Berichten

Hoe leefden de vroegste bewoners van Lisse en omgeving?

Sporen van vroeger   (LisserNieuws)

4 maart 2025

 Door Peter Vink

In de vorige column van ‘Sporen van vroeger’ werd geschreven over recente archeologische vondsten in Lisse. Daarbij zijn sporen van vroege bewoning uit de steentijd gevonden. Maar hoe woonden en leefden deze vroege bewoners?

De nieuwe steentijd, ook wel Neolithicum genoemd, was de tijd waarin de landbouwcultuur langzaam opkwam. De mens verruilde zijn rondtrekkende levenswijze als jager-verzamelaar in voor een verblijf op een vaste plek. Deze eerste ‘boeren’ behoorden tot de zogenaamde bekerculturen, zoals de Vlaardingencultuur. Men heeft bij opgravingen elders in Nederland al goede reconstructies kunnen maken over hoe deze mensen woonden en leefden.

Daarbij is vastgesteld dat de eerste ‘permanente’ bewoners hun nederzettingen bouwden op de hoger gelegen schrale zandgronden, zoals nu ook het geval bleek bij de opgraving in Lisse. Men bouwde grote familiehuizen van stevige houten palen met een dak van riet. De wanden bestonden uit een vlechtwerk van takken die was dichtgesmeerd met klei. Met het bouwen van deze huizen kon men zich goed tegen regen, kou en wind beschermen.

Nu men van een rondtrekkend bestaan was overgegaan naar wonen op een vaste plaats moest men het voedsel natuurlijk ook in de directe omgeving kunnen vinden en verbouwen. Dat was in een gebied rond Lisse op de grens van nat en droog en bij de kust geen probleem. Men kon er volop eetbare planten vinden en jagen op zowel land- als waterdieren. Het was waarschijnlijk de belangrijkste reden om in het gebied bij Lisse op een duintop te gaan wonen.

Ook gingen de mensen in deze periode land bewerken voor het verbouwen van eetbare of nuttige planten. Dat bewerken van het land ging nog wel zeer primitief waarbij de grond werd losgemaakt met een eenvoudige hak van hout of steen. Deze hak ontwikkelt zich tot een zogenaamde haakploeg of eergetouw. Na het losmaken van de grond werden zaden gezaaid van bijvoorbeeld gierst, vlas, boekweit of emmertarwe een oergraansoort. Na de oogst werd het graan en gierst als belangrijke voedsel gebruikt naast de gevangen land- en waterdieren. Later werden ook dieren als tam vee gehouden zoals varkens, geiten en runderen voor melk, vlees en huiden en een os om met een eergetouw de grond te kunnen bewerken en uiteindelijk voor het vlees.

Het wonen op een vaste plaats betekende dus een nieuwe levenswijze. Van deze levenswijze zijn nu in Lisse duidelijke sporen gevonden zoals een stenen bijl, fragmenten van aardewerken beker(s), vuursteen-fragmenten, een stuk van een maalsteen en botmateriaal van dieren. Ook zijn in het zand diverse paalafdrukken van een nederzetting, sporen van grondbewerking met een eergetouw en een voetafdruk gevonden. We kunnen dus stellen dat rond Lisse al heel vroeg sprake was van bewoning en menselijke activiteit.

Er zijn ook veel grondmonsters verzameld en gespoeld die nu worden geanalyseerd.

Het verhaal krijgt dus nog een vervolg.

Het analyseren van de gespoelde grondmonsters door een archeoloog
Foto: VOL

Vondst van de Week van Erfgoed Leiden: Unieke archeologische vondsten uit steentijd in Lisse

In Geestwater, in de gemeente Lisse, vonden archeologen van RAAP in november 2024 voorwerpen die waarschijnlijk teruggaan tot de periode van ca. 3800-2000 voor Chr. De vondsten bewijzen dat de kust aantrekkelijk was voor de vroegste bewoners van de bollenstreek. Materiaal uit deze periode is tot nu toe nog maar weinig gevonden ten noorden van de Rijn.

Dat er vroeg in de geschiedenis mensen woonden in de Nederlandse kuststreek is al lange tijd bekend. De bollenstreek is hier geen uitzondering op. Aan het begin van de 20ste eeuw vond men bij het afgraven van de strandwallen in Lisse, Hillegom en Noordwijk stenen bijlen en aardewerk uit de laatste fase van de steentijd (vanaf ca. 2500 voor Chr.).

Aardewerk, natuursteen en botjes
Binnenkort starten de gemeente Lisse, Woonstichting Stek en ontwikkelaar Amvest met de ontwikkeling van de nieuwe wijk Geestwater. Vooruitlopend hierop deden archeologen al meerdere keren onderzoek. Zo deden ze een booronderzoek en daarna zijn smalle proefsleuven gegraven. Daarbij kwamen bijzondere vondsten aan het licht.

2024vvdw 0201

Natuurstenen bijl gevonden in Geestwater. Foto: RAAP

In het noordwestelijke deel van de nieuwe wijk, waar een waterpartij wordt gegraven, vonden de archeologen resten van houten huizen en scherven aardewerk. Ook vonden ze een stuk natuursteen dat in de vorm van een bijlblad was geslepen. De houten steel van de bijl is in de loop der tijd vergaan, maar het natuurstenen bijlblad is goed bewaard gebleven. Tijdens het graven van de proefsleuven vonden de archeologen allerlei kleine fragmentjes van bot (waaronder visbot) en vuursteen. Dit laat zien dat de bewoners van de houten huizen zich bezighielden met visvangst en de productie van vuurstenen gebruiksvoorwerpen.

