Berichten

Lisse 825 jaar en het bollenerfgoed

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                                               

21 november 2023

door Nico Groen                          

Het is uniek dat een landstreek is vernoemd naar het product dat er geteeld wordt. Daarom hoort dit thuis in de reeks over 825 jaar Lisse. Grootschalige bollenteelt ontstond pas vanaf de tweede helft van de 19e eeuw. Vroeger was het een binnenduingebied met oude strandwallen en strandvlakten.

Door zandwinning werd het binnenduingebied ten zuiden van Lisse al vanaf de 16e eeuw en eerder ingrijpend veranderd. Op de afgegraven duingebieden, de geestgronden, vestigden zich boeren en groententelers, die later vanaf 1820-1850 overstapten op de bloembollencultuur.

De situatie werd in 1880 veel gunstiger doordat het grondwaterpeil op de voor bollen geschikte gronden op een vast niveau werd gehouden door het Hoogheemraadschap van Rijnland. Vóór die tijd fluctueerde het waterpeil flink. Dat was erg ongunstig voor de bollenteelt: bollen groeien veel beter bij een vast waterpeil van 55-60 cm onder het maaiveld.

Landgoederen

De hoogtijdagen van de landgoederen waren begin 1900 voorbij. Veel eigenaren konden het financieel nauwelijks bolwerken. Voor veel eigenaren van landgoederen werd het een steeds groter probleem om de pracht en praal op hun goed in ere te houden. Slopen of een andere bestemming zoeken was een lucratieve oplossing.

Buitenplaats Veenenburg (ten zuidwesten van de hoek Veenenburgerlaan/ Loosterweg en Frederikslaan) werd in 1899 eigendom van Arnoud Hendrik baron van Hardenbroek van Ammerstol. Daarmee werd het einde van de buitenplaats ingeluid. Duinen leverden geen geld op, afgraven en omzetten naar bollengrond wel. Er was veel vraag naar goede bollengrond en vraag naar zand voor de aanleg van wegen, dijken en bouwlocaties. Tel uit je winst. De uitdrukking bestond nog niet, maar nu zouden we spreken van een win-win situatie. Afgraven dus!

 Kunstzandsteenfabriek ‘De Arnoud’

Baron van Hardenbroek gaat in overleg met de buren van landgoed Elsbroek, Rustenburg en Lapinenburg. Met de andere buur, Keukenhof, wordt ook getracht tot een opzet voor afgraven te komen, maar die had er weinig oren naar. Zelfs de burgemeester van Lisse trachtte argumenten voor afzanden naar voren te brengen, maar zonder succes. Gelukkig dat de graaf van Lynden van landgoed Keukenhof vol hield. Anders zou daar nu geen kasteel, park, bos en tentoonstelling zijn. Met de Hillegomse buren leidt het wel tot overeenstemming. Op 1 januari 1903 wordt een vennootschap opgericht, de Maatschappij tot Exploitatie van Gronden Veenenburg-Elsbroek. Men kan dus beginnen, de voorbereidingen zijn rond.

Op 24 sept. 1903 werd bij de Kamer van Koophandel ingeschreven ‘Kunstzandsteenfabriek de Arnoud’ (vanaf 1973 Van ‘Herwaarden’ en nu ‘Xella Kalkzandsteenfabriek van Herwaarden B.V’).

De afgegraven gebieden werden aan bollentelers verkocht. Er werden villa’s met bollenschuren gebouwd. Het is van groot cultuurhistorische belang dat het bollenlandschap en de gebouwen behouden blijven. Daarom zou het bollengebied niet aangetast mogen worden door woningen, industrie en autowegen die het landschap doorsnijden.

Foto: Bloeiende bollenvelden en toerisme zijn onlosmakend met elkaar verbonden.
Foto: Nico Groen

 

Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”

Info@oudlisse.nl

 

Lisse 825 jaar, maar de landbouw bestond al

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                           

23 mei 2023

 door Nico Groen

 

Lisse bestaat dit jaar op papier 825 jaar. Dit wordt groots gevierd in Lisse. De agenda vindt u op de website van de gemeente Lisse. Vroeger leefden de meeste mensen van de landbouw. De boeren waren vooral veehouders, maar ze hadden bijna allemaal een gemend bedrijf met akkerbouw. Het was hard en zwaar werk, want machines waren er natuurlijk nog niet. Ze waren erg afhankelijk van het weer.

De ontginning van vooral de strandvlakten begon al in de 6e eeuw op kleine schaal. Bomen en struiken werden gerooid of verbrand. Met een eenvoudige ploeg bewerkten de boeren de vrijgekomen grond. Later waren alle gronden in het bezit van de graven van Holland of hun leenheren. Voor het laten grazen van vee moest toen worden betaald. De boeren betaalden ‘ghershure’ oftewel grashuur. In Lisse betaalden in de middeleeuwen in de loop der tijd honderden boeren voor hun weiderechten. Veel boeren uit Lisse pachtten gronden tot ver voorbij het Turfspoor in de Lisserbroek. De boeren weidden ook hun koeien in de duinen en de nog niet ontgonnen laagvlakten. In de herfst werden de varkens het bos ingejaagd, nadat ze eerst waren gebrandmerkt om ze later te kunnen herkennen. De varkens waren vooral gek op eikels. De varkens zagen er meer uit als everzwijnen dan als de huidige varkens.

