Berichten

GEVELSTEEN VAN DE POELEWAY: WIE WEET RAAD?

Nieuwsflits

Nieuwsblad 23 nummer 2  2024

Beste mensen, voor de projectgroep 400 jaar Poelpolder zijn we op zoek naar de gevelsteen van de boerderij “De Poeleway”. Deze boerderij was een van de eerste boerderijen die in de drooggemalen Poelpolder is gebouwd. In de jaren 70 is de boerderij gesloopt. Toen is de steen nog gezien en gefotografeerd, maar daarna ontbreekt ieder spoor. In het kader van een tentoonstelling 400 jaar Poelpolder die wij proberen samen te stellen, zou die steen een geweldig item zijn.
Wie o wie weet of de steen nog ingemetseld is geweest in de Poeleway school en of waar die zich nu bevindt. Als u iets weet kunt u dit melden via info@oudlisse.nl Na de tentoonstelling wordt de gevelsteen natuurlijk gewoon weer teruggegeven.

 

Bestemmingsplan Stationsweg 1-3 en aanvraag monumentenstatus

Het CHG en de VOL hebben een zienswijze ingediend om de bollenschuur van De Wolff uit 1906 te behouden. Het CHG heeft op 11 februari 1919 een aanvraag ingediend om de bollenschuur van de Wolff aan te wijzen als gemeentelijk monument.

Nieuwsblad Jaargang 18 nummer 1 januari 2019

Nieuwsflitsen

Betreft zienswijze op Voorontwerp bestemmingsplan Stationsweg 1-3 te Lisse. Het Cultuur-Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek (CHG) heeft mede namens onze vereniging haar zienswijze ingediend op het voorontwerp van het bestemmingsplan bij “Hoeve De Wolff”. De gemeente Lisse heeft het voornemen het vigerende bestemmingsplan van de locatie Stationsweg 1-3 te wijzigen om een nieuwe woning te realiseren op en nabij de plaats waar nu een bollenschuur staat. Dit impliceert dat deze schuur zal moeten worden afgebroken. Het CHG en VOL gaan niet akkoord met de voorgenomen bestemmingplanwijziging waarin de aan de “Hoeve de Wolff” aangebouwde historische bollenschuur uit 1908 wordt gesloopt om een nieuwe woning te realiseren. De voorgestelde bestemmingsplan wijziging doet geen recht aan de hoge landschappelijke en cultuurhistorische en toeristische waarden van dit gebied dat pal naast het historisch landgoed en bloemententoonstelling Keukenhof ligt. Ook de beeldkwaliteit van de voorgestelde nieuwe woning levert geen bijdrage aan verbetering en verrijking van deze locatie of het landschap. Daarnaast ontbreekt het aan onderzoek of de historische bollenschuur die in 1908 gebouwd is, niet monumentwaardig is. Dit is in 2007 bij het vaststellen van de gemeentelijke monumentenlijst niet goed onderzocht door Dorp, Stad en Land (DSL). Ook niet in 2011 toen men voornemens was om de bollenschuur te slopen. Het CHG heeft de gemeente toen schriftelijk aangeboden om onderzoek te doen naar de cultuurhistorische waarde van de schuur, om te beoordelen of deze waard is om tot gemeentelijk monument aangewezen te worden. De gemeente ging hier niet op in omdat er nog geen concrete plannen waren met de schuur. Daarom stelt het CHG in zijn zienswijze voor om te onderzoeken of de bollenschuur in aanmerking komt voor de status van gemeentelijk monument.