Aardewerk uit de klokbekerperiode en Vlaardingencultuur
Het gevonden aardewerk is kenmerkend voor de periode waarin mensen voor het eerst in de geschiedenis overstapten van een leven als jager/verzamelaar naar een leven als boer. Ook maakten en gebruikten mensen toen voor het eerst aardewerken gebruiksvoorwerpen. De versiering op een van de stukken aardewerk – nagelindrukken en een groeflijn – is kenmerkend voor een periode die wordt aangeduid als de klokbekerperiode (vanaf 2500 voor Chr.). Andere onversierde scherven kunnen zelfs nog ouder zijn, namelijk uit de periode 3800-2500 voor Chr. Archeologen noemen deze periode de Vlaardingencultuur.

2024vvdw 0202

Fragment aardewerk met nagelindrukken en een groeflijn. Dit aardewerk is kenmerkend voor de klokbekerperiode (ca. 2500-2000 voor Chr.). Foto: RAAP

2024vvdw 0205

Een voorbeeld van aardewerk uit de klokbekerperiode. Deze pot is gevonden in Apeldoorn. Foto: © CODA Collectie in bruikleen van Historische Vereniging Felua thans VOA.

Waarom onderzoek op deze plek?
De kust zoals we die nu kennen is een relatief jong verschijnsel. Na de laatste ijstijd smolt het landijs, waardoor de zeespiegel snel steeg. De kustlijn verschoof hierdoor steeds verder naar het oosten, tot die beweging stopte rond 3850 voor Chr. Toen lag de kust ongeveer ter hoogte van het huidige dorp Lisse. Daar ontstond door het zeewater een lage zandrug, die we strandwal noemen. Op de strandwal en het gebied er vlak achter ontstonden duinen. Duinen worden gevormd door de wind die stuifzand van het strand meevoert en in heuveltjes afzet. De duinen waren door hun hoogte aantrekkelijk in een landschap dat verder behoorlijk nat was. Net als nu bouwden de prehistorische mensen hun huizen bij voorkeur op een plek waar ze droge voeten hielden en die plek vonden ze op de duinen. Het kustlandschap moet in die tijd een oneindige bron van voedsel geweest zijn: de eerste bewoners konden er jagen en vissen. Op de hoge gronden was genoeg ruimte om akkers aan te leggen en vee te houden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we de oudste bewoningssporen in Lisse vinden op een duin achter de oudste strandwal.

2024vvdw 02032024vvdw 0204

Afbeelding: de ontwikkeling van de kustlijn in de Midden Steentijd (links) en de Nieuwe Steentijd – Vroege Bronstijd (rechts).

Hoe nu verder?
Eind januari keren de archeologen van RAAP terug naar Geestwater. Ze graven een deel van de vindplaats dan verder op. Dit is nodig, want in dit deel van de nieuwbouwwijk komt een nieuwe waterpartij. Bij de aanleg van deze waterpartij wordt er dieper gegraven dan waar de archeologische resten liggen. Daarom worden deze eerst zorgvuldig opgegraven. De opgraving duurt een paar weken. In die tijd worden alle sporen van de nederzetting bloot gelegd en opgetekend. Ook zullen de archeologen grond gaan zeven. De meeste vondsten zijn namelijk heel klein en vaak niet met het blote oog te zien. De grond wordt daarom in kleine vakken verzameld en door een fijnmazige zeef gehaald. Alle kleine voorwerpen zoals stukjes vuursteen en aardewerk en etensresten zoals fragmenten bot, zaden en pitten worden hierbij verzameld.

Alle vondsten samen geven ons een beeld van het dagelijks leven van de vroegste bewoners van de kuststreek. Dit is belangrijk, want we weten nog maar weinig over deze periode in deze regio.

Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze website, XInstagram en Facebook houden ze je op de hoogte.

Chrystel Brandenburgh
30 januari 2025

Ben je benieuwd naar het nieuwbouwproject Geestwater? Kijk op www.geestwater.nl. Wil je meer informatie over de vondsten en de opgraving? Neem dan contact op per email via pers@hltsamen.nl of telefonisch 140252.

De vroegste bewoners van Lisse en omgeving

Sporen van vroeger    (LisserNieuws)

18 februari 2025

 door Peter Vink

Zelden is de naam van deze column zo actueel als de laatste tijd. Er zijn namelijk bij opgravingen op de plek waar de nieuwe woonwijk Geestwater komt bijzondere vondsten gedaan. Daarbij zijn sporen van vroege bewoning aangetroffen en tastbare voorwerpen zoals een natuurstenen bijl, een fragmenten van een klokbeker, en botmateriaal. De vondsten en sporen gaan terug tot de periode van ca. 3800-2000 jaar voor Chr. Daarmee zijn de vondsten zeer uniek te noemen omdat uit deze periode maar weinig is gevonden in de Duin- en Bollenstreek.

 Kustvorming van Nederland

De geschiedenis van het Nederlandse kustgebied begint zo’n 8000 jaar voor Christus. De laatste ijstijd maakt plaats voor de warme periode (Holoceen) waardoor de zeespiegel stijgt en de Noordzee ontstaat. Nadat de zeespiegelstijging stopt worden door de zee grote hoeveelheden zand aangevoerd en ontstaat langzaam een blijvende kustlijn met langgerekte zandbanken die uitgroeien tot strandwallen. Op de strandwallen ontstaan door wind zandduinen ook wel bekend als ‘oude duinen’. Vanaf die tijd gaat de kust zich steeds verder zeewaarts uitbreiden waarbij nieuwe strandwallen ontstaan. Op de oudste strandwallen liggen nu de dorpen Lisse, Sassenheim en Hillegom.

De vroegste bewoning

Op de oudste strandwallen kon men droge voeten houden en dus is het logisch dat dit de oudst bewoonde plekken werden langs de kust. De eerste mensen die hier rondliepen waren waarschijnlijk jagers-verzamelaars. Van deze mensen zijn geen sporen gevonden omdat ze nooit lang op een plek woonden.

