De plannen voor bebouwing van de wijk Geestwater lijken nu toch vastere vormen aan te nemen. In dat gebied ligt een bosje bij boerderij Langeveld. Dit bosje was er al voor 1830.
door Nico Groen
Nieuwsblad jaargang 21 nummer 2, 2022
De plannen voor bebouwing van de wijk Geestwater lijken nu toch vastere vormen aan te nemen. In dat gebied ligt een bosje bij boerderij Langeveld. Dit bosje was er al voor 1830. De slootjes rondom het bosje zijn op de kaart van het Kadaster uit die tijd te zien.
Het was toen groter dan tegenwoordig. Het slotenpatroon in de Poelpolder is al vanaf 1624 bij de drooglegging gerealiseerd en is in de potentiële wijk Geestwater nog grotendeels intact. Slotenpatroon en bosje zijn van groot cultuurhistorisch belang. Dit wordt ook zo verwoord in de Cultuurhistorische Waardenkaart van de gemeente Lisse.
Geriefhoutbosjes
Geriefhoutbosjes stonden vroeger bij veel boerderijen. ‘Gerief’ betekent ‘te gebruiken’. In deze bosjes stonden meestal alleen essen (Fraxinus excelsior). Het hout van de es is lichtgekleurd, taai en sterk. Vroeger werd ieder jaar zo ongeveer een achtste gedeelte van zulke geriefhoutbosjes bij de grond afgekapt. Vandaar dat zo’n bosje ook wel hakhoutbosje werd genoemd. Het hout voor gebruik rond de boerderij kwam daar vandaan. Essenhout werd bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van gereedschap en het werd gebruikt als brandhout. Het werd vooral vanwege zijn elasticiteit gebruikt voor stelen van bijlen en schoppen. Ook werden er palen en hekken als afscheiding rondom de boerderij of de weilanden van gemaakt. De duurzaamheid van essenhout bij buitengebruik is echter vrij laag.
Pestbosjes
Het verwaarloosde essenhakhoutbosje is wel mooi.
Er is vaak verwarring over het verschil tussen geriefhoutbosjes en pestbosjes. Deze laatste bosjes zijn in het verleden ontstaan op de plaatsen waar kadavers van aan de veepest, aan miltvuur of aan andere ernstige besmettelijke ziekten gestorven vee werden begraven. Zo’n plek werd omringd door een sloot zodat het andere vee er niet mee in aanraking kon komen en besmet kon raken. In de 18e eeuw heerste er meerdere malen veepest. Soms stierf binnen het jaar 70% van de veestapel. Omdat zo’n pestbosje was omgeven door sloten, groeide er op den duur ruigte met een scala aan bomen zoals elzen en wilgen. Een pestbosje werd vroeger wel een krengenbosje of een koebosje genoemd.
Bosje bij boerderij Langeveld
Vroeger werden om de 8 jaar de bomen gekapt en liepen de stronken opnieuw uit met meerdere stammetjes.
Het bosje ligt in de Poelpolder, precies in het verlengde van de Staalsloot, die van de Rijnsloot naar het westen richting Heereweg en vervolgens richting boerderij Wassergeest loopt. Omdat er rondom het bosje bij boerderij Langeveld geen slootjes zijn en omdat er alleen maar essen staan, werd jarenlang gedacht dat het bosje bij Langeveld een geriefhoutbosje was. Iedere acht jaar had een gedeelte gekapt moeten worden, maar dat is al jarenlang niet gebeurd. Daarom zijn de uitlopers nu erg groot geworden. Het zijn hele bomen. Hoewel een mooi gezicht, is het bosje nu dus sterk verwaarloosd. Veel essen hebben de laatste jaren de schimmelziekte essentaksterfte onder de leden. Het is zeer besmettelijk en na een paar jaar sterft de boom af.
Een detail van een luchtopname van de RAF in 1945 Rechts van het midden het huidige bosje, de rest is gekapt.
Bij het bosje bij Langeveld lijkt daar nog geen sprake van te zijn. Maar ongetwijfeld zal deze ziekte hier ook toeslaan zoals in de hakhoutbossen van buitenplaats Keukenhof.
Toch een pestbosje
Jarenlang werd dus gedacht dat het bosje bij boerderij Langeveld een geriefhoutbosje is, omdat er geen sloten omheen liggen en de bomen er alleen maar uit essen bestaan. Het bosje is nu vierkant van vorm. Op luchtfoto’s uit 1925 en 1945 is duidelijk te zien dat het bosje er toen heel anders uitzag dan tegenwoordig. Het was veel groter en heel anders van vorm. Ook is te zien dat er slootjes omheen liggen. Op de kaart van LisseTijdReis (zie kader) uit 1830 is het slotenpatroon ook goed te zien. Het heeft op die kaart dezelfde vorm als op de luchtfoto’s. In 1830 bestond het bosje dus blijkbaar al. Op actuele hoogtekaarten van dit moment is de vorm van deze slootjes nog te zien door een verschil in hoogte met de omgeving. Uit de luchtfoto uit 1945 is op te maken dat bijna het hele bosje is gekapt. Er was in de hongerwinter veel behoefte aan brandhout. Mogelijk is daarom het bosje toen gekapt. Op de plek van het huidige bosje zijn jonge, pas geplante bomen te zien. Dat zullen de essen zijn die er nu nog staan.