Aanvraag Monumentenstatus

Het CHG heeft op 11 februari 2019 bij de gemeente Lisse de aanvraag ingediend om de karakteristieke bollenschuur “Hoeve De Wolff”, Stationsweg 1-3 te Lisse aan te wijzen als gemeentelijk monument en daarvoor de benodigde onderzoeken te laten verrichten naar de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de schuur, omdat het dan ook door de Erfgoedcommissie beoordeeld kan worden. Er is nooit onderzoek verricht naar: 1. architectuur, ligging, bouwhistorie en karakteristieke kenmerken van de bollenschuur als bollenerfgoed; 2. de cultuurhistorische waarden van de bollenschuur, zowel lokaal als regionaal, representativiteit, ontwikkelingen door de tijd heen, ensemblewaarde, zichtbaarheid en toeristische waarde; 3. de bouwkundige staat van de verschillende gedeelten van het gebouw, de mogelijkheid tot partiële sloop (bijvoorbeeld van de aangebouwde loods), alsmede advisering naar welke periode de schuur het best kan worden gerestaureerd; 4. de mogelijkheden voor passende herbestemming van de bollenschuur. Gelet op de cultuurhistorische waarde van de schuur, de unieke locatie, midden in het open bollenlandschap vlak bij Keukenhof, en de unieke samenhang met de Hoeve De Wolff, die reeds de status van gemeentelijk monument heeft, is onderzoek naar de cultuurhistorische waarde van de bollenschuur gewenst, waarna een verantwoorde afweging kan plaatsvinden over plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. De Werkgroep Bollenerfgoed van het CHG heeft het college aangeboden een dergelijk onderzoek graag te willen verrichten. De gemeente Lisse heeft op 22 februari 2019 gereageerd op de inspraakreactie van het CHG en deelde mee dat de gemeente Lisse voornemens is om nader onderzoek uit te voeren naar de bouwtechnische staat van de desbetreffende bollenschuur. Tevens wil de gemeente de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de schuur nader onderzoeken. De uitkomsten van deze onderzoeken gaat de gemeente verwerken in de beantwoording van de inspraakreactie. Dat betekent dat de beantwoording van de inspraakreacties wat langer op zich zal laten wachten. De beantwoording volgt nadat duidelijk is wat de onderzoeken hebben opgebracht en wat dit betekent voor het bestemmingsplan. Wordt vervolgd!

landgoed boerderij

Boerderij “De Wolff” bij Landgoed Keukenhof

Waarom heet boerderij De Wolff zo?

De bewoningsgeschiedenis van boerderij de Wolff wordt beschreven.

Sporen van vroeger (LisserNieuws)

12 maart 2019

door Nico Groen

Naar aanleiding van de vorige columns in Sporen van Vroeger over boerderij De Wolff vroegen diverse mensen waarom deze boerderij ‘De Wolff’ genoemd wordt. Van 1823 tot 1850 boerde hier Jan Wolff. De boerderij was vanaf 1797 in bezit van zijn vader, Caspar Wolff.

Op de woning staat een gevelsteen met het jaartal 1603 er op. Vast staat in ieder geval dat op deze plek vóór 1612 een nieuwe boerderij is gebouwd. Dit zou dus heel goed 1603 geweest kunnen zijn. Vóór die tijd staat er echter ook al een bedoening. Deze plek wordt voor het eerst in 1528 genoemd. De eigenaren tussen 1528 en 1779 zijn bekend. Daarbij is echter niemand die De Wolff heet.

Caspar (Casparus Hendricus) Wulff of Wolff is in 1774 geboren bij Osnabrück in Duitsland. In 1792 als hij 17 jaar is, woont hij in Amsterdam en wordt ingeschreven als leerknecht bij een chirurgijn (dokter). Hij wordt later zelf een bekende chirurgijn. Hij trouwt in 1797 met Huberta Verdegaal, die op boerderij Welgelegen aan de Heereweg bij de Vuursteeglaan in Lisse geboren is. Haar vader is Jan Verdegaal en haar moeder is Willemijntje Vreeburg.

Caspar en Huberta krijgen in 1797 ‘bij donatie’ van Jan Verdegaal een bouwmanshuis (de latere boerderij de Wolff) en de landerijen er omheen. Dit bouwmanshuis is al in 1779 gekocht door Jan Verdegaal. Caspar Wolff koopt in 1803 meer grond rondom de boerderij. Het echtpaar heeft daar echter zelf nooit gewoond maar is na hun trouwen aan ’t Vierkant gaan wonen. Hij is hier chirurgijn tot 1828. Dan vertrekken zij naar Oegstgeest.

Jan Verdegaal is in 1823 overleden. Huberta erft dan definitief boerderij De Wolff en de landerijen van haar vader. Huberta’s zus Maryte is getrouwd met Jacob Riggel. Zij erft Boerderij Welgelegen op de hoek van de Heereweg en de Vuursteeglaan.