Opgegraven schedel van een varken

In de nieuwe steentijd oftewel het neolithicum gaan mensen ook gewassen verbouwen en dieren houden waardoor ze langer op een plek verblijven. In het kustlandschap van de Duin- en Bollenstreek strijken vermoedelijk vanaf 3500 voor Chr. de eerste permanente bewoners neer. Ze leven van de jacht en visserij en worden om die reden naar de voedselrijke kuststrook getrokken, maar ze leven ook al een beetje een boerenbestaan. Deze bewoners worden gerekend tot de zogenaamde ‘Vlaardingencultuur’ omdat sporen van hun bestaan voor het eerst in Vlaardingen zijn gevonden. Toch zijn in de Duin- en Bollenstreek tot nu toe weinig sporen van deze cultuur gevonden.

Het belang van de opgraving in Lisse

De oudste strandwallen in de Duin- en Bollenstreek zijn helaas voor het grootste deel afgegraven ten behoeve van de bloembollenteelt waardoor veel archeologisch materiaal verloren is gegaan. Toevalsvondsten zoals (vuur)stenen bijlen, sikkels en fragmenten van aardewerk en bot waren al wel het tastbare bewijs van de aanwezigheid van mensen uit de Vlaardingencultuur in onze contreien.

Door proefboringen en sleuvenonderzoek in het opgravingsgebied in Lisse zijn nu oude duinafzettingen gevonden onder een laag veen. Deze duinafzettingen zijn niet afgegraven of verstoord en onaangeroerd gebleven en dus zeer interessant voor archeologisch onderzoek naar vroege bewoning. Daarbij zijn tot nu toe bijzondere vondsten uit het neolithicum gedaan die veel extra informatie kunnen verschaffen over de eerste bewoners van deze streek.

Lisse is dus veel langer bewoond geweest dan in zijn huidige 827-jarig bestaan.

Opgravingsgebied in Lisse

Archeologiedag bij Dever

Aan de hand van wat eerdere vondsten nabij de Tweede Poellaan aan de Rijnsloot werden proefsleuven gemaakt om te onderzoeken wat er in de ondergrond te vinden is aan oudheidsresten.

Deen Boogerd

Nieuwsblad 22 nummer 2 2023

Kort verslag van een mooie dag
Al heel vroeg waren de mensen van RAAP begonnen met het graven van een eerste proefsleuf (zie foto linksboven). Ewan Mol, archeoloog bij RAAP en projectleider, stuitte al snel op harde delen in de vorm van een put en een plavuizen vloer op zo’n 50 cm diep.

Dat was goed uitgekiend want hier konden leerlingen van het Fioretti college uit Lisse aan de slag. De jongelui werden verwelkomd in ’t Huys Dever met een korte introductie over hetgeen die dag de bedoeling zou zijn. Zelf hoopte ik dat er sporen gevonden zouden worden van een eerder Dever. Daarop zal ik later, na goed beraad, zeker op terugkomen. Voor de leerlingen en hun begeleiders lagen er helmen, werkschoenen en gele hesjes klaar. Op de fiets ging het naar de 2e Poellaan alwaar we ter velde werden ontvangen door Roosje de Leeuwe, ook een RAAP medewerkster. (zie foto links).

Aan de hand van wat eerdere vondsten vertelde zij wat je zoal in de grond zou kunnen aantreffen. Daarna liepen we over de ringdijk richting de proefsleuven.

Na nog wat korte aanwijzingen van Peter Vink op het gebied van veiligheid mochten de zeer gemotiveerde leerlingen aan de slag. Gewapend met metaaldetectoren, schepjes, zeven en stoffers gingen ze op onderzoek uit. Ze zijn zeker een paar uur flink bezig geweest en er zijn best wel dingen gevonden die keurig opgetekend zijn in het RAAP-rapport. Overigens, het rapport is per vergissing als Dever-Zuid betiteld. We gingen toch echt graven in het gedeelte wat men in de bouwplannen de naam Geestwater had meegegeven. Deze 7e juni was werkelijk een uitzonderlijk mooie dag om bezig te zijn met archeologie, voor de jonge gasten zeker een bijzondere ervaring. Wij hopen hun
interesse te hebben gewekt voor dit bijzondere vakgebied. In ieder geval waren de reacties van de Fioretti leerlingen zeer positief. Ook door de leerkrachten werd dit initiatief heel erg gewaardeerd en men zei dat het zeker voor herhaling vatbaar is.

Lisse 825 jaar, maar al eerder bewoning

Sporen van vroeger ( LisserNieuws)

 31 januari 2023

 door Nico Groen

             

Lisse viert dit jaar het feit dat op papier het dorp 825 jaar bestaat. Maar hoe zit het met de mensen? Wanneer kwamen de eerste mensen naar Lisse? Er zijn al veel eerder sporen van bewoning in Lisse gevonden, die teruggaan tot de bronstijd. Er zijn geen geschreven bronnen gevonden, maar wel archeologische vondsten en opgravingen, die wijzen op bewoning.

Het oudst gevonden voorwerp in Lisse is een vuurstenen beitel, in beheer bij Museum de Zwarte Tulp. Het is zo’n 200 meter ten noordoosten van ’t Huys Dever, tussen de Vennesloot en de Eerste Poellaan, in 1960 gevonden. De vondst bij Dever is met enige zekerheid tot de Vlaardingencultuur (3500-2500 voor Chr.) te rekenen. De voorzichtigheid komt doordat er verder geen sporen of scherven in de nabijheid gevonden zijn. Wellicht zijn die niet herkend of simpelweg nog niet waargenomen, maar het is ook goed mogelijk dat het om een geïsoleerde beitel gaat en achtergelaten is door mensen die heel ergens anders woonden.

