Berichten

Buitenplaats Berkhout gesloopt in 1775

In het Lente Nieuwesblad van 2018 wordt uitgebreid ingegaan op het gebouw zelf en de bewoningsgeschiedenis. Het is heel interessant om dit artikel te lezen. Hieronder volgt een korte samenvatting.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

25 september 2018

door Nico Groen 

Het Nieuwsblad van de VOL is een kwartaalblad in full colour in A4 formaat van meestal 32 pagina’s. Dit blad is gratis voor leden van de VOL, maar ook op dinsdagmorgen te koop bij de inloop in de Vergulde Zwaan. In het Lentenummer 2018 staat een boeiend artikel over buitenplaats Berkhout, geschreven door Dirk Floorijp. In het artikel wordt uitgebreid ingegaan op het gebouw zelf en de bewoningsgeschiedenis. Het is heel interessant om dit artikel te lezen. Hieronder volgt een korte samenvatting.

Ligging bij het verzorgingshuis

De buitenplaats Berkhout is gerealiseerd door Hendrik Valkenaer in 1645. Hij was onder andere van 1633 tot 1662 ambachtsheer van Lisse. Hendrik was getrouwd met Florentina van Mathenesse. Zij was familie van de eigenaren van donjon Dever.

Buitenplaats Berkhout lag in  de Oude Mosveense buurt. Het huis had nummer 60. Alle huizen in Lisse hadden in die tijd een volgnummer.  Het lag ten westen van de Heereweg en ten zuiden van de Veenderweg. Deze laatste weg heette na 1905 Stationsweg en nu is dit gedeelte de Berkhoutlaan. Het buiten lag ten noorden van het Berkhouter Duintje, dat in de 17e eeuw werd afgegraven. De huidige locatie is om en nabij woonzorgcentrum Berkhout.  Oostelijk van buitenplaats Berkhout, richting Heereweg lag de moestuin. Aan de westkant tot aan boerderij De Wolff lag het bos van Berkhout. Buitenplaats Berkhout stond daar van 1645 tot 1775. Dus het werd na 130 jaar gesloopt.

Buitenplaats Berkhout heeft een belangrijke geschiedenis en het verzorgingshuis en de weg verwijzen naar deze mooie buitenplaats en houden zo deze naam in ere.

Verkoop van Berkhout in 1722

Op 17 mei 1722 wordt het buiten met alles er op en er aan verkocht aan luitenant-generaal J.A. von Barner. In het artikel in het Lentenummer wordt uitgebreid ingegaan op de levenswandel van deze generaal.

Bij de verkoop wordt de buitenplaats als volgt omschreven.  “Een schoone vermakelijke hofstede genaamt Berkhout, met desselfs huijsinge, boomgaarden, tuijnen, bloem en moesperken, binnen en buijtenlanen, bepotingen, beplantingen en al het gene daarin aard en nagelvast is. Begroot op twee morgen en vierhonderd veertien roeden, belend ten noordwesten de landerijen van mr. Isbrand de Bije oud burgemeester der stad Leijden en mr. Pieter Six, oud schepen der stad Amsterdam en ten noordoosten de Veenderlaan.” Daarbij hoorde ook nog “550 roeden land, recht voor de hofstede gelegen, voorts nog twee morgen land genaamd den hooge Kroft, ende akerenbos met den halven weg.”

In 1732 beschrijft Abraham Rademaker in ‘Rhynlands fraaiste gezichten’ Berkhout ook.

“Een zeer deftige huizing, waarop een torentje staat met klok en uurwijzer. ’t Heeft ook een ruim koetshuis en stalling voor 16 paarden, orangehuis, speelhuizen, grote en kleine hoenderhokken en ook duivenhokken, alsmede een bekwame plaats voor eenden. Alles modern getimmerd, diverse vakken met broeibakken, glazen trekkas, grotten, vijvers, starrebos met lanen daarom henen, daarin een viskom met een terras. Voor de ingang staat een fraai ijzer hek.”