Het eigendom van het bosje en de weilanden er om heen waren in 1830 van
Klaas Verdegaal (in blauw). Het slotenpatroon is goed te zien
(Uit LisseTijdReis)
Geconcludeerd kan worden dat op het moment van het maken van de luchtfoto’s het bosje een pestbosje was, dat er in 1830 ook al was. Later, na de oorlog, is dit veranderd in het veel kleinere geriefhoutbosje, dat er nu verwaarloosd bij staat. Het overige deel is weiland geworden en de slootjes zijn gedempt. In de Poelpolder zijn nog drie bosjes die nu geriefhoutbosjes worden genoemd. Wie weet waren dit vroeger ook pestbosjes.
Eigenaren van het pestbosje
Pestbosjes werden meestal zo ver mogelijk van de boerderij aangelegd. Toch ligt dit bosje vlak bij boerderij Langeveld. De reden is dat dit bosje nooit van Langeveld geweest is. Dit is te zien op een kaart met het verkavelingspatroon in LisseTijdReis uit 1830. Bij het aanklikken van de eigenaar van het bosje blijkt dat het bosje van Klaas Verdegaal was. In de zestiger jaren van de vorige eeuw was Ceel van der Vlugt eigenaar van het bosje en van de weianden eromheen. In die jaren liep zijn grond tot aan de Rijnsloot en grensde zijn land aan dat van Langeveld. Het bosje werd toentertijd het bosje van Ceel genoemd. Hij woonde met zijn zus in de molenstomp aan het einde van de 2e Poellaan tegenover het tuincentrum. De molens die ooit voor de droogmaking zorgden, stonden daar. De molenstomp waar Van der Vlugt zijn boerenbedrijf uitoefende was een opvolger van die molens.
Verkavelingspatroon
Bij de drooglegging in 1624 is een strak slotenpatroon gerealiseerd. Van noord naar zuid maakte men een tochtsloot, Molentocht of Wetering genaamd, om het water naar de molens af te voeren. Dwars op de Molentocht legde men sloten aan, die het water daar naar afvoerden. De Molentocht begint nu net aan de zuidkant van ‘t Lange Rack en loopt helemaal door tot ver voorbij de 3e Poellaan. Ter hoogte van de Grote Lisserpoelmolen, die aan de Ringvaart ligt, is een aftakking van de Molentocht naar deze molen. Halverwege de 60er jaren van de vorige eeuw is men in het noordelijke deel van de Poelpolder begonnen met een grootschalig nieuwbouwproject. In dit gedeelte is de oorspronkelijke verkaveling geheel verloren gegaan, maar deze verkaveling is in de rest van de Poelpolder, in het open gebied, grotendeels behouden. Waar nu de wijk Geestwater moet komen zijn de dwarssloten ook nog grotendeels intact.
Wijk Geestwater
De eerste verkenningen voor het plan Geestwater zijn achter de rug. De volgende stap is volgens de website van gemeente Lisse het uitwerken van de visie in een voorlopig stedenbouwkundig schetsontwerp en beeldkwaliteitsplan. Geestwater is al een oude naam, die vóór de inpoldering van de Lisserpoel in 1624 al lang bestond als naam van een van de droog te leggen meren: De Noordpoel, De Zuidpoel, Het Geestwater of Geest Water en De Cleypoel. Het Geestwater liep vóór de bedijking ongeveer vanaf boerderij Langeveld tot nabij de H.H. Engelbewaarderskerk. Dus tot ver voorbij de 2e Poellaan. De Zuidpoel bevond zich ongeveer waar nu de wijk Vrouwenpolder is. De Noordpoel lag ten noorden hiervan en De Cleypoel bij de 3e Poellaan.