Bronzen gebruiksvoorwerpen uit de bronstijd

Bij het afgraven van de duinen ten noorden van de Keukenhof (Veenenburg) werden diverse vondsten gedaan. Er werden een bronzen randhielbijl en een kleine bronzen beitel uit de midden bronstijd uit de periode 1600-1200 voor Chr. nabij de Heereweg gevonden. Verder werden diverse bronzen spelden, versierd met geometrische patronen en inkervingen aangetroffen, daarnaast een bronzen pijlpunt.

Potscherven uit de periode 2000-800 voor Chr.

Er werden daar ook potscherven gevonden tijdens het afzanden bij Veenenburg, die gedateerd konden worden uit de periode 2000-800 voor Chr. Doordat pottenbakken een traditie was, zijn er in de loop der tijd verschillende vaste patronen ontstaan in vormen en versieringen van het aardewerk. Door deze uiterlijke kenmerken van het gevonden potmateriaal kunnen archeologen goed inschatten wanneer zij gemaakt zijn. De wikkeldraadbekers werden gemaakt vanaf 2000 jaar voor Chr. Deze ontwikkelden zich uiteindelijk tot het Hilversum-aardewerk van rond 1500 voor Chr. Beide soorten werden tijdens het afzanden bij Veenenburg gevonden.

In 1960, in de Zeeheldenbuurt richting Lisserbroek nabij de Kanaalstraat, werd een z.g. knuppelpad opgegraven uit de periode 2000-800 voor Chr. Het betrof een constructie van in de lengterichting evenwijdig liggende palen met dwarsliggend daarop takken. Aan weerszijde stonden palen. De koeien van de boeren werden in het lage natte veengebied van de Lisserbroek geweid. De boeren konden via het knuppelpad bij hun koeien komen.

Ook uit de IJzertijd (900-19 voor Chr.) werden potscherven gevonden bij ’t Huys Dever en in de strandvlaktes tussen Hillegom en Voorhout. Een en ander staat in het boek ‘Het verleden van de velden. Archeologie van de Duin- en Bollenstreek’ uit 2017 van Jeroen van Zoolingen.

Uit bovenstaande vondsten, vooral de potscherven en het knuppelpad, kan geconcludeerd worden dat hier al heel lang mensen woonden, al vanaf 2000 jaar voor Chr. Waarschijnlijk nog eerder.

Foto: Voorpagina van het ‘Het verleden van de velden’ uit 2017
Foto: Nico Groen

Foto: Voorpagina van het ‘Het verleden van de velden’ uit 2017

Foto: Nico Groen

Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”

 

Vondsten in de Ned. Hervormde kerk te Lis’: Het graf der eerste vijf pastoors van Lisse na de Hervorming.

In 1938 zijn bij een restauratie van de Grote kerk een grafzerk en een een vierkant stuk zandsteen waarop een kelk met erboven een hostie staat afgebeeld gevonden. Deze zijn geschonken aan de Agathakerk. Bovenstaande staat in een artikel uit 1938 in de Maasbode.

Nu ligt deze grafsteen nog steeds op de begraafplaats van de Agathakerk op het linker gedeelte helemaal vooraan tegen het Franciscushuis aan. Het stuk zandsteen in gemetseld in een pilaar van de Agathakerk. Van achten in de tweede pilaar rechts.( Zie tekening onderaan). Ook in het boekje “De Aagtenkerk van Lisse”  uit 1960,  geschreven door de heer Hulkenberg staat hierover op pagina 171,  172 en 173 informatie.

Het graf der eerste vijf pastoors van Lisse na de Hervorming.

De Maasbode van 8 december 1938.

B IJ de werkzaamheden, welke in de laatste weken in de Ned. Hervormde Kerk, vermoedelijk de oude H. Agathakapel, aan het Vierkant te Lisse werden verricht, zijn eenige vondsen gedaan, welke vooral voor de katholieken van Lisse van waarde en beteekenis zijn. Gevonden zijn een grafsteen met de namen van de eerste vijf pastoors, die na de Hervorming te Lisse Lisse hebben gestaan en een steenfragment van zeer ouden datum, waarop een kelk met erboven een hostie, staan afgebeeld. De ongezochte aanleiding tot deze vondsten was het feit, dat de gasverwarming in de oude kerk niet langer voldeed. Kerkvoogden besloten derhalve tot den aanleg van een heet-water-verwarming over te gaan en tevens het kerkje van binnen een goede beurt te geven. Daar men voor het leggen der waterbuizen onder den houten vloer moest zijn, zou men tevens van de gelegenheid gebruik maken om de banken, welke scheef gezakt waren, weer in het gelid te krijgen. Men begon hiermee in het achtergedeelte van de kerk, voor den toren. In dit achtergedeelte, dat waarschijnlijk wel meer dan een eeuw ongemoeid is gelaten, sinds er de laatste dooden begraven zijn, waren meerdere graven ingestort en bleken de halfsteensmuurtjes der grafkelders erg zwak. Er zat uiteraard niets anders op, dan de oude begraafplaats te schudden; de houtresten der kisten en de overblijfselen van gebeente werden uit de graven verzameld om ze buiten de kerk weer te begraven en de ontstane ruimte werd met zand opgevuld. Ook de grafkelders werden onder handen genomen; de zerken werden gelicht, de resten der kisten verwijderd en zand gestort in de oude graven. Gebeente werden niet meer in de oude kelders aangetroffen. De zerken, welke na verloop van tijd in den doorgang van den ouden toren waarschijnlijk een plaats zullen vinden, hebben eertijds de graven gedekt van notabelen uit het Lisse van eind 16de, begin 17de eeuw. Zoo lag onder een fraaie zerk Wouter Lenaarts van Calckar, gerechtsbode van het ambacht Lisse, die in 1598 stierf en van diens vrouw, gestorven in 1602. Voorts van den schoolmeester Wiard Takesz. van der Blom en zijn vrouw, gestorven beiden in 1611. Dan van Adryaen Cornelisz. Corsteman en zijn vrouw, gestorven resp. in 1588 en 1614 en van diens broer, Claes Cornelisz. Corsteman, gestorven in 1616. Deze familie behoorde tot de welgeborenen van Rijnland. De zerk van den laatste is zeer mooi. In Gotische letters staat op den rand: „Hier legt begraven claes cornelis Corsteman starf anno 1616″. De rest van den rand is onbehandelt. In het midden is een mooi gehakt en heraldisch ook juist uitgevoerd wapen te zien, dat een burchtoren vertoont in het schild en als helmteeken een uitkomenden leeuw heeft. Mogelijk staat dit wapen in verband met het feit, dat de huizing van zijn vrouw’s familie een hofstede was, genaamd „De Burg”, gelegen ten Oosten van het Vierkant, het oude dorpsplein, of een plaats welke nog zeker is vast te stellen. Vondst, die groote belangstelling wekte.