Jammer, dat dit fraaie geheel in 1775 is afgebroken!

 

Gravure Berkhout door Abraham Rademaker 1732 in Rhynlands fraaiste gezichten

 

OUD NIEUWS: WAARDE PAPIEREN DROGEN OP TER SPECKE

In tijd van oorlog een plunderingen werden munten en waardepapieren voor de veiligheid begraven. Zo was een koffer met waardepapieren begraven van de erfgenamen van Gerard van der Laen in 1567. Na opgraving van de koffer bleken de paieren voor een deel erg nat e zijn. Zij werden op Landgoed Ter Specke gedroogd.

Door Dirk Flo0rijp

Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 3 Zomer 2018

Zo nu en dan verschijnt het in het nieuws, iemand met een metaaldetector vindt een schat aan gouden en zilveren munten. Misschien dat je bij het lezen van zo’n bericht je afvraagt hoe het komt dat die munten daar zijn begraven. Waarom begraaft iemand zijn bezit?

Vroeger werd alles contant, met voornamelijk muntgeld en waardepapieren zoals obligaties, betaald. Kocht je bijvoorbeeld een huis van 500 gulden dan werd 250 gulden contant betaald en 250 gulden met een custingbrief (schuldbrief). Dit zorgde ervoor dat er regelmatig met veel geld en waardepapieren heen en weer werd gesleept. Daarnaast waren het in 1567 roerige tijden tussen Den Haag, Leiden en Haarlem. Moorden, plunderingen en brandstichting door rondtrekkende soldaten waren aan de orde van de dag. Menige hofstede rond Lisse moest het ontgelden en lag in de as. Maar hoe stel je dan, in dit soort tijden, je bezit veilig? Je kocht onroerend goed en het geld wat je contant had werd, zodra er onraad in de buurt was, begraven. Overleefde je de plunderingen niet dan wist verder niemand iets af van je begraven bezit. Zo komt het soms voor dat zo’n schat wordt gevonden. In de transportacten van het rechtelijk archief kwam ik een mooi verhaal tegen: “een iegelijk alhier in Den Hage deed zijn goed herwaerts en derwaerts versondt daer zij meende best bewaert te zijn”.

De welgestelde familie Van der Laen van Ter Specke die het landgoed Ter Specke in 1535 aangekocht had was bang voor een aanval op Den Haag. De voorname familie die al honderd jaar deel uitmaakte van het stadsbestuur van Haarlem, zat met de erfenis van wijlen mr. Gerard van der Laen. Zo vraagt de zoon Nicolaes van der Laen namens zijn broers en zusters aan curator mr. Anthonius Hoffplach, advocaat bij de hove van Holland in Den Haag het volgende;
“omme der waarheid en getuijgenisse te geven, dat deposant voorstaat dat ingeval de vrees van een invasie van de knechten van de heeren van Bredenvoorde en rapallie die tot Vianen lagen en subiet naar Amsterdam getogen waren en gezonden”

De erfgenamen van Gerard van der Laen hadden in Den Haag waardepapieren bij curator mr. Hoffplach in beheer gegeven; “Een coffer met platte kanten”. De curator werd verzocht om deze zo spoedig mogelijk naar Voorhout te brengen en daar te begraven in een boomgaard. Zodra de kust veilig was en de Bredevoortse knechten omtrent Medemblik uit Holland waren vertrokken, kon de koffer weer worden opgegraven. Er staat te lezen:
“en dat zij aldoende in Voorhout gekomen waren dat zij deselfde coffer voor hem naar t huijs gebracht op ter Specke”.
“De coffer werd open gemaakt ende de bevondende diezelfde brieven waren door nattigheid bedorven en aangetast”. Er is grote moeite gedaan om de coffer met brieven en waardepapieren te drogen. De helft van de koffer had in de grond van de boomgaard in het water gelegen. De onderste helft in de koffer was nat geworden. In de acte is niet terug te vinden of er veel van de nat geworden waardepapieren verloren zijn gegaan en of de waarde van de koffer het zelfde is gebleven als voor het begraven. Dat familie Van der Laen bezit had in Voorhout is tot op heden niet bekend en ook over de locatie van de boomgaard wordt met geen woord gerept. ■