Cultuurhistorische waarden
Wijk Geestwater met cultuurhistorische waarden. Hopelijk worden de Molentocht en de dwarssloten in de wijk behouden en eventueel hersteld. Het oorspronkelijke pestbosje bij boerderij Langeveld ligt in de te ontwikkelen wijk. Volgens de beschrijving van de plannen is het de bedoeling dat er ook ‘wilde natuur’ komt. Wat is er meer ‘wilde
natuur‘ dan een pestbosje? De VOL pleit er voor dat de oorspronkelijke sloten rondom het bosje weer worden hersteld en dat er, naast de bestaande essen, bomen en struiken worden geplant die van nature in lage, natte kleigrond voorkomen, zoals elzen, berken en wilgen. Het is van groot cultuurhistorisch belang dat er op deze plek een natuurlijk bosje wordt gerealiseerd en dat belangstellenden en toekomstige generaties er aan worden herinnerd dat hier oorspronkelijk een pestbosje was. Bewerken van de grond is niet helemaal ongevaarlijk vanwege miltvuur (zie kader).
Kader: Veepest of runderpest
Veepest of runderpest is een veeziekte bij koeien die wordt veroorzaakt door een virus. Ook varkens, geiten en schapen zijn enigszins vatbaar, maar mensen niet. Uitbraken van runderpest zijn vooral bekend uit de 18e en 19e eeuw. Veepest kan alleen worden overgebracht via direct contact van zieke dieren met dieren. Het virus zit met name in vloeistoffen uit de neus en ogen van zieke dieren, maar kan ook in de mest van zieke dieren zitten. Na het ziek worden ontstaan maag-darmproblemen met als gevolg zware diarree, waaraan het dier binnen 8 tot 10 dagen sterft. Het virus vindt zijn oorsprong in het gebied rond de Kaspische Zee en is van daar uit naar Europa, Azië en Afrika verspreid. Op 14 oktober 2010 verklaarde de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties de runderpest als uitgeroeid.
Kader: Miltvuur of antrax
Miltvuur of antrax is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Bacillus anthracis. De ziekte is bij mensen en dieren, vooral bij koeien, al heel lang bekend. Miltvuurbacteriën kunnen in een niet-actieve vorm overgaan en in deze rusttoestand decennialang overleven en weer actief worden als de omstandigheden zich daarvoor lenen. De bacterie kan op 3 manieren de mens besmetten; via de huid, de longen of het maagdarmkanaal. In veel gevallen is dit dodelijk. In de eerste helft van de twintigste eeuw kwam miltvuur nog regelmatig in Nederland voor, maar sinds de invoering van de Destructiewet uit 1957 is het aantal gevallen drastisch afgenomen. Dat betekent niet dat de ziekte in Nederland niet meer voorkomt, maar wel dat miltvuur er uiterst zeldzaam is geworden. In 2013 werden bij graafwerkzaamheden in Lent levensvatbare miltvuursporen gevonden op een plek waar vóór 1942 kadavers van aan miltvuur overleden vee waren begraven. Daardoor dienen bijvoorbeeld archeologen en landbewerkers alert te zijn op de ligging van de (vroegere) miltvuurbosjes.
Kader: Geschiedenis van de Poelpolder
De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is een onderzoek gestart naar de geschiedenis van de Poelpolder. Dit jaar is het 400 jaar geleden dat het besluit werd genomen om dit gebied droog te maken. In 1624 was de Poel droog. De Lisserpoelpolder is een van de oudste droogmakerijen van Zuid-Holland. Er zijn nog tal van sporen in het landschap van de Poelpolder die stammen uit de tijd van de drooglegging en al 400 jaar oud zijn. Denk aan het open weidelandschap en de ligging van dijken en sloten. Het is belangrijk die sporen onder de aandacht te brengen van bewoners en bestuurders, opdat deze sporen behouden zullen blijven. Een goed voorbeeld is het sloten- en verkavelingspatroon bij de nieuwe wijk Geestwater. Ook het bosje bij boerderij Langeveld is al heel oud en is mogelijk al aangelegd vlak na de drooglegging.
Kader: Projectteam 400 jaar Poelpolder
LisseTijdReis is een aparte website van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” met historische informatie over Lisse. Daarin is o.a. een digitale kaart opgenomen die gebaseerd is op kaarten uit de jaren 1812-1830 van het Kadaster. De digitale kaart is vervaardigd door een projectteam van Vereniging Oud Lisse. Naast die kaart is nog veel meer informatie in tabellen opgenomen in LisseTijdReis. Daarin worden alle gegevens gestroomlijnd, om deze makkelijker te kunnen opzoeken. De vrijwilligers zijn daar nog volop mee bezig. De kaart in LisseTijdReis is door iedereen te raadplegen, maar de tabellen zoals foto’s, stambomen, eigenaren en bewoners zijn alleen voor leden van de VOL toegankelijk.
Aktuele hoogteverschillen Nederland hoe roder hoe hoger, donkerblauw is dieper. Het pest-geriefbosje laat zijn boomtoppen rood kleuren. Die bomen zijn dus best hoog. Dat is wat er nog over is van het bosje, waarvan de vorm van 1925 nog te zien is.