Pastores van de schuilkerk

De zerk, welke echter meer belangstelling opwekte vooral bij de katholieken, was een zware steen met het volgende opschrift: Grafstede van de volgende Heeren en Meesters. Joannes van de Werste Obiit XIII July MDCXCVII (1697) Lambertus Schaap Obiit X April MDCCVIII (1708) Arnoldus de Leeuw Obiit 17 July MDCCXLVII (1747) Franciscus van den Heuvel Obiit 23 Octobris MDCCLX (1760) Cornelius van der Valk Obiit 1 Octobris MDCCXCVIII (1798). Naar het opschrift te oordeelen meende men te doen te hebben met een gezamenlijk graf van Lisser schoolmeesters. Groot was dan ook de verbazing van de omstanders, toen men bij het verzamelen van de overblijfselen van de kistenresten stukken gewaden aantrof welke kennelijk kerkelijke paramenten waren geweest. Een nader onderzoek maakte duidelijk, dat de namen op de zerk eens gedragen waren door de pastoors, welke vanaf 1687, toen de Lisr St. Agatha-parochie weer zelfstandig werd, de katholieken van Lisse als herder hebben geleid. Dat deze pastoors in een kerk der hervormden begraven werden, behoeft geen verwondering te wekken, daar er toentertijd wel geen ander kerkhof geweest zal zijn dan het eeuwenoude in en bij de kerk. Ook het sierlijke in groote krulletters gebeitelde opschrift, dat zooveel verwarring stichtte, is te verklaren; het is een vertaling van het oude Domini et Magistri, heeren en meesters. Heer was de middeleeuwsche titel voor elken geestelijke en Meester was gebruikelijk voor hen, die aan een universiteit dien graad had behaald. Met Heeren en meesters werd dan de geestelijkheid bedoeld. Van gebeente werd niets meer aangetroffen; van de paramenten werden resten gevonden, welke moeilijk waren thuis te brengen. Het oorspronkelijke paars was in een donker bruinzwart overgegaan en de garneering, randen, kruisjes, franje, was groen geworden. Deze resten waren waarschijnlijk afkomstig uit de twee laatste kisten. Men mag veronderstellen, dat zij tot twee stellen gewaden behoord hebben, daar twee uiteinden van stool of manipel niet op elkaar pasten. Daarenboven vond men twee bonnetten, welke beide bovenop vier kammen hadden. Een was nog nagenoeg geheel gaaf, met de pluim er nog op. Deze laatste was echter roodbruin geworden evenals de voering. De dikke stof, waarvan de bonnetten gemaakt waren — men meent geslagen vilt — had nu een donker-bruine kleur. De tweede bonnet was gelijk aan de eerste, alleen zaten er veel gaatjes in en lag de pluim er naast. Na de vijf genoemde pastoors hebben, aldus de Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem (I 1873) er nog drie de parochie van St. Agatha bestuurd, voor men te Lisse onder pastoor van der Hoven een kerk en kerkhof, respectievelijk in 1842 en 1843, kreeg in de onmiddellijke nabijheid van het dorp aan den straatweg. Deze herders zijn: Petrus Snarenburg, t 1 Jan. 1805, Joannes Christophorus Freede t 14 Juni 1816 en Petrus van Halen, t 13 Juni 1840. Geen dezer ligt in de oude kerk begraven. Het gerucht, dat elders nog resten van paramenten gevonden waren, bleek onjuist, en bovendien bleek de aangeduide zerk, na te zijn vrijgemaakt, het familiegraf te bedekken van de Haarlemsche regentenfamilie Van der Laen, die op huize Ter Spekke te Lisse heeft gewoond, Gerrardt van der Laen stierf 82 jaar oud in 1635. De buitenplaats werd reeds in de eerste helft der 18e eeuw gesloopt, maar de naam is overgegaan op een oude boerderij in de onmiddellijke nabijheid van de oude plaats Volgens bidprentjes, welke men op de pastorie te Lisse had, is pastoor Snarenberg begraven in de Pieterskerk te Leiden; en pastoor van Halen op het R.K. kerkhof „aldaar”, dus op het kerkhof aan den Achterweg, buiten het dorp, waar tot 1842 ook het schuulkerkje stond. Omtrent de plaats, waar pastoor Freede zijn laatste rustplaats vond, vermeldt het prentje niet. mogelijk echter is ook hij op het kerkhof aan den Achterweg begraven. De zerk der eerste vijf Lisr pastoors na de hervorming is door de kerkvoogden aan den huidigen pastoor afgestaan. Een waardige plaats voor dit steenen document der kerkgeschiedenis van het dorp zal worden uitgekozen.

Steenfragment uit vroeger, eeuwen.