De oppervlakte van de grond drukte men uit in een morgen ((0,85 ha). De oorsprong van deze maat kwam van de oppervlakte, die een span ossen op een ochtend kon ploegen.

 Veel risico’s

Het landbouwbedrijf was vol risico’s en dat maakte het boerenleven zwaar. De opbrengsten waren zeer wisselvallig. Dat had te maken met de geringe bemesting. Ook de grondbewerking was slecht, evenals het nauwelijks te beteugelen onkruid. Ook vernielden enorme zandverstuivingen regelmatig de gewassen. Een ander groot probleem was de wildschade van vooral konijnen uit de duinen, die zich tegoed deden aan de gewassen op de akkers. Ter bescherming van het gewas maakten de boeren een zogenaamde banheining en later een bansloot. Dit om konijnen van de akkers te weren. Een banheining bestond uit palen, waartussen takken werden gevlochten van o.a. wilgen en meidoorns. Een bansloot werd aan de kant van de akker loodrecht afgegraven, zodat de konijnen niet zo gemakkelijk konden oversteken. Een gedeelte van een bansloot, de Banzijp genoemd, is nog steeds te herkennen vlak vóór boerderij Wassergeest. De Banzijp liep vanaf Lisse langs boerderij Wassergeest tot voorbij de Engel en waterde uit in de Beek bij de HH Engelbewaarderskerk. De Banzijp was de scheiding tussen de beteelde strandvlakte ten westen van de sloot tot de Achterweg en de strandwal met veel konijnen aan de oostkant waarop de Heereweg loopt. De Banzijp is in 1541 gegraven. Vóór die tijd was het een banheining. Behalve konijnenvraat hadden de landbouwers ook last van loslopende koeien, reeën, vossen, muizen, ratten, slakken en ander ongedierte. In 1493 was er bijvoorbeeld een enorme muizenplaag waardoor vrijwel de hele oogst mislukte.

Deze en alle voorgaande 200 columns van Sporen van Vroeger over Lisse staan op de website Ouidlisse.nl. Door bij het vergrootglas bepaalde woorden in te typen, zie je alle artikelen met deze woorden. Ook op de website van het LisserNieuws zijn de columns te vinden.

Foto: De gegevens zijn ontleend aan deel 3: het boerenbedrijf uit de serie “Ach Lieve Tijd, 1000 jaar Duin- en Bollenstreek’.

Foto: De gegevens zijn ontleend aan deel 3: het boerenbedrijf uit de serie “Ach Lieve Tijd, 1000 jaar Duin- en Bollenstreek’.

Sporen van Six in Lisse

Lisse 825 jaar, maar Daerrode bestond al eerder

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                                                           

14 maart 2023

 door Nico Groen

Lisse bestaat dit jaar op papier 825 jaar. Dit wordt groots gevierd in Lisse, maar waarschijnlijk waren hier al vóór die tijd ontginningen om veen te winnen en grond geschikt te maken voor teelt van gewassen. Zo staat er in het register van graaf Floris V (1254-1296) dat een stuk grond in Lisse in leen wordt gegeven aan Dirk van Daerrode aan de westkant van de Achterweg-Zuid nabij Ter Specke.

Achterweg-Zuid lag op het oostelijkste deelt van een smalle strandwal of duinstrook. De westelijke grens van deze strandwal liep vanaf de achterkant van Ter Specke via de achterkant van het crematorium en verder naar de Essenlaan. Ten westen hiervan lag een strandvlakte met veen. De westkant van deze strandvlakte lag bij boerderij de Phoenix. Westelijk daarvan lag het Keukenduin. Dit hele gebied vanaf de Achterweg-Zuid was in de 12e eeuw en eerder eigendom van de graven van Holland. Deze graven gaven het in leen (een soort langdurige pacht) aan de bewoners van leenhof Teylingen. De Teylingers waren de houtvesters van het hele gebied. Zij gaven op hun beurt de strook vanaf Achterweg-Zuid tot boerderij de Phoenix weer in leen, meestal aan familieleden. Het gebied heette Daerrode. ‘rode’ betekent zoiets als ‘ontgonnen grond’ en ‘daer’ of ‘dare ‘ duidt op een veen en moerasgebied. De eerste vermelding van Daerrode was pas in 1281, maar waarschijnlijk was hier al veel eerder sprake van ontginning via de Teylingers.

Verwant met Van Teylingen

Door het overlijden van Willem van Teylingen zonder zoon in 1283 verviel de leen weer aan de graven van Holland. Omdat van de graven veel op papier bewaard is gebleven, is er vanaf ± 1280 veel bekend over de geschiedenis, maar daarvóór waren er onder de Teylingers ook al veel percelen in leen uitgegeven.

In 1281 had Wouter Foijken een terrein, waarop zijn huis stond ter plaatse van de huidige villa Grotenhof. Hij was mogelijk een zoon van Floris van Teylingen. Net ten zuiden daarvan kreeg in 1281 Dirk van Daerrode van de graaf een perceel van het Keukenduin tot de Achterweg in leen. Daarvóór was hij ongetwijfeld ook al gebruiker onder de Teylingers. Hij noemde zich naar het gebiedje. Ten zuiden daarvan was een terrein met huis in 1418 in bezit van Herman IIsbrandsz. Daarvóór is niets bekend over dat perceel. Ten zuiden van Herman, op de plek van het  crematorium, was nog een perceel. Dat was in leen bij Matthijs Bort. Bij de overgang na het overlijden van Willem van Teylingen naar de graaf van Holland vernieuwde Matthijs in 1284 zijn leen. Vóór die tijd had hij dus het perceel in leen van de Teylingers. Er was tussen Wouter Foijken, Matthijs Bort en de Teylingers verwantschap. Ook de bewoners van Ter Specke hadden een connectie met de Teylingers.