Plattegrond van het huis Ter Specke

 

EEN GENERAAL OP BERKHOUT

De bewoningsgeschiedenis van Huize Berkhout wordt beschreven.Het huis lag waar waar nu woonzorgcetrum Berkhout is gevestigd. De generaal was J.A. von Barner. Hij koopt Berkhout in 1722.

door Dirk Floorijp

Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 2 Lente 2018

Voor schout Jacob van Dorp en de schepenen Cornelis Adriaansz van der Saal en Arent Meese van Velsbrugge verkoopt op 17 mei 1722 Pieter Colaard, koopman in Haarlem, aan luitenant generaal Joan Albregt von Barner, Generaal van de Holsteinse troepen in dienst van koning Willem III, een schoone vermakelijke hofstede genaamt Berkhout, met desselfs huijsinge, boomgaarden, tuijnen, bloem en moesperken, binnen en buijtenlanen, bepotingen, beplantingen en al het gene daarin aard en nagelvast is. Begroot op twee morgen en vierhonderd veertien roeden, belend ten noordwesten de landerijen van mr. Isbrand de Bije oud burgemeester der stad Leijden en mr. Pieter Six, oud schepen der stad Amsterdam en ten noordoosten de Veenderlaan. De koop wordt gesloten voor een bedrag van 5000 gulden waarvan de helft gelijk wordt betaald en de wederhelft binnen twee maanden met een wisselbrief. Dit alles zonder bedrog voor schout en schepenen gepasseerd. Hier hoorde nog bij 550 roeden lands recht voor de hofstede gelegen, voorts nog twee morgen land genaamd den hooge Kroft, ende akerenbos met den halven weg.

De Generaal was zo verknocht aan zijn buitenplaats, dat hij op verzoek en met goedkeuring van de Staten van Holland op zijn buitenplaats op Berkhout begraven mocht worden ipv in de kerk waar hij wel grafrechten aan moest betalen. Nog geen jaar voor zijn overlijden kocht hij in december 1724 nog 3 morgen en 130 roeden land van mr. Pieter Six op de oude venen aan de Veenderlaan voor 2600 gulden. Ook koopt hij op 30 januri 1725 nog een huis met 44 roeden land in de oostgeest in de oude mosvenen voor 365 gulden, misschien voor zijn personeel? Hij heeft maar drie jaar van Berkhout mogen genieten. Zijn zoon Siegfried was nog minderjarig, voor hem werden voogden aangesteld, de halfbroers van zijn moeder Dorothea von Plessen. Het totale bedrag van de aankoop van Berkhout werd pas afgelost op 24 maart 1730 bij secretaris Jacob van Dorp, twee jaar nadat Cristiaan Jonk, koopman te Amsterdam de buitenplaats had gekocht. En nog steeds rust zijn gebeente in de buurt van het verzorgingshuis Berkhout.

Bouwer, eigenaars en bewoners

Ligging Volgens de Verponding van 1735 lag buitenplaats Berkhout in de Oude Mosveense buurt, als nr. 60. Ten westen van de Heereweg, ten zuiden van de Veenderweg, ten noorden van het afgegraven Berkhouter Duintje. De huidige locatie is om en nabij woonzorgcentrum Berkhout, Berkhoutlaan 15. Oostelijk van Berkhout lag de moestuin, westelijk het bos van Berkhout, vóór hofstede De Wolff.