Behalve genoemde zerk hebben kerkvoogeden aan den pastoor nog een ander steenen document uit vroeger eeuwen afgestaan: een vierkant stuk zandsteen waarop een kelk met erboven een hostie staat afgebeeld. Dit stuk steen werd gevonden bij het uitscheppen van zand in het voormalige koor, wat noodig was voor het leggen van den nieuwen vloer. Het stuk steen is plm. 28 1 £ c.m. breed en lang, en ongeveer een decimeter dik. De omtrekken van kelk en hostie, alsmede het kruisje op de laatste zijn zeer duidelijk in het niet harde materiaal gebeiteld opgesneden. Kennelijk is dit stuk steen uit den tijd van de Hervorming, en daar de kelk Gotische vormen vertoont, is het fragment van zeer ouden datum. Hoe oud het echter wezen kan, is een moeilijke vraag. Wel werd in 1461 de kapel, welke reeds te Lisse stond, tot parochiekerk verheven, maar volgens een document uit Rome was die kapel reeds gesticht door Roomsch koning Willem, dus in de 13de eeuw. Hoe oud het steenfragment nu wel is, weet men voorloopig niet. Bovendien is nog geenszins duidelijk, waar de steen voor gediend heeft. Was het een stuk van een steenen doodkist, waarin een priester begraven werd; was het een merkteeken, dat in de nabijheid een priestergraf verborgen was; was het een misschien wel wat primitieve versiering van een wandtabernakel? Vragen, die nog niet te beantwoorden zijn. Dat dit voor de katholieken van Lisse belangwekkend getuigenis van het geloof hunner voorvaderen, in de tegenwoordige grootsche kerk een eereplaats zal krijgen, mag verwacht worden.

 

Bij het metselen van den schoorsteen, welke onder de kap in ijzeren binten naar boven loopt en als een torentje zonder spits boven het dak der kerk uitkomt, is tevens de aandacht gevallen op een oud vergeten muurtje, dat in groen-geglazuurde steentjes een jaartal draagt. Bij nadere inspectie bleek dit te zijn 1592. Toen dus werd deze kerk, welke met de meeste andere godshuizen in de omgeving in de woelige dagen van den strijd om Haarlem en Leiden verwoest is —. alleen die van Voorhout en Noordwijk bleven gespaard — weer gedeeltelijk opgebouwd. Later heeft men een uiterst leelijk portaaltje aan de Noordzijde van het koor weggebroken en den eveneens in dit Gotische koor geheel niet passende ingang gemaakt, welke tot op heden in gebruik is. In dit portaal vindt men den f raaien met beelden versierden grafzerk van Willem Adriaen van der Stel, gouverneur van de Kaapkolonie, gestorven in 1725. Te Lisse woonde hij op „Uytermeer”. een later gesloopt buiten aan den rand van den Lisrpoel. Onder deze zerk ligt geen graf; dit bevindt zich in de kerk en hierop heeft ook eertijds de steen gelegen. Toen men echter ook het koor voor banken ging benutten is de mooie zerk in het portaal te pronk gelegd. De grafkelder echter is bij de werkzaamheden der laatst weken opgevuld met zand, nadat het wrakke gewelf was ingeslagen.

Plattegrond Agathakerk. Bij het kruisje is de zandsteen gemetseld in een pilaar. info Co Lieverse

 

Delpher, een goudmijn

Sporen van vroeger   (LisserNieuws)                                              

7 september 2021

 door Nico Groen

De Koninklijke Bibliotheek (KB) is de nationale bibliotheek van Nederland, gevestigd in Den Haag. Zij verzamelt alles wat in en over Nederland verschijnt, van middeleeuwse literatuur tot aan publicaties van vandaag. Zo’n zeven miljoen publicaties, boeken, kranten en tijdschriften zijn in de magazijnen opgeslagen. Daarnaast biedt de KB ook veel digitale diensten, zoals de landelijke online Bibliotheek onder de naam Delpher.

De naam Delpher is ontleend aan het woord ‘delven’ dat spitten, (op) graven, winnen betekent en is een knipoog naar Delphi, het beroemde orakel. Delpher biedt de originele teksten aan uit de meer dan ruim 1,7 miljoen kranten verschenen tussen 1618 en 1995. Niet alleen legale bladen, maar ook gesten­cilde illegale blaadjes uit de oorlog, zoals de Oranjekoerier uit Lisse, Het Parool, Trouw, De Waarheid en De Vrije Pers. Ook zijn niet vergeten de kranten door de NSB uitgegeven, zoals Het Nationale Dagblad en Zwart Front. Verder elf miljoen tijdschriftpagina’s en meer dan 900.000 boeken van de 15de tot de 21ste eeuw. In totaal vindt u in Delpher meer dan 120 mil­joen pagina’s. Dit aanbod zal de komende jaren alleen maar groeien. Deze immense klus is nog steeds gaande. Het zal nog jaren duren voordat alles online staat. Delpher is sinds 20 no­vember 2013 beschikbaar via de link Delpher.nl. Daar kunt u de gedigitaliseerde pagina’s woord voor woord doorzoeken.

Vondsten in de  grote kerk in 1938

Als alleen het woord ‘lisse’ wordt ingevoerd staan er ruim 100.000 Nederlandse artikelen en bijna 50.000 advertenties vermeld, bijvoorbeeld ook de rivier De Lisse in Frankrijk. Men zal dus op meer trefwoorden moeten zoeken. Zoals bijvoorbeeld ‘Lisse AND Agathaparochie’.