Deze gegevens en nog veel meer over Daerrode staan in het boek ‘Sporen van Six in Lisse’ vanaf pag. 104. Het boek is nog steeds te koop bij de VOL.

 

Foto: Links boerderij De Phoenix. De blauwe lijn is de scheiding tussen de strandvlakte met veen links en de strandwal of oude duinenrij rechts.
Foto: Digitale Cultuur Historische Atlas Duin- en Bollenstreek

 

Het Pact van Teylingen al meer dan 25 jaar actueel

Sporen van vroeger    (LisserNieuws)                                                          

17  januari 2023

door Nico Groen

In de negentiger jaren van de vorige eeuw waren er woningbouwplannen die een groot gedeelte van de Bollenstreek zouden innemen. ‘Bollenstad’ was toen de werknaam voor het plan tot grootschalige woningbouw in het gebied tussen Katwijk en Hillegom. Door de grote verstedelijkingsdruk zou de bollenteelt plaats moeten maken voor woningbouw.

De eerste aanzetten voor de bouw van ‘Bollenstad‘ werden in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (1990) gegeven. De Duin- en Bollenstreek was daarin een mogelijke locatie voor woningbouw. Ook in het Ontwerp Planologische Kernbeslissing uit 2001 werd er nog van uitgegaan dat dit gebied bestemd was voor grootschalige woningbouw.

Daartegen werd vanuit de Duin- en Bollenstreek sterk geprotesteerd. Grootschalig overleg heeft geleid tot het Pact van Teylingen in 1996. In het Pact van Teylingen hebben de gemeenten, andere overheden en veel maatschappelijke organisaties uit de Duin- en Bollenstreek, afspraken gemaakt over de gewenste toekomstige ontwikkeling van de streek. Waaronder het uitsluiten van verdere verstedelijking en het beschermen van het bollenteeltareaal. Daarbij zijn afspraken gemaakt om d.m.v. ontwikkelingsplannen een gewenste opwaardering van het landschap tot stand te brengen. Op het gebied van recreatie, natuur en milieu diende naar kwaliteitsverbetering gestreefd te worden. Het aantrekkelijke en gevarieerde landschap van bollenteelt, duinen, landgoederen en graslanden moest behouden blijven. Daarbij is o.a. afgesproken om een bepaald areaal  te bestemmen voor de bollenteelt.  Een deel van Voorhout en Valkenburg was bestemd voor grootschalige woningbouw. In de overige gemeenten was afgesproken binnen of vlak bij de dorpskernen te bouwen.

De afspraken neergelegd in het Pact van Teylingen vonden een juridische verankering in de streekplannen van de provincie Zuid-Holland. In vervolg hierop is de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport door de gemeenteraden van de toen zes gemeenten in de Bollenstreek in 2009 vastgesteld en in 2016 geëvalueerd. Op dit moment wordt de visie opnieuw geëvalueerd.

De doelstellingen van het Pact zijn anno 2023 nog springlevend en moeten vanuit gemeenten en andere organisaties worden nageleefd om een ‘Bollenstad’ in de toekomst te vermijden.  De Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport is daarin als kader leidend.

 Plannen voor oost-westverbindingen

Als het aan de mobiliteitswethouders van de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen en Noordwijk ligt, komt er tussen 8 tot 15 jaar in de Duin- en Bollenstreek veel asfalt bij met grote gevolgen voor het open gebied, de flora en fauna en het Natura 2000 duingebied.

Los van de dure infrastructurele kunstwerken, zoals een spoorwegonderdoorgang en enkele viaducten gaat dit ook ten koste van veel eerste klas bloembollengrond. Bovenstaande gaat in tegen de afspraken in het Pact van Teylingen.

De VOL staat onder andere voor het behoud van de cultuur historische waarden van het bollengebied uit ±1900 en eerder met zijn unieke landschap, zandvaarten, slotenpatronen en hoog gelegen wegen, zoals Loosterweg-Noord. Dit dreigt verstoord te worden door de oost-westverbindingen o.a. met een aftakking over het spoor naar Hillegom.

Foto: Voorpagina van het Pact van Teylingen (1996).

Bereikbaarheid van de Duin- en Bollenstreek

De provincie heet geld beschikbaar gesteld om de oost-west verbindingen naar de Bollenstreek te verbeteren. Een definitief besluit van de Provincie moet nog worden genomen.