Hendrik Valkenaer (Poortugal 1600/1669) ambachtsheer van Duyckenburg en Portengen, schout van de stad Utrecht (van 1633 tot 1662 ambachtsheer van Lisse) getrouwd met Florentina van Mathenesse (Putten 1604/1670), vrouwe van Giessen, dochter van Karel van Mathenesse (Schiedam 1570/1625) en Johanna Piek (Giessen 1568/1625). Bewoner: Adriaen van Gorcum (Lisse 1690), schout en secretaris van Lisse, in 1630 getrouwd met Cornelia Cornelis de Jonge, later met Sijberig van der Horst (Lisse, 1707). Eigenaar: 1669: Carel Valckenaer (1638-1686), heer van Valckenaer en Duyckenburg, ambachtsheer van Valckenaer, Lisse en Giessen, watergraaf van Bies veld, maarschalk van Montfoort en van het Nederkwartier van Utrecht, zoon van Hendrick Valckenaer en Florentina van Mathenesse; Carel Valckenaer reisde in 1660/1661 op het schip “Middelburg“ met een gezelschap hoogwaardigheidsbekleders naar het Koninklijk Hof in Spanje; hij is, evenals zijn vader, ambachtsheer van Lisse (1670-1686), zijn zuster, Florentina Valckenaer volgt hem in 1686 op als ambachtsvrouwe. Bewoner: Hannard van Gorcum (Lisse, 1632-Lisse, 1681); notaris, schout en secretaris van Lisse, zoon van Adriaen van Gorcum en Cornelia Cornelis de Jonge.

Gravure Berkhout door Abraham Rademaker 1732 RHYNLANDS FRAAISTE GEZICHTEN “Een zeer deftige huizing, waarop een torentje staat met klok en uurwijzer. ’t Heeft ook een ruim koetshuis en stalling voor 16 paarden, orangehuis, speelhuizen, grote en kleine hoenderhokken en ook duivenhokken, alsmede een bekwame plaats voor eenden. Alles modern getimmerd, diverse vakken met broeibakken, glazen trekkas, grotten, vijvers, starrebos met lanen daarom henen, daarin een viskom met een terras. Voor de ingang staat een fraai ijzer hek“.

1679 eigenaar/bewoner: Hannard van Gorcum (Lisse, 1632-1681); notaris, schout en secretaris van Lisse, zoon van Adriaen van Gorcum en Cornelia Cornelis de Jonge. Hannard van Gorcum kocht Berkhout van Carel Valckenaer voor “vier duijsent sevenhondert gulden“. Eigenaar/bewoner: 1682 Adriaen van Gorcum (Lisse, 1690), schout en secretaris van Lisse, in 1630 getrouwd met Cornelia Cornelis de Jonge, later met Sijberig van der Horst (Lisse, 1707). Eigenaar: 1698 Pieter Colaert, koopman te Haarlem 1705 herinrichting van de tuin van buitenplaats Berkhout; werklieden: Gerrit Jansz Brero (Lisse, 1666), zoon van Jan Gerritsz Brero en Ariaentje Floris, Cornelis Pietersz Cole (Lisse, 1672), zoon van Pieter Cornelisse Cole en Jaepje van der Codde Jan Jansz Sonneveld, eerst getrouwd met Maria Cornelisdr van Larum (Lisse, 1737), daarna met Aaltje Dirksdr den Dubbelden. Eigenaar/bewoner: 1722 Johan Albrecht von Barner (Lisse, 1725), begraven op zijn buitenplaats, luitenant-generaal van de Holsteinse troepen , in dienst van stadhouder– koning Willem III; Johan Albrecht von Barner is getrouwd met Dorothea Elisabeth von Plessen, dochter van Christian Siegfried von Plessen en Clara Eleonore von Bülow Wedendorf

Berkhout heeft een lange geschiedenis en het verzorgingshuis verwijst naar deze mooie buitenplaats en houdt deze naam in ere. Berkhout stond daar van 1645 tot 1775. Cornelis Pronk tekende het in 1715 zo