Dan vind je o.a. een zeer uitgebreid artikel uit de Maasbode van 8 december 1938 over het herstel van de vloeren in de grote Kerk Lisse met de titel ‘Vondsten in de Ned. Hervormde kerk te Lisse’. Waarin onder andere staat: “Bij de werkzaamheden, welke in de laatste weken in de Ned. Hervormde Kerk, vermoedelijk de oude H. Agathakapel, aan het Vierkant te Lisse, werden verricht, zijn eenige vondsten gedaan, welke vooral voor de katholieken van Lisse van waarde en beteekenis zijn. Gevonden is een grafsteen met de namen van de eerste vijf pastoors, die na de Hervorming te Lisse hebben gestaan …. De zerk der eerste vijf Lisser pastoors na de hervorming is door de kerkvoogden aan den huidigen pastoor afgestaan. Een waardige plaats voor dit steenen document der kerkgeschiedenis van het dorp zal worden uitgekozen”. Nu ligt deze steen nog steeds op de begraafplaats van de Agathakerk op het linker gedeelte helemaal vooraan tegen het Franciscushuis aan.

Open monumentendag 11 september

Op 11 september zijn een  aantal gebouwen geopend voor bezoek. Kijk voor de aardigheid voor of na uw bezoek eens op Delpher om wat meer te lezen in krantenartikelen, die mogelijk zijn verschenen  over het betreffende gebouw. De folder over de Open Monumentendag is verkrijgbaar bij de VVV of op de dag zelf bij een van de 17 deelnemers. Het thema dit jaar is ‘Mijn monument is jouw monument’.

Foto: De folder van de Open Monumentendag op 11 september is verkrijgbaar bij de VVV.

Foto: De folder van de Open Monumentendag op 11 september is verkrijgbaar bij de VVV.

 

Oudste archeologische vondst in Lisse.

Het oudst gevonden voorwerp in Lisse is een vuurstenen beitel, in bezit van Museum De Zwarte Tulp. Het komt uit de periode van 3500 -2500 jaar voor Christus.

Sporen van vroeger  (Lisser Nieuws)                                                          

24 september 2019

door Nico Groen

10.000 jaar voor Chr. ontstond het landschap met zijn strandwallen (de oude duinen) en  strandvlaktes. Wat is er allemaal aan archeologisch materiaal in Lisse gevonden? Dat staat in het boek ‘Het Verleden van de Velden’ over archeologische vondsten en opgravingen in de Duin- en Bollenstreek van archeoloog Jeroen van Zoolingen uit in Noordwijkerhout.

Het oudst gevonden voorwerp in Lisse is een vuurstenen beitel, in bezit van Museum De Zwarte Tulp. In het boek staat: “Zo’n 200 meter ten noordoosten van ’t Huys Dever, tussen de Vennesloot en de Eerste Poellaan, werd in 1960 een stenen beitel gevonden. Hoewel dit soort beitels zeker niet van lokale makelij was, komt het type vaker voor op vindplaatsen uit de Vlaardingencultuur. De mensen van de Vlaardingencultuur leefden van 3500 tot 2500 (de Nieuwe Steentijd) vóór het begin van onze jaartelling. Het waren eerst voornamelijk jagers en verzamelaars van eten, zoals bessen en dieren. Later gingen zij over op een primitieve vorm van landbouw, waarbij zij in nederzettingen woonden. De naam Vlaardingencultuur is ontleend aan de eerste vondsten in Nederland. Bij Vlaardingen werd een nederzetting met vele vondsten uit die tijd opgegraven. De vondst bij Dever is dan ook met enige zekerheid tot de Vlaardingencultuur te rekenen. De voorzichtigheid komt doordat er verder geen sporen of scherven in de nabijheid gevonden zijn. Wellicht zijn die niet herkend of simpelweg nog niet waargenomen, maar het is ook goed mogelijk dat het om een geïsoleerde beitel gaat, die bijvoorbeeld bewust als offer is achtergelaten door mensen, die heel ergens anders woonden”.

Tentoonstelling

In het Archeologisch Museum Haarlem op de Grote Markt is nu de tentoonstelling ‘Het Verleden van de Velden’ over de archeologie van de Duin- en Bollenstreek te zien. Deze tentoonstelling is nog tot 6 oktober 2019 te bezoeken. De openingstijden zijn van woensdag tot en met zondag en de toegang is gratis. De tentoonstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek van archeoloog Jeroen van Zoolingen. De tentoonstelling neemt het ontstaan van de bloembollencultuur in Haarlem als startpunt en duikt verder in de archeologische geschiedenis van de Duin- en Bollenstreek. In de tentoonstelling zijn uit iedere periode bijzondere voorwerpen te zien, zoals werktuigen en sieraden uit de bronstijd uit Katwijk en Hillegom, sieraden en aardewerk uit Romeins Valkenburg en middeleeuws paardentuig uit Teylingen. Kom kijken en verwonder u over het rijke, archeologische verleden van de velden! Deze herfst komt de tentoonstelling ook naar Lisse. In het museum De Zwarte Tulp zijn dan ook alle ins en outs van deze expositie te zien.

Website  van de VOL

Deze column van Sporen van Vroeger en alle voorgaande columns staan op de website van de Vereniging Oud Lisse (www:oudlisse.nl) onder het hoofdstuk Publicaties. Door op het vergrootglas te klikken kan men een zoekterm intypen. Dan verschijnen alle artikelen waar die term in voorkomt. Op de website van Oud Lisse staan meer dan 500 artikelen over de cultuurhistorie van Lisse. De meer dan 100 columns van Sporen van Vroeger over Lisse zijn ook te vinden op de website van LisserNieuws.

Foto: Het boek ‘Het Verleden van de Velden’ van Jeroen van Zoolingen uit 2017

Archeologische vondsten en opgravingen.

