Berichten

Waar liggen de strandwallen en de strandvlakten?

Sporen van vroeger                                                            

16 februari 2021

 door Nico Groen

De meeste Lissers weten wel dat Lisse op een van de oude strandwallen ligt. Maar waar waren deze strandwallen in het verleden en waar waren de gebieden daar tussenin, die strandvlakten werden genoemd? Doordat veel strandwallen zijn afgezand, is er tegenwoordig geen verschil te zien tussen de strandwallen en strandvlakten, met uitzondering van het terrein Keukenhof en het gebied langs de Leidsevaart. De rest is allemaal bollenland geworden.

Strandwallen zijn van oorsprong zandbanken, die in de lengte van de kust zijn ontstaan. Door het smeltwater na de laatste ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden, steeg de zee. Langs de kusten ontstonden zandbanken. Vanaf de laatste ijstijd is de zeespiegel alleen maar gestegen. Daardoor werden de  zandbanken ofwel strandwallen of binnenduinen steeds hoger opgeworpen. Tussen de strandwallen liepen geulen, die onder invloed van eb en vloed stonden.

De Oude Rijn bij Rijnsburg kon door de hoge stand van de zee zijn water niet meer kwijt. Daardoor ontstonden in noordelijke en zuidelijke richting ook diverse geulen. De invloed van de noordelijke geulen waren tot Lisse merkbaar. Al deze geulen, die soms heel breed waren, worden strandvlakten genoemd.

De strandwallen in Lisse kunnen in twee delen worden gesplitst. Het noordelijke gebied loopt vanaf de Stationsweg noordwaarts. Tussen de Heereweg en de  Loosterweg Noord is het één grote brede strandwal. Dit in tegenstelling tot het zuidelijk deel.

De Heereweg, vanouds de wegverbinding tussen Haarlem en Oegstgeest, ligt op de oudste strandwal, waarop ook Hillegom, Lisse en Sassenheim liggen. De Heereweg ligt net op de oostelijke rand van de strandwal.

Vóór boerderij Wassergeest loopt nog steeds een sloot van noord naar zuid. Aan de zuidkant van De Engel loopt ook een sloot in zuidelijke richting. Deze twee stukken sloot behoorden vroeger tot één sloot, die liep van zo ongeveer in de buurt van de Vuursteeglaan tot de Beek bij de boerderij van Bergman. Deze sloot, die de Bansloot of Banzijp werd genoemd, waterde af op de Beek. Het hele gebied tussen deze Bansloot en de Heereweg behoorde tot de strandwal en werd Westgeest genoemd. Het gebied tussen de Bansloot en de Achterweg was een strandvlakte en werd  gedeeltelijk Liesbroek genoemd.

De Achterweg is een deel van de oude verbindingsweg tussen Lisse en Valkenburg. De Achterweg ligt op een strandwal die slechts tientallen meters breed is. Ten westen van de Achterweg kom je weer in een strandvlakte. Deze strandvlakte loopt door naar het westen tot boerderij De Phoenix en de houtwal richting Essenlaan.

Dan komt er weer een strandwal, die het Keukenduin werd genoemd. Die loopt vanaf de Van Lyndenweg, langs De Phoenix en genoemde houtwal tot de voorbij Voorhout. De westgrens van het Keukenduin wordt gevormd door de Loosterweg Zuid. Ten westen van de Loosterwegen ligt een strandvlakte: de Lage Venen.

 

Uitzicht op Lisse vanuit het noordwesten laat allemaal duinen zien.
Schilderij van A.J. Eijmer 1803

 

Bij de hartpagina: Wintersplaatje

Redactie

Nieuwsblad Jaargang 19 nummer 4, 2020

Lisse in de kou ongeveer een eeuw geleden. Geen werk, de winters waren zwaar, er heerste nog veel armoe in de vaak kinderrijke gezinnen. De Spaanse griep maakte het leven nog een stuk moeilijker. November 1918, einde van de Eerste Wereldoorlog. Soldaten keren huiswaarts, vaak erg ziek. In de loopgraven had de griep al aardig huis gehouden. Grootse feesten om hun jonge zonen
te verwelkomen. Juist door die feesten met massa’s mensen sloeg het noodlot nog eens keihard toe. De Spaanse  griep groeide uit tot een verschrikkelijke pandemie. Wereldwijd waren er vele malen meer
slachtoffers te betreuren door deze ziekte, dan door de oorlog waarvan men het einde vierde.
Het afgelopen jaar zouden wij 75 jaar vrijheid vieren. De cover van ons VOL-Nieuwsblad hebben we daarom wat meer kleur gegeven. Dit jaar is nogal kleurloos, kil en grauw aan ons voorbij gegaan. We moeten er maar op vertrouwen dat het weer beter wordt en de velden weer net zo vrolijk kleuren….

 

 

Lisse in 2050 energie neutraal?

De ambitie van Nederland is om 2050 energieneutraal te zijn. Zo wil ook Lisse van het gas af. De VOL is tegen het gebruik van het landschap voor zonnepanelen en windmolens. Gas is het beste alternatief.