1725 Christian Ludwig von Plessen (Schwerin, 1676 -Kopenhagen, 1752) en Carl Adolph von Plessen (1678-1758), geheimraden van de koning van Denemarken en Noorwegen. Beide halfbroers van Dorothea von Plessen krijgen de voogdij over Christiaan Siegfried von Barner, minderjarige zoon van Johan Albrecht von Barner en Dorothea Elisabeth von Plessen. Daghuurders: getuigen inzake een afgedamde en dichtgegooide sloot: Pieter Pietersz Berendregt (1657), getrouwd met Hillegont Korsse, Gerrit Jansz Brero (Lisse, 1666), zoon van Jan Brero en Ariaentje Floris; woont nr. 96/181,Cornelis de Zwart (Lisse, 1669-Lisse, 1732), getrouwd met Baafje van Tol (Lisse, 1734), Willem Willemse van der Meer (1671), getrouwd met Grietje Langevelt (Wassenaar, 1669), Cornelis Persijn (1691), getrouwd met Marijtje van Steijn, Jan Jansz Sonneveld, eerst getrouwd met Maria Cornelisdr van Larum (Lisse, 1737), daarna met Aaltje Dirksdr. den Dubbelden. Eigenaar/bewoner: 1728: Christiaan Jonk,koopman te Amsterdam. Eigenaar/bewoner: 1735 Justus Westerveen (A’dam, 1670), woont aan de Keizersgracht 276, Amsterdam, zoon van Jacobus Westerveen en Elisabeth Nielis, getrouwd met Gloudina Fremeaux. Eigenaar/bewoner: Pieter Jan Fremeaux (A’dam, 1738), zoon van Isaac Fremeaux (Izmir (TR), 1710 A’dam, 1771) en Geertruida Johanna La Clé (1716), getrouwd met Catharina Jacoba Westerveen (A’dam,1712 ), dochter van Justus Westerveen en Gloudina Fremeaux. Eigenaar/bewoner: 1765 Jan Isaac Fremeaux, koopman, woont aan de Keizersgracht 284, A’dam, getrouwd met Johanna Catharina van Velzen. Berkhout wordt in 1775 gesloopt, de gronden worden in percelen publiek geveild. ■

Bronnen

Hulkenberg: ’t Roemwaard Lisse, blz. 20–21

ARA, Rechterlijk Archief Lisse nr. 104 Gemeentearchief Lisse nr. 221

Haardsteegeld Lisse, 1666 Gemeentearchief Lisse, nr. 502 en 365

Rechterlijk Archief Lisse nr. 63, fol. 19. 68

Met dank aan Alfons Verstraeten.

De grenspaal van Sypesteyn aan de Essenlaan

De grenspaal van Sypesteyn aan de Essenlaan is opgenomen op de website van Kasteel Sypesteyn in Nieuw Loosdecht.

Nieuwsflitsen

Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 3 Zomer 2018

De grenspaal van Sypesteyn aan de Essenlaan is opgenomen in de beeldbank en website van Kasteel Sypesteyn in Nieuw Loosdrecht. Na een bezoek in mei 2018 aan Kasteel Sypesteyn in Nieuw Loosdrecht werd de conservator van het kasteel drs. Rik van Wegen enthousiast, toen we hem vertelden dat er in Lisse een oude grenspaal uit 1768 van Sypesteyn stond (spreek dit uit als Siepesteyn adviseerde hij ons). Zie op de volgende pagina de foto van de grenspaal uit het boek ‘Grenspalen te Lisse’ van Bert Kölker dat Rik van Wegen werd toegestuurd.

Grenspaal met Sypensteyn en Van der Lyn.

 

Achterweg-Zuid 35,37,39 – Boerderij Wassergeest met bollenschuur

Boerderij “Wassergeest” met aangebouwde woonhuizen in de archaïsche stijl gebouwd op de fundamenten van de gesloopte buitenplaats “Wassergeest”.

