020
door Nico Groen
Op 12 september1920, precies 100 jaar geleden, vermoordde een vrouw in Lisse samen met haar kostganger haar echtgenoot. Aan de vrouw was ten laste gelegd dat zij, na rijp beraad en in kalm overleg met haar kostganger, haar man een kop chocolade heeft gegeven. Dit, terwijl zij wist, dat in die chocolade door de kostganger een dodelijke dosis arsenicum was gedaan. De man overleed aan de gevolgen. Aan de kostganger werd medeplichtigheid ten laste gelegd.
Bij de berechting stroomde de publieke tribune van de Haarlemse Rechtbank vol. Dicht aaneen geschaard stonden de luisteraars. Niet alle nieuwsgierigen konden naar binnen. Toen de tribune gevuld was, stonden nog honderden voor het Paleis van Justitie in de Haarlemse Jansstraat te wachten. Vele belangstellenden waren uit Lisse gekomen.
In de krant stond: “De vrouw was een eenvoudig dorpsvrouwtje, geheel in het zwart gekleed. Haar uiterlijk heeft iets doms en onbetekenends. Zij is pas 34 jaar, maar ziet eruit als een vrouw van ruim veertig. Haar medeplichtige is een 45-jarige landarbeider uit Lisse met een donker uiterlijk”.
De vrouw vertelde de rechter dat haar kostganger al anderhalf jaar bij haar woonde. Er was tussen hen een zeer vertrouwelijke omgang gekomen. Zij meenden dat haar man te veel in het gezin was. Met haar kostganger had zij er meermalen over gesproken dat haar man maar opgeruimd moest worden.
De eerste getuige J.P. Berbee, had aan de kostganger een zakje arsenicum gegeven. Deze vertelde aan Berbee dat het nodig was om ratten te doden.
Op goede voet
Een buurvrouw, juffrouw van den Berg had wel eens gezien dat vrouw op goede voet stond met haar kostganger. Op een zekere dag was de man ziek. De vrouw zei toen: “als hij maar gauw beter wordt of anders maar doodgaat. Er is nog een man”.
Getuige heeft de kostganger na 12 september eens horen zeggen: “Mijn misdaad is zo zwaar, dat er voor mij geen vergiffenis meer is”. Ook zei deze buurvrouw dat de kostganger geregeld naar de vrouw toeging. Vooral was het haar opgevallen, dat hij meestal even overwipte voor haar man kwam eten. De veldwachter had toezicht gehouden bij het leeghalen van de beerput bij de woning. Er was een blikken busje gevonden waarin nog een wit vocht zat, blijkbaar arsenicum. Daarna verklaarde Professor van Itallie, hoogleraar te Leiden, dat er arsenicum in de uitwerpselen van het slachtoffer gevonden was.
Zij werden beiden tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De vrouw barstte na het horen van het vonnis in snikken uit. Gedurende ’t voorlezen van ’t vonnis, dat ongeveer een half uur duurde, bleef ze zenuwachtig huilen. De kostganger zat star voor zich uit te staren, ook onder de indruk van het vonnis.
Bovenstaande komt uit een artikel van Arie de Koning, dat op de website OudLisse.nl staat.
Op de website staan honderden artikelen van uiteenlopende aard.