Johannes (Jan) Wolff

Uit het huwelijk van Caspar en Huberta zijn 14 kinderen geboren, waarvan Jan de oudste zoon is. Hij is geboren in 1799. Hij trouwt in 1823 met Petronella van der Geest en na haar overlijden met Adriana Kester. Hij gaat in 1823 boeren op de latere boerderij De Wolff, maar zijn ouders blijven eigenaar van de boerderij met het woonhuis en de landerijen, die zich uitstrekken van de Stationsweg tot de Speckelaan.

Verkoop aan landgoed Keukenhof in 1850

In 1848 overlijdt Huberta. Caspar besluit zijn landerijen in 1850 te verkopen aan mevrouw Steengracht, de echtgenote van Baron van Pallandt van Keukenhof. Het betreft de woning, de boerderij en alle percelen (28 ha) tussen de Speckelaan en de Stationsweg. Caspar zelf overlijdt in 1856. Zijn zoon Jan Wolff heeft sinds 1823 al die tijd op de boerderij gewoond en gewerkt. Als de boerderij verkocht wordt in 1850, stopt hij met boeren en gaat wonen op ’t Vierkant. Hij overleed in 1867.

De familie Wolff heeft dus van 1797 tot 1850 de boerderij met woonhuis in bezit gehad en het is niet vreemd dat de boerderij naar hen vernoemd is. In de loop der jaren is het echter boerderij ‘De Wolff’ geworden en niet boerderij ‘Wolff’ of ’Van Wolff’. Vóór de tijd van Wolff werd de boerderij ‘Het bouwmanshuis van Berkhout’ genoemd. Daar was toen het bos van Landgoed Berkhout.

De kopgevel van de woning is door het groen bijna niet te zien. Foto: Cultuurhistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek

Sloop van de bollenschuur van De Wolff? EEN ZIENSWIJZE IS INGEDIEND.

De eigenaar van de bollenschuur van boerderij de Wolff  is van plan de bollenschuur te slopen en een nieuwe woning te bouwen los van het bestaande huis.

Het CHG Duin- en Bollenstreek heeft, samen met de VOL en Landgoed Keukenhof een zienswijze ingediend om de bollenschuur te behouden voor de toekomst.

klik op onderstaande link om de hele zienswijze te bekijken.

Zienswijze CHG c.s. Stationsweg 1-3 Hoeve De Wolff Lisse

 

Boerderij De Wolff, vanuit het zuiden gezien. Foto CHG Duin- en Bollenstreek

Keukenhof 11 – Schaapskooi

De schaapskooi met riet gedekt op het kruispunt van Loosterweg- Noord en de Stationsweg. Deze kooi uit de 19e eeuw is in 1992 herbouwd.

Kadasternummer: C-3306.

Monumentnummer: 511417.

Aan de overzijde van de Stationsweg staat een op cirkelvormige grondslag opgetrokken schaapskooi van boomstammetjes onder een rieten dak, oorspronkelijk vermoedelijk daterend uit het begin van de 20ste-eeuw doch in ca.1992 geheel vernieuwd. Voorbeeld van een in rustieke trant uitgevoerde schaapskooi passend in een landschappelijke aanleg. De schaapskkoi is van belang vanwege het materiaalgebruik en als voorbeeld van landelijke rustieke bouwkunst.

Achterweg-Zuid 35,37,39 – Boerderij Wassergeest met bollenschuur

Boerderij “Wassergeest” met aangebouwde woonhuizen in de archaïsche stijl gebouwd op de fundamenten van de gesloopte buitenplaats “Wassergeest”.

Kadaster: B-2820, Monumentnummer: 516112. Bouwjaar: 1852

Omstreeks 1660 moet er bewoning ter plaatse zijn begonnen. De buitenplaats werd gesticht door Adriaan van der Laen (1598 -1680). Oorspronkelijk was het ongeveer 32 morgen (ongeveer 25,6 hectare) groot. Het groeide uit tot een prachtig buiten. Het buitenhuis werd omgeven door een zeer fraaie tuin. Er is een reeks van eigenaren bekend die het als buiten gebruikten, maar die hier ook wel gewoond hebben. In 1804 kwam het in bezit van D.P.J. van der Staal van Piershil. (de Staalbrug herinnert nog aan deze eigenaar). Het landgoed werd hierna aanzienlijk uitgebreid. Het landgoed Wassergeest strekte zich uit van de Heereweg in het oosten tot de Leidsevaart in het westen.