Kadaster: B-2820, Monumentnummer: 516112. Bouwjaar: 1852

Omstreeks 1660 moet er bewoning ter plaatse zijn begonnen. De buitenplaats werd gesticht door Adriaan van der Laen (1598 -1680). Oorspronkelijk was het ongeveer 32 morgen (ongeveer 25,6 hectare) groot. Het groeide uit tot een prachtig buiten. Het buitenhuis werd omgeven door een zeer fraaie tuin. Er is een reeks van eigenaren bekend die het als buiten gebruikten, maar die hier ook wel gewoond hebben. In 1804 kwam het in bezit van D.P.J. van der Staal van Piershil. (de Staalbrug herinnert nog aan deze eigenaar). Het landgoed werd hierna aanzienlijk uitgebreid. Het landgoed Wassergeest strekte zich uit van de Heereweg in het oosten tot de Leidsevaart in het westen.

In 1852 werd Wassergeest verkocht aan Johan Frederik Steengracht . Via de familie Steengracht kwam het buiten aan de eigenaren van Keukenhof, de Van Lyndens. Eind 19e eeuw waren het herenhuis en de andere gebouwen gedeeltelijk gesloopt en het geheel was omgevormd tot boerderij. In de tweede helft van de 19de eeuw deed ook de bloembollencultuur haar intrede op Wassergeest. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn aanzienlijke delen van het landgoed verkocht.

Niet onvermeld mag de volgende anekdote blijven:
Het is november 1813. Napoleon is verslagen. Den Haag voelde zich bevrijd. Enkele voorname heren togen naar Amsterdam om samen een regering te vormen. De heren in Amsterdam durfden hun nek nog niet uit te steken. De koets met de Haagse delegatie keert huiswaarts en komt op de terugweg door Lisse. Zij verblijven op Wassergeest als gast van de eigenaar van der Staal. Ook de heer van der Staal zet zijn handtekening onder de proclamatie, die was opgesteld door G.K. Hogendorp.
Het is een mooi verhaal, maar historisch waarschijnlijk onjuist. Het meest aannemelijk is dat het landgoed Elsbroek in Hillegom de eer van de proclamatie van 1813 te beurt viel.

In woorddeel “geest” vindt u niet alleen in de naam Wassergeest terug. Geest, en in het Fries gaast, betekent zand. We vinden het ook terug in aardrijkskundige namen als Oegstgeest en Gaasterland. En in het woord geestgronden natuurlijk.

Tewkening van Rademaker

Achterweg 35 37 39 achter

Achterweg 35 37 39 achter

Achterweg-Zuid 52 - Koetshuis Huys Ter Specke

Achterweg-Zuid 52 – Koetshuis van ’t Huys Ter Specke

Het koetshuis is bewaard gebleven na afbraak van het huis rond 1740.

Kadaster: A-1239. Bouwjaar: rond 1600.

Op deze plaats stond ooit het 15e eeuwse ‘Leengoed Ter Specke’. De naam Specke wordt voor het eerst genoemd in een akte uit 1329, waarin Dirck van der Specke door de Hollandse graaf met een stuk grond wordt beleend. In 1416 is sprake van een ‘woningh’.
Rond 1600 werd er een nieuw huis gebouwd, dat rond 1730 werd verbouwd en uitgebreid met twee bouwhuizen. Op een anonieme tekening van circa 1730 is de voorzijde weergegeven. Te zien is een herenhuis dat op het eerste gezicht een achttiende-eeuwse indruk maakt, maar de kruisvensters met daarboven ontlastingsbogen zijn terug te voeren op het gebouw van rond 1600. Het huis zou, gezien de onderkeldering van het zuidelijke gedeelte, een boerderij met herenkamer kunnen zijn geweest. Op de tekening staat direct ten zuiden van het huis een boerderij.
Kort na 1740 is het complex afgebroken

Wat van het oude complex nog rest is het koetshuis. Het is nu een woonhuis.

Tekening uit de Rijnlandse gezichten

Achterweg-Zuid 52 - Koetshuis Huys Ter Specke

Het koetshuis van ‘Huys Ter Specke’ is al heel oud

Voor DSL beschrijving klik hier: Achterweg_-_Zuid_52

 

Achterweg-Zuid 50 – Woonhuis ‘Ter Specke’

Op deze plaats stond ooit het 15e eeuwse ‘Leengoed Ter Specke. Bij nieuwbouw in 1954 werden de oude stenen gebruikt.