Nieuwsflits

Nieuwsblad 21 nummer 4, 2022

In eerste instantie hadden de Bollenstreekgemeenten plannen om samen met provincie Zuid-Holland en Holland Rijnland de bereikbaarheid van onze streek te verbeteren. Daarvoor was een bedrag van €47,2 miljoen gereserveerd. Eind 2021 draaide de provincie dit bedrag terug met €20 miljoen, omdat er geen duidelijk nieuw plan was opgesteld nadat de provincie Noord-Holland in 2019 de stekker uit de Duinpolderweg trok. Met een streep door de Duinpolderweg verdwenen ook de beschikbare financiën. Provincie Zuid-Holland is met betrokken partijen aan de slag gegaan over de huidige en toekomstige bereikbaarheidsproblemen in het gebied. Om de regio tegemoet te komen werd met een motie verzocht om een nieuw gedragen plan in te dienen. Omdat er wel voldoende geld voor deze plannen was, hebben de Bollenstreekgemeenten Hillegom,Lisse, Noordwijk en Teylingen samen met andere organisaties uit het bedrijfsleven een nieuw plan gemaakt waarbij de provincie werd aangeschreven om toch die bezuiniging van €20 miljoen teniet te doen. Dit plan houdt o.a. in een nieuwe verbinding voor auto en fiets tussen de N208 en de A44, verbeterde OV-verbindingen richting Schiphol, Hillegom en Haarlemmermeer door het maken van een verbindingsbrug over de Ringvaart richting Haarlemmermeer ter hoogte van het Lisser Fioretti College en het maken van een nieuwe verbinding tussen de N207 naar de N2 06.Op basis van dit plan is op 9 november 2022 door Provinciale Staten van Zuid-Holland besloten deze €20 miljoen extra beschikbaar stellen om de bereikbaarheid van de noordelijke Duin- en Bollenstreek te verbeteren. De plannen worden verder uitgewerkt waarna Provinciale Staten volgend jaar een definitief besluit nemen zodat de werkzaamheden kunnen beginnen.

Hogere brug van de N207 over de ringvaart zou al veel ellende voorkomen

Eerste rapportage Cultuurhistorische Waardenkaart van Hillegom

De werkgroep Cultuurhistorische Waardenkaart van VvOH en het CHG heeft een rapport over de waardenkaart van Hillegom aangeboden aan de Erfgoedcommissie. Zij waren erg enthousiast.

Nieuwsflits

Nieuwsblad 21 nummer 4, 2022

De werkgroep Cultuurhistorische Waardenkaart Hillegom heeft haar uitgebreide rapport gepresenteerd aan de HLT Erfgoedcommissie op 20 oktober 2022. Hierin worden de onroerend erfgoederen en beschermde gezichten en waardevolle gebieden van de gemeente Hillegom zoals objecten, landschappen en landschapselementen beschreven en gewaardeerd. Het uitgebreide rapport bevat meer dan 200 pagina’s en is door een deskundige werkgroep van 6 personen, Jacolien van der Valk, Sophie Visser, Alfred Pop, Wim Granneman, Marca Bultink en Wilbert Koops, samengesteld. De waardering vond plaats aan de hand van bestaande matrixen van de Stichting Dorp, Stad en Land, de Cultuurhistorische Atlas Duin- en Bollenstreek van het CHG en MIP lijsten. De waardering is ook gebaseerd op de kwetsbaarheid van de geïnventariseerde gebouwen, objecten  en landschappen. De HLT Erfgoedcommissie sprak op haar vergadering van 17 november 2022 haar grote dank uit over dit prachtige rapport en beveelt dringend aan dat ook de 2 andere HLT gemeenten, Lisse en Teylingen, een vergelijkbare Culturele Waardenkaart gaan samenstellen.

BIJ DE VOORPLAAT

Een mooie foto van de Heemtuin, die dit jaar 50 jaar bestaat.

Redactie

Nieuwsblad Jaargang 21 nummer 3, 2022

Op verzoek van de Koninklijke Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde afdeling Lisse (thans: Groei&Bloei afd. Bollenstreek), stelde de gemeente Lisse op 17 juni 1971 een perceel grond ter beschikking nabij de Zemelpoldermolen, om er een heemtuin op aan te leggen. Op 15 januari 1972 werd daadwerkelijk een begin gemaakt met de aanleg. De eerste jaren werden met succes vele soorten wilde planten gezaaid en aangeplant. Door verschillende oorzaken raakte de heemtuin na een aantal jaren in verval. De succesvolle zadenkwekerij die uit de heemtuin voortkwam en waarvoor zelfs een stuk grond aan de Achterweg werd gehuurd, werd in 1978 verkocht. De zaden vormden het startmateriaal voor ‘de Cruydt-Hoeck’, een nog altijd succesvolle kwekerij voor wilde bloemenzaden. In 1990 kreeg de heemtuin op dezelfde plek, maar met een ander ontwerp, een nieuwe start. De heemtuin werd in opzet meer naar buiten gericht, meer gericht op bezoekers. Natuur-educatieve activiteiten gingen tot het vaste programma behoren. Natuurlessen aan schoolgroepen en andere bezoekers, demonstraties door de imkers, rondleidingen en natuurspeurtochten maakten dat de heemtuin een vaste plaats in de Lisser gemeenschap heeft verworven wanneer het om natuurbeleving gaat.

Heemtuin met zemelpoldermolen
foto Hans Hoes

Mensen houden van bomen

Sporen van vroeger (LisserNieuws)

13 september 2022

door Nico Groen

 In de 14e en 15e eeuw was de hele bollenstreek één groot bos. Volgens een oude beschrijving hoefde men vanuit slot Teylingen naar Haarlem en verder niet in de zon te lopen, maar kon men altijd in de schaduw van de bomen blijven. Een van de weinige restanten van dit bos is het Keukenhofbos, waar je nog steeds in de schaduw kunt wandelen. Lisse heeft gelukkig nog steeds behoorlijk wat bomen in het straatbeeld.

