ERIK VERGUNST WEET ALLES VAN HET OUDE LISSE
Erik Vergunst spaart ansichtkaarten van Lisse. Hij heeft er honderden. Hij gaat een boek maken over ansichtkaarten en kadastergegevens
Elzinga, I.
NIEUWSBLAD Jaargang 4 nummer 4, oktober 2005
Als er een man is die alles af weet van het oude Lisse, dan is het Erik Vergunst uit Schoonhoven. Dat komt omdat hij als jongetje in Lisse woonde en wel vlakbij het oude en befaamde café-restaurant De Witte Zwaan aan het Vierkant. Nu koestert hij een gigantische collectie oude ansichten van het bollendorp en weet hij alles van de kadastergegevens. Hij zegt: ‘Mijn nieuwsgierigheid is onstuitbaar!’
In 1980 verhuist Erik Vergunst als twaalfjarig joch met zijn ouders naar Lisse. Waarom precies weet hij eigenlijk ook niet, maar Lisse heeft hem al snel in haar greep: ‘Ik hoorde verhalen over De Witte Zwaan, het etablissement dat ooit aan het Vierkant had gestaan en over het feit dat Lisse een gracht heeft gehad. Wij woonden vlakbij De Witte Zwaan. Daar wilde ik dus meer van weten en ik begon met het uitknippen van plaatjes uit de plaatselijke kranten en zocht boeken over Lisse.’ Daar is het niet bij gebleven. Vandaag is Erik Vergunst een wandelende encyclopedie, wat betreft het oude Lisse, met name de periode rondom 1900 tot aan 1920: ‘Je moetje toch beperken.’ Hij is vraagbaak voor velen en heeft een eigen
internetpagina: www.home.zonnet.nl/erica.vergunst (de naam van zijn vrouw is heel toevallig erica!).
Veelomvattende hobby
De interesse bij Erik, opgewekt in 1980, is uitgegroeid tot een veelomvattende hobby: ‘Ik was en ben gewoon ontzettend nieuwsgierig, en heb een fotografisch geheugen. Als ik door Lisses oude gedeelte loop, zie ik helemaal voor mij hoe het geweest moet zijn. Beelden die ik heb verzameld met behulp van archieven, het kadaster en een verzameling oude ansichtkaarten, die voor mij een emotionele waarde vertegenwoordigt. Lisse heeft trouwens veel kaartenverzamelaars, het is steeds moeilijker mijn verzameling verder uit te breiden, ook omdat er hoge bedragen voor een kaart worden gevraagd. Maar voor een hobby moetje wat over hebben. Daarnaast weet ik van vrijwel elk huis wie er gewoond hebben in de periode 1890-1920.’
Zoveel kennis vergaren gaat niet vanzelf. De onstuitbare nieuwsgierigheid van Erik maakt hem op zestienjarig leeftijd vertrouwd met het archief van de gemeente Lisse: ‘Ik wilde naar aanleiding van die plaatjes die ik had verzameld, weten wat er met die gebouwen allemaal was gebeurd, wanneer gebouwd, verbouwd, wanneer gesloopt en wie hebben zo’n perceel in bezit gehad. Ik keek vooral naar de periode 1900-1920. Alles wat ik interessant vond, schreef ik over. Maar alles wat ik te weten kwam, riep meteen weer nieuwe vragen op.’
Elke maand een dag
In 1996 gaat Erik voor het eerst naar het archief van het Kadaster in Zoetermeer. Ik heb gebeld, uitgelegd waar ik mee bezig was en uiteindelijk heeft men mij wegwijs gemaakt en heb ik 4,5 jaar lang maandelijks een gehele dag op het kadaster mogen doorbrengen. Alles wat ik te weten kwam, heb ik overgeschreven. In-de tijd van Napoleon is het kadaster bedacht en opgezet. Je moet wel even weten hoe het werkt, voordat je er echt iets aan hebt.’ Enthousiast voegt hij toe: ‘Wist je trouwens dat de kosterswoning van de Hervormde Kerk ooit op de plek van het huidige gemeentehuis heeft gestaan, en dat het pand van Tibboel aan de Grachtweg tweemaal zo groot was?.’
Niet lang daarna gaat Erik beurzen bezoeken, op zoek naar ansichtkaarten, uiteraard van Lisses oude gedeelte: ‘Je moet dan denken aan het gedeelte Heereweg (beide zijden) vanaf de Vuursteeglaan-Vierkant-Nachtegaal, de
Grachtweg tot de plek waar de molen van Beelen (bij de huidige CNB) heeft gestaan en de Kanaalstraat van Heereweg tot de Oranjelaan en uiteraard de Stationsweg. Zo rond 1920 breidde Lisse enorm uit en werden er woonwijken gebouwd. Dat interesseert mij niet zo, saaie wijken en teveel werk om allemaal uit te zoeken.’
Fijne korrel
De verzamelaar vertelt tevens dat de kaarten en foto’s uit de periode rond 1900 van een erg mooie kwaliteit zijn: ‘Mooi scherp, met een fijne korrel. Maar fotograferen was een luxe en dat betekent ook dat alleen welgestelden soms fotografeerden. Foto’s van arbeiderswoningen en hun bewoners zijn er nauwelijks.’
Op een van zijn kaartenbeursbezoeken ontmoet hij twee kennissen die hem vragen of hij misschien de uitgever van een bepaalde kaart weet. Dankzij deze vraag wordt de hobby verder uitgebreid en Erik gaat op zoek in het bevolkingsregister van de Gemeente Lisse. Daar zoekt hij op wie de bewoners zijn geweest van de oude huizen.
Belangstelling?
De fanatieke hobbyist is momenteel bezig alles in een computer op te slaan en uit te werken. Hij heeft er wel eens over gedacht om er een boek van te maken, maar is bang dat het te weinig mensen zal interesseren: ‘Bovendien is Lisse al aardig overspoeld met boeken. Ik weet niet of er voldoende belangstelling is voor een boek dat een beperkte tijdsperiode omvat. Bovendien is er veel geld gemoeid met zo’n uitgave.’ Hij is niet bang dat er ooit een moment komt dat hij alles weet: ‘Ik kom op veel beurzen en je hoort steeds weer nieuwe verhalen, voor mij een reden om weer het archief in te duiken.’
Daarnaast wordt zijn internetsite regelmatig bezocht, mensen stellen vragen of hebben een interessante aanvulling.
Verzamelaar
Erik woont inmiddels al jaren in Schoonhoven. Hij is vanwege zijn werk verhuisd. Nu vindt hij de omgeving van Lisse erg vol worden. Maar hij denkt er niet over een verzameling aan te leggen over Schoonhoven, Lisse spreekt hem meer aan. Hoewel: ‘Ik heb inmiddels wel enkele kaarten van het spoortreintje dat ooit van Schoonhoven naar Gouda reed.’ Een verzamelaar blijft een verzamelaar!