Kadaster: A-1265. Bouwjaar: 1954. Architect: Leen Tol Jr.

De naam Specke wordt voor het eerst genoemd in een akte uit 1329, waarin Dirck van der Specke door de Hollandse graaf met een stuk grond wordt beleend. In 1416 is sprake van een ‘woningh’.
Rond 1600 werd er een nieuw huis gebouwd, dat rond 1730 werd verbouwd en uitgebreid met twee bouwhuizen. Op een anonieme tekening van circa 1730 is de voorzijde weergegeven. Te zien is een herenhuis dat op het eerste gezicht een achttiende-eeuwse indruk maakt, maar de kruisvensters met daarboven ontlastingsbogen zijn terug te voeren op het gebouw van rond 1600. Het huis zou, gezien de onderkeldering van het zuidelijke gedeelte, een boerderij met herenkamer kunnen zijn geweest. Op de tekening staat direct ten zuiden van het huis een boerderij.
Kort na 1740 is het complex afgebroken

Wat van het oude complex nog rest is het koetshuis (nr. 52)

Achterweg Zuid 50 is gelegen op een restant van een binnenduin gelegen.
In 1954 werd hier door architect Leen Tol Jr een woning neergezet. Hierbij werd gebruik gemaakt van de stenen van de oude boerderij die er stond.

De voorgevel bestaat uit een tuitgevel met asymmetrische gevelindeling. Rechts in de voorgevel bevindt zich een verhoogde ingang, die door middel van een bakstenen trap bereikbaar is. Boven de vensteropeningen zijn ontlastingsbogen met geboorte- en sluitstenen verwerkt. De zijgevels zijn eveneens asymmetrisch opzet van met gevelopeningen op verschillende hoogteniveaus.
De gevels zijn opgebouwd uit rode baksteen in onbekend verband. Op de begane grond zijn links in de gevel twee vensteropeningen aangebracht, door een smalle muurdam van elkaar gescheiden. Rechts in de voorgevel bevindt zich een verhoogde ingang met brede houten deuromlijsting. Op de eerste verdieping zijn drie vierkante vensteropeningen aangebracht. Op de zolderverdieping bevindt zich een kleine vensteropening. Boven het zolderraam is de steen met de naam Huijs Ter Specken ingemetseld. Deze steen in in 1946 bij opgravingen teruggevonden. De steen is afkomstig van het statige huis dat voor de boerderij op het binnenduin stond.

Tekening uit de Rijnlandse gezichten

Het keermuurtje is nog authentiek

Rechts is de woning, links het voormalige Koetshuis

Huis ter Specke

Voor DSL beschrijving klik hier: Achterweg_-_Zuid_50

3e Poellaan – Tuin- en parkaanleg Buitenplaats Ter Leede

Een gedeelte van het park van landgoed Ter Leede ligt in de gemeente Lisse.

Kadaster: B 2434, B 553, B 554, B 555, B 556, B 557. Monument: 52840.

Het buiten Ter Leede werd rond 1660 gesticht door de Amsterdammer Nicolaas Dragon. Hij bouwde een voornaam herenhuis dat vanaf de straatweg via een lange oprijlaan was te bereiken.
Na 1928 werd Ter Leede niet meer permanent bewoond. Het werd daarna onder meer gebruikt als opleidingsinstituut van de Katholieke Gidsenbeweging in Nederland. Na de restauratie in 1981 is Huis Ter Leede weer in particuliere handen gekomen en woonhuis geworden. Ter Leede is niet te bezichtigen.
Ter Leede ligt in Sassenheim, maar delen van de parkaanleg liggen in Lisse. Het huis en delen van de parkaanleg zijn rijksmonument.
Begin 20e eeuw werd het park aangelegd in de late landschapsstijl, ook wel gardenesque stijl genoemd. Kenmerkend is dat de lijnen in de tuin zich zowel naar punten binnen als buiten de aanleg richten. Bij Ter Leede zijn er o.a. zichtlijnen naar het omliggende weidelandschap. Afwisseling is belangrijk. Ter Leede heeft een slingerende vijver.
Er is nog een oude eikenlaan uit de 18e eeuw die in de latere parkaanleg is opgenomen. Op een minuutkaart van 1819 blijkt deze laan al ingetekend te zijn.