In 1852 werd Wassergeest verkocht aan Johan Frederik Steengracht . Via de familie Steengracht kwam het buiten aan de eigenaren van Keukenhof, de Van Lyndens. Eind 19e eeuw waren het herenhuis en de andere gebouwen gedeeltelijk gesloopt en het geheel was omgevormd tot boerderij. In de tweede helft van de 19de eeuw deed ook de bloembollencultuur haar intrede op Wassergeest. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn aanzienlijke delen van het landgoed verkocht.

Niet onvermeld mag de volgende anekdote blijven:
Het is november 1813. Napoleon is verslagen. Den Haag voelde zich bevrijd. Enkele voorname heren togen naar Amsterdam om samen een regering te vormen. De heren in Amsterdam durfden hun nek nog niet uit te steken. De koets met de Haagse delegatie keert huiswaarts en komt op de terugweg door Lisse. Zij verblijven op Wassergeest als gast van de eigenaar van der Staal. Ook de heer van der Staal zet zijn handtekening onder de proclamatie, die was opgesteld door G.K. Hogendorp.
Het is een mooi verhaal, maar historisch waarschijnlijk onjuist. Het meest aannemelijk is dat het landgoed Elsbroek in Hillegom de eer van de proclamatie van 1813 te beurt viel.

In woorddeel “geest” vindt u niet alleen in de naam Wassergeest terug. Geest, en in het Fries gaast, betekent zand. We vinden het ook terug in aardrijkskundige namen als Oegstgeest en Gaasterland. En in het woord geestgronden natuurlijk.

Tewkening van Rademaker

Achterweg 35 37 39 achter

Achterweg 35 37 39 achter

EREPENNING VOL 2017 VOOR ‘BOERDERIJ ZWANENDRIFT’

De eigenaar van ‘Boerderij Zwanendrift’ kreeg de erepenning 2017 voor zorgvuldige renovatie. De geschiedenis vanaf de 15e eeuw wordt beschreven.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

7 maart 2017

door Nico Groen
           
De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is vanaf de oprichting in 1991 altijd zeer betrokken geweest bij het behoud en het verfraaien van markante panden. Daarom is al vrij snel de jaarlijkse erepenning van de Vereniging Oud Lisse ingesteld. Dit als blijk van waardering voor bewoners die zich op een bijzondere manier hebben ingespannen om hun pand op een goede en verantwoorde manier te behouden.
Op de jaarvergadering van de VOL op 21 februari maakten Chris Balkenende en Hans Verschoor bekend, dat deze erepenning in 2017 naar de bewoners van boerderij Zwanendrift, Laan van Rijckevorsel 16, gaat. De op een groot scherm afgebeelde foto’s van de boerderij plus aangebouwde woning van vroeger en nu vielen bij de bijna 70 belangstellenden zeer goed in de smaak.
 
Boerderij Zwanendrift heeft een lange geschiedenis.
Carla Kieft-Schrama reikte namens de Vereniging Oud Lisse de erepenning uit aan Dick en Monica Zeldenthuis. Carla is een dochter van de vroegere eigenaar van Zwanendrift. Zij beschreef de geschiedenis van de bewoners en de boerderij.
De veeboerderij met het zomerhuis heeft al een zeer oude historie. Het met Oegstgeester pannen gedekte voorhuis dateert van 1862. Er is ook een oude kaaskelder uit die tijd onder het voorhuis.
De voorzitter van het Huis Dever in Lisse, Ignus Maes heeft een historisch onderzoek gedaan  naar deze vanouds adellijke boerderij en daar een heel boekje over geschreven.
Volgens het onderzoek van Ignus Maes zijn delen van de stal al van omstreeks 1550. Op oude kaarten van rond 1600 staat op deze plaats al een groot huis/boerderij.
Ook bleek uit kadaster gegevens van 1812, dat de eigenaar van het oude middeleeuwse Huis Dever in Lisse, Baron Heereman van Zuydtwijck, ook eigenaar was van deze boerderij. Het recht op zwanendrift (op het vangen van zwanen) was oorspronkelijk een adellijk recht, dat door de graaf meestal in leen werd gegeven aan een ambachtsheer of stad. Dit verklaart waarom deze boerderij het recht op zwanendrift had en waarom deze boerderij zo heette.

