’t Roemwaard Lisse: (65)
Door Alfons Hulkenberg
Overgenomen uit het boek ” ’t Roemwaard Lisse” uit 1998, 2e druk, Grimbergen boeken – Lisse
Als men Lisse naderd van de zuidzije passeerde men een Engel een bbeschermengel, en men kan bezwaarlijk zeggen, dat deze engel niet in ere werd gehouden. Het was de herberg “De witte Engel”,1 waaraan het buurschap De Engel zijn naam te danken heeft. Deze herberg bestond reeds in 1602,2 toen Jeroen Dammasz Cluft in De Engel woonde. In 1562 was hij kerkmeester in Sassenheim. (Dit deel van Lisse is bij de splitsing der parochies Sassenheim en Lisse aan Sassenheim gebleven).3 Na het invoeren van de reformatie, waarbij de uitoefening van het katholicisme ten strengste verboden werd, bleef Cluft toch een strijdbaar aanhanger van de oude leer. Hij hield “heimelijke papistige vergaderingen” en werd later weer veroordeeld, omdat hij de predikant van Katwijk beledigd had.4 De Engel is altijd een besloten roomse gemeenschap gebleven. De schuurkerk aan het Mallegat (blz. 13) lag trouwens vlak bij.
Sinds 1738 was de herberg in het bezit van Cornelis Dirkse van Dalen. Na diens dood werd door zijn weduwe , Anna Leendertsz van Grieken, het “sterk en weldoortimmerd huis” met schuur en “het recht van de vrije bier stekerije” voor ƒ 350 verkocht aan Jan Hendrikse Kuijten.5 Deze koop moet echter om een of andere reden niet zijn doorgegaan, want 3 december 1754 verkoopt zij de herberg voor ƒ 300 aan Cornelis van der Hulst.2 “De Witte Engel” is verdwenen, maar “De Engel” is altijd gebleven.
Voordat het Mallegat gegraven was stroomde in natte tijden het overtollige water van het Keukenduin naar het laaggelegen terrein ten westen daarvan, de Liesbroek, die via de Voortlaan op de Beek uitwaterde. (Zo’n doorwaadbare plaats heet een voorde). Aan deze laan, waar nu prachtige tulpen bloeien, lag tussen ten dele afgegraven duinen de boerderij “’t Nest”. In 1616 wordt “Claes Gerritsz op ’t Nest” genoemd6 en later compareert herhaaldelijk de naam van “Gerrit (Lang-veld? ) op ’t Nest”. Daar dicht bij, op het huidige bollenland van de firma L. Berbee, stond in de 17de eeuw de buitenplaats Akervoorde, een aker- of eikenbos aan de voorde. Het was een deftig huis; verscheidene kamers waren met goudleer bespannen. Eerst woonde hier Mr. Joan Sylvius, burgemeester van Haarlem en rentmeester van Rijnland7, maar later behoorde het aan het geslacht Van Sijpesteyn, de eigenaars van het Hof van Hiïlegom, hetgeen regelmatig verhuurd werd, omdat men aan Akervoorde de voorkeur gaf.8 Een der bekendsten was (Cornelis) Ascanius van Sijpesteyn (1694-1744), schepen, thesaurier, burgemeester en “opperfabriek” der stad Haarlem.9
Akervoorde was reeds lang verdwenen toen het “Huis Ter Beek” verrees. Het werd in 1833 door Baron van Pallandt (van Ter Leede) gebouwd in een lichte, Italiaanse stijl voor zijn zoon Cornelis Hendrik, lid der Provinciale Staten, die hier met zijn echtgenote Jkvr. Rudolphine M. Th. Sandberg tot Essenburg en hun gezin jarenlang heeft gewoond.10 Sinds 1909 heeft de St. Vincentiusvereniging het gebouw in gebruik als kinderhuis. Op een naastliggend perceel is in 1929 de Engelenkerk gebouwd en hier neemt onze Jan de Graaff met fraaie beden en wensen afscheid van zijn Roemwaard Lisse.
Gij burgers, die hier rustig, vredig leeft, *
Gij akkerlieden, die uwe tienden geeft,
Die ’s mensdoms voedsel haalt van uwe velden,
Ach, dat Gods gunst voor eeuwig u verzelde!
Ach, dat Gods vrees voor eeuwig en altoos
Bij u huisvest en niet de zonden boos,
Zo zal Zijn gunst en heil u steeds beschijnen,
Zo zal alsdan de neveldamp verdwijnen.
Leeft dan in deugd, leeft in dit aardse dal
Bevrijd van druk of heilloos ongeval,
Zijlt door deez’ zee van ongestadigheden
Totdat gij naakt de haven, daar de vrede
Haar zetel heeft, daar nooit geen droevig leed
Of bange zorg de herte nijpt of kneedt,
Daar d’Heilzon op zijn hoogverheven trone
Zijn glanzen spreidt en door gepaarde tonen
Van ’t zalig volk ’t eeuwig Haleluia
Gezongen wordt gestadig voor en na.
Aanbid’lijk God, geef dat wij al temmen
In eeuwigheid steeds loven Uwen Name!
1 Gemeentearchief, gedr. affiche.
2 ARA, Recht.arch. Lisse nr. 19 fol 243.
3 De Aagtenkerk blz. 23.
4 LeidsJaarb. 1941 blz. 171.
5 ARA, Recht.arch. Lisse nr 104. Ansichten blz. 78.
6 Arch. Herv. Gem. Lisse nr. 25.
7 ARA, Recht.arch. Lisse nr. 60 fol 196 (1699) en 63 fol 211 (1708). Mr. Maarten A. van S., schepen van Alkmaar, nr 66 fol 21 en 62-79 (1717).
8 A.M. Hulkenberg, ’t Vermaaklijk Hiïlegom (1971), blz. 20 en 22.
9 ARA, Arch. Huis te Hiïlegom.
10 Ansichten blz. 79.

65. De hofstede Ter Beek. Litho van J. D. Steuerwaldnaar een aquarel van P.J. Lutgers (1808-1874). Uit Gezigten in de omstreken van Den ‘s-Gravenhage en Leyden, !855.