De entree van het park van landgoed Ter Leede

Vereniging Oud Lisse start onderzoek naar ‘Sporen van Six’

In overleg met burgemeester Spruit is een onderzoek gestart naar het wel en wee van de familie Six in Lisse.

17 RIJKSMONUMENTEN VAN KEUKENHOF

Alle rijksmonumenten van landgoed Keukenhof worden genoemd.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws).

10 februari 2015.

door Nico Groen

We vervolgen onze wandeling langs alle 35 geregistreerde rijksmonumenten in Lisse. Nu komen die van landgoed Keukenhof aan de beurt. Volgens het boek uit 2010 ‘Wandel- en fietsroutes Zuid en Noord: Monumenten’ van de Vereniging Oud Lisse staan er 17 rijksmonumenten op het landgoed. Daar is .in 2010 het stationsgebouw van Lisse door aankoop bijgekomen. De meeste gebouwen zijn in de loop van de tijd gerestaureerd.
• Boerderij Middelburg met karnmolen, Loosterweg-Noord 6. Vroeger heette deze boerderij uit de 17e eeuw ‘Mo(r)schveen’. Het voorhuis is in 1868 gebouwd.
• De schaapskooi met riet gedekt op het kruispunt van Loosterweg- Noord en de Stationsweg. Deze kooi uit de 19e eeuw is in 1992 herbouwd.
• De stal van het Jagershuis uit 1926 met als adres Stationsweg 51.
• Boerderij ’t Lammetje Groen, Stationsweg 53/55 . De boerderij dateert oorspronkelijk uit 1650. Later is het uitgebreid.
• Dubbel woonhuis ’t Hoogje met adres Stationsweg 164 en 166. Het dateert uit de 18e eeuw.
• Spoorwegstation, Stationsweg 57 en 59. Het station is gebouwd in 1904/1905.
• Het complex Keukenhof bestaat uit diverse rijksmonumenten. Dit bevat onder anderen, parkaanleg met o.a. de toegangspalen met natuurstenen siervazen bij de oude entree, de oude oprijlaan zelf en het kasteel Keukenhof gebouwd in 1641.
• Het Zwitsers speelhuis in de Frederik’s hof met de z.g. koude bakken (met één gerestaureerd raam) en de oude muren. Oorspronkelijk gebouwd in 1850.
• Het eendenhuis is een z.g. follie. Een romantisch huisje met een schijn duiventil. Follies werden in de 19e eeuw voornamelijk voor de sier neergezet. Het Engelse folly betekent nutteloos gebouw.
• Het koetshuis, tuigkamer, paardenstallen, woningen en tuinmanswoning zijn gebouwd in 1857-1858.
• De hofboerderij van Keukenhof is gebouwd in 1643. Het bakhuisje en karnmolen zijn nog niet gerestaureerd.
• Het washuisje met vrijstaande buitenpomp dateert uit de 18e eeuw.
• Het Sparrenhuisje gedekt met riet heeft een origineel raam

 

 

Van alle 93 gemeentelijke en 35 rijksmonumenten staan er foto’s in het wandel- fietsrouteboek met een uitgebreide beschrijving. Vaak staan er meerdere foto’s en tekeningen uit vroegere tijden bij. Dit boek is te koop bij de plaatselijke boekhandel en bij de Vereniging Oud Lisse.

 

 

 

Het kasteel zelf is een van de rijksmonumenten

Het romantische eendenhuis-follie is een van de rijksmonumenten van Lisse. Foto Nico Groen