Sporen van vroeger (LisserNieuws)
21 november 2023
door Nico Groen
Het is uniek dat een landstreek is vernoemd naar het product dat er geteeld wordt. Daarom hoort dit thuis in de reeks over 825 jaar Lisse. Grootschalige bollenteelt ontstond pas vanaf de tweede helft van de 19e eeuw. Vroeger was het een binnenduingebied met oude strandwallen en strandvlakten.
Door zandwinning werd het binnenduingebied ten zuiden van Lisse al vanaf de 16e eeuw en eerder ingrijpend veranderd. Op de afgegraven duingebieden, de geestgronden, vestigden zich boeren en groententelers, die later vanaf 1820-1850 overstapten op de bloembollencultuur.
De situatie werd in 1880 veel gunstiger doordat het grondwaterpeil op de voor bollen geschikte gronden op een vast niveau werd gehouden door het Hoogheemraadschap van Rijnland. Vóór die tijd fluctueerde het waterpeil flink. Dat was erg ongunstig voor de bollenteelt: bollen groeien veel beter bij een vast waterpeil van 55-60 cm onder het maaiveld.
Landgoederen
De hoogtijdagen van de landgoederen waren begin 1900 voorbij. Veel eigenaren konden het financieel nauwelijks bolwerken. Voor veel eigenaren van landgoederen werd het een steeds groter probleem om de pracht en praal op hun goed in ere te houden. Slopen of een andere bestemming zoeken was een lucratieve oplossing.
Buitenplaats Veenenburg (ten zuidwesten van de hoek Veenenburgerlaan/ Loosterweg en Frederikslaan) werd in 1899 eigendom van Arnoud Hendrik baron van Hardenbroek van Ammerstol. Daarmee werd het einde van de buitenplaats ingeluid. Duinen leverden geen geld op, afgraven en omzetten naar bollengrond wel. Er was veel vraag naar goede bollengrond en vraag naar zand voor de aanleg van wegen, dijken en bouwlocaties. Tel uit je winst. De uitdrukking bestond nog niet, maar nu zouden we spreken van een win-win situatie. Afgraven dus!
Kunstzandsteenfabriek ‘De Arnoud’
Baron van Hardenbroek gaat in overleg met de buren van landgoed Elsbroek, Rustenburg en Lapinenburg. Met de andere buur, Keukenhof, wordt ook getracht tot een opzet voor afgraven te komen, maar die had er weinig oren naar. Zelfs de burgemeester van Lisse trachtte argumenten voor afzanden naar voren te brengen, maar zonder succes. Gelukkig dat de graaf van Lynden van landgoed Keukenhof vol hield. Anders zou daar nu geen kasteel, park, bos en tentoonstelling zijn. Met de Hillegomse buren leidt het wel tot overeenstemming. Op 1 januari 1903 wordt een vennootschap opgericht, de Maatschappij tot Exploitatie van Gronden Veenenburg-Elsbroek. Men kan dus beginnen, de voorbereidingen zijn rond.
Op 24 sept. 1903 werd bij de Kamer van Koophandel ingeschreven ‘Kunstzandsteenfabriek de Arnoud’ (vanaf 1973 Van ‘Herwaarden’ en nu ‘Xella Kalkzandsteenfabriek van Herwaarden B.V’).
De afgegraven gebieden werden aan bollentelers verkocht. Er werden villa’s met bollenschuren gebouwd. Het is van groot cultuurhistorische belang dat het bollenlandschap en de gebouwen behouden blijven. Daarom zou het bollengebied niet aangetast mogen worden door woningen, industrie en autowegen die het landschap doorsnijden.
Foto: Bloeiende bollenvelden en toerisme zijn onlosmakend met elkaar verbonden.
Foto: Nico Groen
Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”
Info@oudlisse.nl