 

Lisse telt meer dan 400 waardevolle bomen, waarvoor niet zomaar een kapvergunning wordt verleend. Deze werden voorheen monumentale bomen genoemd.  Er zijn zowel particuliere als gemeentelijke waardevolle bomen. De vele waardevolle bomen  uit de 19e eeuw van het park rondom het kasteel, het Keukenhofbosch en tentoonstellingsterrein zijn daarbij  niet meegenomen.

In het beleidsplan bomen van de gemeente Lisse uit 2016  staat dat Lisse streeft naar 0,5 gemeentelijke boom per inwoner. Met ruim 11.000 bomen lukt dat aardig. Men vraagt zich af waarom in Lisse voor grotere particuliere bomen geen kapvergunning meer hoeft te worden aangevraagd. Dat moest vóór 2016 wel. De reden is dat 98% van de aanvragen goedgekeurd werd en dat de boom gekapt mocht worden. Dat stelde dus niets voor. Eigenlijk waren alle inspanningen en kosten voor niets.

Bomen zijn van oudsher belangrijk

Onder bomen vonden vroeger belangrijke bijeenkomsten plaats. Er werd vergaderd, recht gesproken, en er werden religieuze handelingen verricht. Bij heilige bomen kwamen mensen samen om de goden te vereren, te bidden of te offeren. Die bomen mochten nimmer gekapt worden. Op 29 december 1642 werd door Jan Dircks “een eikenboom in ’t Viercant” omgehakt en weggevoerd. Hij krijgt daarmee moeilijkheden met Schout en Schepenen. Ook in Lisse werd onder deze boom recht gesproken en werden mensen veroordeeld.

De rituele functie hebben bomen, althans in Nederland, niet meer. Maar we kunnen nog steeds niet zonder ze. Want bomen geven rust en troost, roepen respect en bewondering op. En ze zijn er altijd. Ze staan er bij je geboorte, je klimt erin en bouwt een boomhut, je zet je fiets ertegenaan, kerft er met je zakmes een hartje en twee pijltjes in, schuilt eronder wanneer het regent (niet bij onweer!), holt eromheen met je kinderen, je kleinkinderen. Ze zijn vertrouwd, ze horen bij je leefomgeving. Mocht een boom gevaar lopen gekapt te worden, dan trap je mensen doorgaans op hun ziel. Want het wel en wee van een boom roept massaal emotie op. Hele volksstammen gaan de barricaden op wanneer ergens in ons land mannen met kettingzagen bomen te lijf gaan.

Temperatuurverlaging en CO2  opname.

In het centrum van Lisse zijn betrekkelijk weinig oudere bomen te vinden. Bomen verlagen de omgevingstemperatuur en nemen veel  CO2  en fijnstof op. Grote, oude bomen nemen vele malen meer CO2  op dan gemiddelde bomen. Zij geven natuurlijk ook veel meer schaduw en temperatuurverlaging dan pas geplante bomen decennia lang kunnen leveren. Het is dus zaak zoveel mogelijk bomen oud te laten worden in het centrum van Lisse.

Foto: Het boekje van de VOL met wandel- en fietsroutes langs bomen is nog steeds verkrijgbaar.
Foto: Vereniging Oud Lisse

 

 

 

 

Heemtuin Lisse 50 jaar

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                                       

5 juli 2022

door Nico Groen

“Vanaf 15 januari 1972 zal een begin gemaakt worden met de werkzaamheden aan de heemtuin. Iedereen is vanaf deze datum van harte welkom op het perceel achter de molen aan de Eerste Poellaan. We werken voorlopig iedere zaterdagmiddag vanaf 14.00 uur”. 50 Jaar geleden startten de werkzaamheden dus in Heemtuin Lisse.

Op 8 februari 1971 vroeg het bestuur van de KMTP/Groei&Bloei afd. Lisse e.o. de gemeente Lisse een stuk grond beschikbaar te stellen voor de aanleg van een heemtuin. Een stuk grond nabij de zemelpoldermolen werd onder diverse bepalingen beschikbaar gesteld. De Heemtuin Lisse ligt op een bijzondere historische plek. De Rijnsloot naast de heemtuin en de daarachter liggende dijk zijn aangelegd voor het droogmaken van de Poelpolder in 1622. De bovenlaag van de heemtuin bestond van oorsprong uit een paar meter veen met daaronder zand. Vóór de aanleg van het Heempad, dat langs de heemtuin loopt,  hoorde de grond bij boerderij Zwanendrift. Aan de rand van de heemtuin bij de Rijnsloot zijn oude kloostermoppen gevonden, die kunnen duiden op het vroegere bestaan van een oude burcht aldaar. Rob Pex heeft bij de Zemelpoldermolen scherven van Middeleeuws aardewerk gevonden (o.a. een randfragment van een kogelpot). Ook ligt er op zolder op Dever in één van de vitrines aan complete kan uit omstreeks 1300 die is gevonden bij de Rijnsloot nabij de 1ste Poellaan. Het is dus al een oud cultuurhistorisch gebied.

In 1972 gaat de eerste spa de grond in en wordt gestart met de aanleg van de heemtuin. Men ging heel enthousiast aan de slag om allerlei biotopen te creëren door diverse grondsoorten en hoogteverschillenen aan te brengen. Zo werd er bijvoorbeeld lössgrond uit Limburg gehaald. Ook werd er een vijver gerealiseerd. Deze aanleg is nog steeds de basis voor de huidige heemtuin.