Volgens Jeroen van Zoolingen mogen we aannemen dat de eerste mensen in de Bollenstreek  arriveerden in de Nieuwe Steentijd tussen 3500 en 2500 voor Chr. Er is een tentoonstelling in Haarlem over zijn boek over archeologische vondsten in de Duin- en Bollenstreek.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

 21 mei 2019

door Nico Groen                     

In vorige columns is beschreven hoe de Bollenstreek en met name Lisse ontstaan is. Vanaf 10000 jaar voor Chr. ontstond het landschap met zijn strandwallen (de oude duinen) en de strandvlaktes. Maar hoe zit het met de mensen? Wanneer kwamen de eerste mensen naar de Bollenstreek?

Dat is een vraag, die niet zo makkelijk te beantwoorden is. Om iets te kunnen zeggen over de mensen, die hier ooit waren, ben je afhankelijk van archeologische vondsten. Als iemand daarover iets kan zeggen is het Jeroen van Zoolingen wel.

Jeroen van Zoolingen is geboren in 1981 in Leiden. Hij studeerde Archeologie en Prehistorie aan de Universiteit van Leiden. Hij is nu werkzaam als archeoloog in West Nederland. Omdat Jeroen opgroeide in de Bollenstreek was hij al voor zijn studie geïnteresseerd in de archeologie van de Bollenstreek en is dat altijd gebleven. Alle archeologische vondsten in de Duin- en Bollenstreek heeft hij op een rijtje gezet en per periode beschreven. Dit heeft in 2017 geresulteerd in een boekwerk van 150 pagina’s met vele foto’s van de gevonden objecten en bijzondere opgravingen. Het boek heet ‘Het verleden van de velden: de archeologie van de Duin- en Bollenstreek’. Op 16 mei 2017 hield Jeroen van Zoolingen een lezing voor de Vereniging Oud Lisse  over dit onderwerp.

Eerste mensen zo’n 3000 jaar voor chr.

Volgens Jeroen van Zoolingen mogen we aannemen dat de eerste mensen in de Bollenstreek  arriveerden in de Nieuwe Steentijd tussen 3500 en 2500 voor Chr. Zij hielden zich in eerste instantie in leven door jacht en visserij. Om die reden trokken ze naar de voedselrijke kuststree . Zij richtten hun jachtkampen in op iets hogere en dus drogere strandwallen. Kenmerkend voor die tijd in het Nederland gebied is dat er zich verschillende bestaanswijzen ontwikkelden. De streekbewoners, met hun leefwijze van jagen en verzamelen, kwamen geleidelijk in aanraking met de landbouw, die  vanuit het zuiden oprukte. Dit proces veranderde uiteindelijk ook in de Bollenstreek de manier van leven.

Tentoonstelling in Haarlem

Nu is er de tentoonstelling ‘Het verleden van de velden’ in het Archeologisch Museum Haarlem op de Grote Markt in Haarlem. Deze tentoonstelling, die werd geopend op 26 april jl, is tot 6 oktober 2019 te bezoeken. De openingstijden zijn van woensdag tot en met zondag en de toegang is gratis. De tentoonstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek van archeoloog Jeroen van Zoolingen. Het boek is in de museumwinkel en bij de boekhandel te koop. De tentoonstelling neemt het ontstaan van de bloembollencultuur in Haarlem als startpunt en duikt verder in de archeologische geschiedenis van de Duin- en Bollenstreek. In de tentoonstelling zijn uit iedere periode bijzondere voorwerpen te zien, zoals de oudste vondst uit de streek, een vuurstenen beitel gevonden in Lisse, geleend van Museum De Zwarte Tulp. Maar ook werktuigen en sieraden uit de bronstijd uit Katwijk en Hillegom, sieraden en aardewerk uit Romeins Valkenburg en middeleeuws paardentuig uit Teylingen. Kom kijken en verwonder u over het rijke, archeologische verleden van de velden!

 

EEN OUDER D’EVER?

Op een luchtfoto in een van de vorige Nieuwsbladen waren  op zo’n 400 m. ten zuidoosten van Dever plekken in het gras te zien, die mogelijk duiden op bebouwing in vroegere tijden. Archeologische amtenaren  van de HLT-samen  zijn enthousiast om nader onderzoek te faciliteren. Het terrein is van STEK en de dijk van het Hoogheemraadschap Rijnland. Overleg volgt.

Deen Boogerd

Nieuwsblad Jaargang 18 nummer 1 januari 2019

Gebeurt er nog wat met die vondst van dat verdorde lijnenspel in die nog groene weide? Of raakt het in de vergetelheid? Na die vraag werd ik uitgenodigd om eens kennis te maken met de mensen die voor HLT-samen de dingen op archeologisch gebied in goede banen proberen te leiden.
Folckert van de Veen hoofdbeheerder van D’Ever en tevens afgestudeerd archeoloog had ik gevraagd om mee te gaan. Dat deed hij natuurlijk. Zo waren de twee beheerders van het “Nieuwe D’Ever” bezig om dat “Oudere D’Ever” onder de aandacht en boven het maaiveld te krijgen. Men vertelde ons dat er wel degelijk veel enthousiasme was om te komen tot een verkennend onderzoek bij de archeologische vindplaats. Met zo een vooronderzoek wordt geen schade aangebracht in de vindplek. Wij hopen dat de gesprekken die men wil voeren met het STEK-bestuur positief zullen verlopen. Het gebied D’Ever-Zuid en Geestwater waar bouwplannen voor zijn is in eigendom van STEK. Het dijklichaam van de Poelpolder valt onder Hoogheemraadschap. Voordat we daar ook maar iets kunnen doen willen we op een goede manier met beide partijen samenwerken. Één van de planologische voorstellen laat op de archeologische vindplek een parkachtige situatie zien. Wat zou het mooi zijn als we in dat park kunnen zien wat er heel vroeger kan hebben gestaan. Wij hopen dan ook dat we bij de volgende meeting in juni een positief geluid mogen horen.

Wordt vervolgd.

Evenementen

Niets gevonden

Uw zoekopdracht leverde helaas geen artikelen op