Bewoning
In 1853 wordt boerderij Zwanendrift gekocht door Petrus Verdegaal, die in 1809 geboren was. Hij was boer op boerderij Poeleway, net binnen de Lisser Poelpolder, waar nu ongeveer de Pauluskerk staat. Zijn zoon Willem werd boer op Zwanendrift. Hij is er lang blijven boeren. Na zijn dood in 1901 zetten zijn kinderen het bedrijf voort. In 1937 gaat de boerderij over naar neef Wilhelmus Johannes Schrama, die hoofdzakelijk werd opgevoed bij de familie Verdegaal.
 
De restauratie is geslaagd
Ook nadat Zwanendrift, na de bebouwing van de Poelpolder vanaf de jaren zestig, langzamerhand de functie van boerderij verloor, bleef mevrouw Schrama op de boerderij wonen. Na haar overlijden in 2011 werd de boerderij verkocht. De nieuwe eigenaren begonnen een uitgebreide renovatie, waarbij de buitenkant van het aangebouwde woonhuis in de oorspronkelijke staat bleef. Architect D. van Egmond is er goed in geslaagd veel historische elementen te bewaren. De achterliggende boerderij  was zo slecht dat deze gedeeltelijk moest worden afgebroken, maar is op de oorspronkelijke plaats in dezelfde vorm herbouwd. Het geheel, inclusief zomerhuis en aangepaste hooiberg, ziet er nu zo goed uit, dat het mogelijk wel een rijksmonument zou kunnen worden. Dick Zeldenthuis gaat met behulp van de Vereniging Oud Lisse zich hiervoor in ieder geval inzetten. Boerderij Zwanendrift is nu een gemeentelijk monument.

De gerestaureerde voorgevel van het voorhuis Foto: Nico Groen

3e Poellaan 62 – Boerderij ‘Ouderzorg’

Boerenwoonhuis met aangebouwde stal en wagenschuur.

Kadaster: E-3561. Bouwjaar: 1925. 

Het woonhuis heeft een symmetrische voorgevel en een bouwmassa van één bouwlaag met borstwering. Mansarde schilddak met de nok haaks op de weg. De stal is veel lager en heeft een bouwlaag onder een zadeldak. De gevel van het woonhuis bestaat uit rood-grauwe baksteen in halfsteensverband op een trasraam. Op de penanten ter weerszijden van de ramen op de verdieping zijn drie gepleisterde vlakken aangebracht. In die vlakken is de tekst aangebracht: OUDER 1925 ZORG.

Boerderij Ouderzorg  met 2 fraaie hekpeilers

DSL beschrijving Klik: Poellaan__Derde_62

Achterweg-Zuid 56 – Complex ‘Grotenhof’

De bewoningsgeschiedenis wordt besproken.

Kadaster: B-2460, B-3199. Bouwjaar: 19e eeuw, herbouw 1971, nieuwbouw 2012?