Vrij snel kwam de klad in de heemtuin. Veel planten en andere dingen werden door de jeugd vernield. Er was zelfs een crossbaantje ontstaan en er werd veel vuilnis gestort. De animo bij de vrijwilligers verdween daardoor en er bleven er steeds minder over.

Een nieuwe start in 1990

Dat bleef zo doormodderen tot Marianne Stelder de regie overnam. In 1990 trok zij de stoute laarzen aan en ging na overleg met Groei&Bloei en de gemeente Lisse aan de slag om de heemtuin nieuw leven in te blazen. De gemeente stelde financiële middelen beschikbaar voor het opschonen van het terrein, afvoer van rommel en het uitvoeren van diverse grondwerkzaamheden. Ook werd een hekwerk ter bescherming om de heemtuin geplaatst. Daarnaast stelde Groei&Bloei jaarlijks financiële middelen beschikbaar voor het onderhoud van de heemtuin. Vanaf 1990 heeft Marianne Stelder met een aantal gemotiveerde vrijwilligers de heemtuin ontwikkeld tot de heemtuin zoals deze nu is. Ook enkele imkers hebben voor het houden van bijen op de heemtuin een plek gevonden. Speerpunt van de heemtuin is nu anderen kennis te laten maken met de natuur. Er zijn van april tot november open zondagen voor jong en oud. Na een moeizame start is de heemtuin uiteindelijk uitgegroeid tot een mooie gevarieerde tuin, waarin verschillende soorten wilde planten en dieren aanwezig zijn.

De Heemtuin Lisse met nieuw infohuisje met zonnepanelen
Foto: Nico Groen

Foto:  De Heemtuin Lisse met nieuw infohuisje met zonnepanelen

 

Foto: Nico Groen

Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”

Bosje en slotenpatroon bij nieuw wijk Geestwater

De plannen voor bebouwing van de wijk Geestwater lijken nu toch vastere vormen aan te nemen. In dat gebied ligt een bosje bij boerderij Langeveld. Dit bosje was er al voor 1830.

door Nico Groen

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 2, 2022

De plannen voor bebouwing van de wijk Geestwater lijken nu toch vastere vormen aan te nemen. In dat gebied ligt een bosje bij boerderij Langeveld. Dit bosje was er al voor 1830. De slootjes rondom het bosje zijn op de kaart van het Kadaster uit die tijd te zien.
Het was toen groter dan tegenwoordig. Het slotenpatroon in de Poelpolder is al vanaf 1624 bij de drooglegging gerealiseerd en is in de potentiële wijk Geestwater nog grotendeels intact. Slotenpatroon en bosje zijn van groot cultuurhistorisch belang. Dit wordt ook zo verwoord in de Cultuurhistorische Waardenkaart van de gemeente Lisse.

Geriefhoutbosjes
Geriefhoutbosjes stonden vroeger bij veel boerderijen. ‘Gerief’ betekent ‘te gebruiken’. In deze bosjes stonden meestal alleen essen (Fraxinus excelsior). Het hout van de es is lichtgekleurd, taai en sterk. Vroeger werd ieder jaar zo ongeveer een achtste gedeelte van zulke geriefhoutbosjes bij de grond afgekapt. Vandaar dat zo’n bosje ook wel hakhoutbosje werd genoemd. Het hout voor gebruik rond de boerderij kwam daar vandaan. Essenhout werd bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van gereedschap en het werd gebruikt als brandhout. Het werd vooral vanwege zijn elasticiteit gebruikt voor stelen van bijlen en schoppen. Ook werden er palen en hekken als afscheiding rondom de boerderij of de weilanden van gemaakt. De duurzaamheid van essenhout bij buitengebruik is echter vrij laag.

Pestbosjes

Het verwaarloosde essenhakhoutbosje is wel mooi.

Er is vaak verwarring over het verschil tussen geriefhoutbosjes en pestbosjes. Deze laatste bosjes zijn in het verleden ontstaan op de plaatsen waar kadavers van aan de veepest, aan miltvuur of aan andere ernstige besmettelijke ziekten gestorven vee werden begraven. Zo’n plek werd omringd door een sloot zodat het andere vee er niet mee in aanraking kon komen en besmet kon raken. In de 18e eeuw heerste er meerdere malen veepest. Soms stierf binnen het jaar 70% van de veestapel. Omdat zo’n pestbosje was omgeven door sloten, groeide er op den duur ruigte met een scala aan bomen zoals elzen en wilgen. Een pestbosje werd vroeger wel een krengenbosje of een koebosje genoemd.

Bosje bij boerderij Langeveld

Vroeger werden om de 8 jaar de bomen gekapt en liepen de stronken opnieuw uit met meerdere stammetjes.

Het bosje ligt in de Poelpolder, precies in het verlengde van de Staalsloot, die van de Rijnsloot naar het westen richting Heereweg en vervolgens richting boerderij Wassergeest loopt. Omdat er rondom het bosje bij boerderij Langeveld geen slootjes zijn en omdat er alleen maar essen staan, werd jarenlang gedacht dat het bosje bij Langeveld een geriefhoutbosje was. Iedere acht jaar had een gedeelte gekapt moeten worden, maar dat is al jarenlang niet gebeurd. Daarom zijn de uitlopers nu erg groot geworden. Het zijn hele bomen. Hoewel een mooi gezicht, is het bosje nu dus sterk verwaarloosd. Veel essen hebben de laatste jaren de schimmelziekte essentaksterfte onder de leden. Het is zeer besmettelijk en na een paar jaar sterft de boom af.

Een detail van een luchtopname van de RAF in 1945 Rechts van het midden het huidige bosje, de rest is gekapt.

Bij het bosje bij Langeveld lijkt daar nog geen sprake van te zijn. Maar ongetwijfeld zal deze ziekte hier ook toeslaan zoals in de hakhoutbossen van buitenplaats Keukenhof.

Toch een pestbosje
Jarenlang werd dus gedacht dat het bosje bij boerderij Langeveld een geriefhoutbosje is, omdat er geen sloten omheen liggen en de bomen er alleen maar uit essen bestaan. Het bosje is nu vierkant van vorm. Op luchtfoto’s uit 1925 en 1945 is duidelijk te zien dat het bosje er toen heel anders uitzag dan tegenwoordig. Het was veel groter en heel anders van vorm. Ook is te zien dat er slootjes omheen liggen. Op de kaart van LisseTijdReis (zie kader) uit 1830 is het slotenpatroon ook goed te zien. Het heeft op die kaart dezelfde vorm als op de luchtfoto’s. In 1830 bestond het bosje dus blijkbaar al. Op actuele hoogtekaarten van dit moment is de vorm van deze slootjes nog te zien door een verschil in hoogte met de omgeving. Uit de luchtfoto uit 1945 is op te maken dat bijna het hele bosje is gekapt. Er was in de hongerwinter veel behoefte aan brandhout. Mogelijk is daarom het bosje toen gekapt. Op de plek van het huidige bosje zijn jonge, pas geplante bomen te zien. Dat zullen de essen zijn die er nu nog staan.

Het eigendom van het bosje en de weilanden er om heen waren in 1830 van
Klaas Verdegaal (in blauw). Het slotenpatroon is goed te zien
(Uit LisseTijdReis)

Geconcludeerd kan worden dat op het moment van het maken van de luchtfoto’s het bosje een pestbosje was, dat er in 1830 ook al was. Later, na de oorlog, is dit veranderd in het veel kleinere geriefhoutbosje, dat er nu verwaarloosd bij staat. Het overige deel is weiland geworden en de slootjes zijn gedempt. In de Poelpolder zijn nog drie bosjes die nu geriefhoutbosjes worden genoemd. Wie weet waren dit vroeger ook pestbosjes.

Eigenaren van het pestbosje
Pestbosjes werden meestal zo ver mogelijk van de boerderij aangelegd. Toch ligt dit bosje vlak bij boerderij Langeveld. De reden is dat dit bosje nooit van Langeveld geweest is. Dit is te zien op een kaart met het verkavelingspatroon in LisseTijdReis uit 1830. Bij het aanklikken van de eigenaar van het bosje blijkt dat het bosje van Klaas Verdegaal was. In de zestiger jaren van de vorige eeuw was Ceel van der Vlugt eigenaar van het bosje en van de weianden eromheen. In die jaren liep zijn grond tot aan de Rijnsloot en grensde zijn land aan dat van Langeveld. Het bosje werd toentertijd het bosje van Ceel genoemd. Hij woonde met zijn zus in de molenstomp aan het einde van de 2e Poellaan tegenover het tuincentrum. De molens die ooit voor de droogmaking zorgden, stonden daar. De molenstomp waar Van der Vlugt zijn boerenbedrijf uitoefende was een opvolger van die molens.

Verkavelingspatroon
Bij de drooglegging in 1624 is een strak slotenpatroon gerealiseerd. Van noord naar zuid maakte men een tochtsloot, Molentocht of Wetering genaamd, om het water naar de molens af te voeren. Dwars op de Molentocht legde men sloten aan, die het water daar naar afvoerden. De Molentocht begint nu net aan de zuidkant van ‘t Lange Rack en loopt helemaal door tot ver voorbij de 3e Poellaan. Ter hoogte van de Grote Lisserpoelmolen, die aan de Ringvaart ligt, is een aftakking van de Molentocht naar deze molen. Halverwege de 60er jaren van de vorige eeuw is men in het noordelijke deel van de Poelpolder begonnen met een grootschalig nieuwbouwproject. In dit gedeelte is de oorspronkelijke verkaveling geheel verloren gegaan, maar deze verkaveling is in de rest van de Poelpolder, in het open gebied, grotendeels behouden. Waar nu de wijk Geestwater moet komen zijn de dwarssloten ook nog grotendeels intact.

Wijk Geestwater
De eerste verkenningen voor het plan Geestwater zijn achter de rug. De volgende stap is volgens de website van gemeente Lisse het uitwerken van de visie in een voorlopig stedenbouwkundig schetsontwerp en beeldkwaliteitsplan. Geestwater is al een oude naam, die vóór de inpoldering van de Lisserpoel in 1624 al lang bestond als naam van een van de droog te leggen meren: De Noordpoel, De Zuidpoel, Het Geestwater of Geest Water en De Cleypoel. Het Geestwater liep vóór de bedijking ongeveer vanaf boerderij Langeveld tot nabij de H.H. Engelbewaarderskerk. Dus tot ver voorbij de 2e Poellaan. De Zuidpoel bevond zich ongeveer waar nu de wijk Vrouwenpolder is. De Noordpoel lag ten noorden hiervan en De Cleypoel bij de 3e Poellaan.