Aanvankelijk bevond zich hier in de zestiende eeuw een boerenhofstede, in bezit van de fam. Van der Laen, die ook Ter Specke bezat. Waarschijnlijk bevatte de boerderij een iets fraaiere kamer, waar de eigenaar ‘s zomers kon vertoeven. Later groeide deze uit tot herenboerderij.
Dat is reeds het geval in 1640. In dat jaar gaat Grotenhof over in handen van de familie Six uit Amsterdam. Deze breidde het grondbezit dat bij de buitenplaats hoorde aanzienlijk uit. In 1765 erft Cornelis Jacob van der Lijn Grotenhof en laat het verbouwen en uitbreiden. Hij geraakt echter in financiële problemen, waardoor het landgoed uiteenvalt.
In 1793 wordt het huis tenslotte gesloopt, m.u.v. de tuinmanswoning. Van 1802 tot 1858 is Grotenhof in bezit van bloembollenkweker en –transporteur R.C. Affourtit (1775-1858). Hij introduceert de bloembollenkwekerij op Grotenhof.
Na zijn dood wordt Grotenhof verkocht aan Cecilia Maria Steengracht, die tevens eigenares was van Keukenhof en het nabijgelegen landgoed Wassergeest. In 1900 gaan landgoed Wassergeest en Grotenhof weer ieder hun eigen weg.
In 1971 komt het in handen van de heer Elout. Hij laat het negentiende-eeuwse gebouw slopen om er een nieuwe woning op te trekken. Deze lijkt echter als twee druppels water op het oude gebouw.
In 2007 verkoopt hij Grotenhof aan de heer J. Zwaan. Deze laat het huis slopen m.u.v. de bollenschuur. Het ligt in de bedoeling om een nieuw pand op te trekken dat wat meer de uitstraling zal hebben van een buitenplaats. De directe omgeving zal worden ingericht als park, zodat we kunnen stellen dat Grotenhof weer een buitenplaats zal worden in de nabije toekomst.
Complexonderdelen staan op de gemeentelijke monumentenlijst. De bollenschuur, daterend van rond 1900, valt hier onder. Achter de bollenschuur bevindt zich een gemetselde tuinmuur met steunberen.
Bijzonder is de gemetselde stenen hekpijler, die een restant is van het 18de eeuwse toegangshek. In het metselwerk enkele natuurstenen blokken. De paal is afgedekt met een zandstenen geprofileerde plaat.

Helaas is in 2010 de bollenschuur die op de gemeentelijke monumentenlijst stond illegaal gesloopt. De fraaie gemetselde hekpijler, restant van de 18e eeuwse toegangshek maar inmiddels fiks beschadigd, ligt er anno 2012 nog steeds voor oud vuil bij, maar is ondertussen herbouwd. De woning is herbouwd en veel groter geworden als het vorige huis.

De oude bollenschuur is vervangen door een hogere schuur.

Het het was in vervallen staat. Nu is het hersteld, maar groter als eerst

Tekening van Grotenhof, gemaakt door Rademaker

Voor DSL beschrijving klik hier:Achterweg_-_Zuid_56

Heereweg 460-460A – Voormalige boerderij ‘Bergman’

Voor is het woongedeelte. De bollenschuur is aan de woning vastgebouwd.

Kadaster: B-2892, B-2891 en B-3233. Bouwjaar: woonhuis 1877, bollenschuur 1908. Vrijstaande schuur ca. 1900.

Bij deze boerderij is de overgang van veehouderij naar bollenteelt nog af te lezen. De voorgevel van de boerderij heeft mooie, rijk geornamenteerde windveren die met een makelaar worden afgesloten. Boven in de voorgevel zit een zgn. engelenraam. Een engelenraam (of engelenvenster) is een driedelig venster waarbij het middelste raam hoger is dan de andere ramen en een gebogen bovenregel heeft. In de rechter zijgevel van het woonhuis en ook in die van de bollenschuur zit een hardstenen jaarsteen, respectievelijk 1877 en 1908. Rechts van het hoofdgebouw staat een bakstenen schuur in eenzelfde stijl als de boerderij. Dit gedeelte heeft als wagenschuur dienst gedaan. In dit bedrijf is professor E. van Slogteren, ‘de plantendokter ‘, directeur van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek, ooit zijn laboratorium begonnen. De start was op een zolder, waar nu nog een stelling is. Op 11 april 1917 begon hij zijn onderzoek in een kamertje in de Rijkstuinbouwwinterschool (later de tuinbouwschool). In die periode moet hij dus een soort tijdelijk laboratorium gehad hebben op Heereweg 460. In 1920 begon men met de bouw van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek.

Heereweg 460 – Boerderij met bollenschuur

Heereweg 460 – Zijschuur

Heereweg 460 – bollenschuur

Voor DSL beschrijving klik hier: Heereweg_460-460a