Cultuurhistorische waarden
Wijk Geestwater met cultuurhistorische waarden. Hopelijk worden de Molentocht en de dwarssloten in de wijk behouden en eventueel hersteld. Het oorspronkelijke pestbosje bij boerderij Langeveld ligt in de te ontwikkelen wijk. Volgens de beschrijving van de plannen is het de bedoeling dat er ook ‘wilde natuur’ komt. Wat is er meer ‘wilde
natuur‘ dan een pestbosje? De VOL pleit er voor dat de oorspronkelijke sloten rondom het bosje weer worden hersteld en dat  er, naast de bestaande essen, bomen en struiken worden geplant die van nature in lage, natte kleigrond voorkomen, zoals elzen, berken en wilgen. Het is van groot cultuurhistorisch belang dat er op deze plek een natuurlijk bosje wordt gerealiseerd en dat belangstellenden en toekomstige generaties er aan worden herinnerd dat hier oorspronkelijk een pestbosje was. Bewerken van de grond is niet helemaal ongevaarlijk vanwege miltvuur (zie kader).

Kader: Veepest of runderpest 

Veepest of runderpest is een veeziekte bij koeien die wordt veroorzaakt door een virus. Ook varkens, geiten en schapen zijn enigszins vatbaar, maar mensen niet. Uitbraken van runderpest zijn vooral bekend uit de 18e en 19e eeuw. Veepest kan alleen worden overgebracht via direct contact van zieke dieren met dieren. Het virus zit met name in vloeistoffen uit de neus en ogen van zieke dieren, maar kan ook in de mest van zieke dieren zitten. Na het ziek worden ontstaan maag-darmproblemen met als gevolg zware diarree, waaraan het dier binnen 8 tot 10 dagen sterft. Het virus vindt zijn oorsprong in het gebied rond de Kaspische Zee en is van daar uit naar Europa, Azië en Afrika verspreid. Op 14 oktober 2010 verklaarde de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties de runderpest als uitgeroeid.

Kader: Miltvuur of antrax 

Miltvuur of antrax is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Bacillus anthracis. De ziekte is bij mensen en dieren, vooral bij koeien, al heel lang bekend. Miltvuurbacteriën kunnen in een niet-actieve vorm overgaan en in deze rusttoestand decennialang overleven en weer actief worden als de omstandigheden zich daarvoor lenen. De bacterie kan op 3 manieren de mens besmetten; via de huid, de longen of het maagdarmkanaal. In veel gevallen is dit dodelijk. In de eerste helft van de twintigste eeuw kwam miltvuur nog regelmatig in Nederland voor, maar sinds de invoering van de Destructiewet uit 1957 is het aantal gevallen drastisch afgenomen. Dat betekent niet dat de ziekte in Nederland niet meer voorkomt, maar wel dat miltvuur er uiterst zeldzaam is geworden. In 2013 werden bij graafwerkzaamheden in Lent levensvatbare miltvuursporen gevonden op een plek waar vóór 1942 kadavers van aan miltvuur overleden vee waren begraven. Daardoor dienen bijvoorbeeld archeologen en landbewerkers alert te zijn op de ligging van de (vroegere) miltvuurbosjes.

Kader: Geschiedenis van de Poelpolder

De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is een onderzoek gestart naar de geschiedenis van de Poelpolder. Dit jaar is het 400 jaar geleden dat het besluit werd genomen om dit gebied droog te maken. In 1624 was de Poel droog. De Lisserpoelpolder is een van de oudste droogmakerijen van Zuid-Holland. Er zijn nog tal van sporen in het landschap van de Poelpolder die stammen uit de tijd van de drooglegging en al 400 jaar oud zijn. Denk aan het open weidelandschap en de ligging van dijken en sloten. Het is belangrijk die sporen onder de aandacht te brengen van bewoners en bestuurders, opdat deze sporen behouden zullen blijven. Een goed voorbeeld is het sloten- en verkavelingspatroon bij de nieuwe wijk Geestwater. Ook het bosje bij boerderij Langeveld is al heel oud en is mogelijk al aangelegd vlak na de drooglegging.

Kader: Projectteam 400 jaar Poelpolder

LisseTijdReis is een aparte website van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” met historische informatie over Lisse. Daarin is o.a. een digitale kaart opgenomen die gebaseerd is op kaarten uit de jaren 1812-1830 van het Kadaster. De digitale kaart is vervaardigd door een projectteam van Vereniging Oud Lisse. Naast die kaart is nog veel meer informatie in tabellen opgenomen in LisseTijdReis. Daarin worden alle gegevens gestroomlijnd, om deze makkelijker te kunnen opzoeken. De vrijwilligers zijn daar nog volop mee bezig. De kaart in LisseTijdReis is door iedereen te raadplegen, maar de tabellen zoals foto’s, stambomen, eigenaren en bewoners zijn alleen voor leden van de VOL toegankelijk.

Aktuele hoogteverschillen Nederland hoe roder hoe hoger, donkerblauw is dieper. Het pest-geriefbosje laat zijn boomtoppen rood kleuren. Die bomen zijn dus best hoog. Dat is wat er nog over is van het bosje, waarvan de vorm van 1925 nog te zien is.