Nieuwsflitsen

Nieuwsblad Jaargang 19 nummer 4, 2020

Energietransitie betekent dat we straks geen gebruik maken van fossiele brandstoffen zoals olie en aardgas en dat we daarvoor onze nodige energie duurzaam gaan opwekken. In het Klimaatverdrag van Parijs in 2015, dat door Nederland is ondertekend, moesten we actie ondernemen om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius, en liever nog tot 1,5 graad. Dat kan alleen als we overstappen naar bronnen waardoor energie neutraal opgewekt wordt. Zoals door windmolens, zonnepanelen, warmtepompen en door aardgas niet meer te gebruiken. Dertig regio’s in Nederland werken aan een eigen Regionale Energie Strategie (RES) waaronder Holland Rijnland. Dit is de regio met 13 gemeenten waar Lisse ook toebehoort. De RES ambitie van de Holland Rijnland regio is om in 2050 energie neutraal te zijn en in 2030 1 Terawattuur (1 miljard kWh) aan elektriciteit duurzaam op te wekken, wat
overeenkomt met het elektriciteitsgebruik van 54000 huishoudens. Daarvoor zijn veel windmolens nodig (45 tot 70 grote of 70 tot 100 kleinere windmolens). Het kan ook met ca. 1400 a 1500 hectare zonneparken wat neerkomt op ca. 3000 voetbalvelden. In de Bollenstreek is dit echter niet eenvoudig omdat dit een van de drukste regio’s van Nederland is en ook mag de cultuurhistorische waarde van het bollenlandschap niet aangetast worden. Gezien de twijfel die er bij velen heerst of de doelstellingen van het klimaat wel worden gehaald worden op initiatief van de Gemeente Lisse de meningen van inwoners, bedrijven en verenigingen hierover gepeild. Zie de vragenlijst van de gemeente Lisse op www.lisse.nl/energietransitie en ook het artikel in Elseviers Weekblad van 28 november 2020: ‘ Het failliet van het Klimaatplan’ waarin 6 punten besproken worden waarom de energietransitie niet gaat lukken. De Ver. Oud Lisse werd hierover geïnterviewd. De Ver. Oud Lisse is vóór het gebruik van zonnepanelen op huizen en warmtepompen in nieuwe huizen, zoals in Getsewoud in Nieuw Vennep is gedaan. Zonnepanelen en grote windmolens plaatsen in de velden van onze Bollenstreek tast ons cultuurlandschap te veel aan. Warmtepompen plaatsen in bestaande huizen is ook veel te duur.
Grote windmolens vinden we niet passen in ons Bollenstreek cultuurlandschap, tenzij ze in zee ver voor de kust geplaatst worden. Ook is de Ver. Oud Lisse geen voorstander van het stoppen met het aardgas gebruik. Aardgas heefteen hoog waterstof gehalte en is lang niet zo milieu vervuilend als andere brandstoffen die veel meer CO2 uitstoten. Als de reden om met het gebruik van aardgas te stoppen de vele aardbevingen in Groningen zijn, dan kunnen we het altijd nog invoeren via de Nordic gaslijn uit Rusland of Noorwegen.

Het staartje van de Waterwolf

Bij de aanleg van de Ringvaart werd Lisse in tweeën verdeeld. De oostkant van Lisse werd bij de Haarlemmermeer ingedeeld. Families werden gescheiden.

Nieuwsblad jaargang 19 nummer 1 2020

Deen Boogerd

Ja, de Waterwolf was bedwongen, maar liet wel littekens achter in het landschap. Bij Lisse had de “Waterwolf ” weinig land opgeslokt. Uiteindelijk werd er wel een flinke hap Lisse door de “Poldermol” verorberd. Die zijn gang groef dwars door ons gebied. Plots werden families gescheiden door het water van de Ringvaart. De één woonde helemaal in Noord-Holland en de ander bleef in Zuid-Holland. Gelukkig is er nog de brug.

De rolbrug was de eerste brug, in 1843 werd ze gebouwd. De brug werd open gerold in de richting van de Broekweg, later pas Kanaalstraat. Er zijn helaas geen uit 1851 aangepast voor herstelwerkzaamheden aan het rolmechanisme. In het boek “Zo was het in de Lisserbroek” staat op pagina 14 de bouwtekening van 1843 met brugwachterswoning. In 1877 wordt deze brug vervangen door de stalen draaibrug. Die brug werd ook wel “de brug der zuchten” genoemd. Toen het verkeer drukker werd stonden er regelmatig boze chauffeurs tegenover elkaar.

Rolbrug luchtfoto uit 1954

Soms met gebalde vuisten, maar ook elkaar strak aankijkend te bluffen wie er de langste adem en de meeste tijd had om te wachten tot de ander achteruit reed om voorrang te verlenen. ’s Nachts was die rammelende brug ook geen lolletje, iedere overstekende auto hoorde je mijlen ver en werd er in menig bedje weer eens iemand zuchtend wakker. In 1968 was die ellende voorbij met de opening van de ophaalbrug die er nu nog staat. We snappen het wel, maar het blijft toch jammer dat ze het kanaal niet met een heel wijde bocht om onze Lisserbroek hebben gegraven. Dat is het nog altijd nazwiepende “Staartje van de Waterwolf”, au!

Ruzie op de brug der zuchten 1967, vlak voor de sloop in 1968. (in scène gezet)

Lisse TijdReis-Bewoners1830 en LTR-Archief komen beschikbaar

Afgelopen tijd heeft het team dat de Lisser TijdReis Bewoners 1830 en het LTR-archief een presentatie gegeven over de resultaten. De resultaten komen in 2 stappen beschikbaar voor de vrijwilligers.

Nieuwsflitsen

Nieuwsblad Jaargang 18 nummer 4, december 2019

Het team dat de LTR-Bewoners1830 en LTR-Archief onderhanden had, heeft de projecten afgerond. De resultaten komen nu in twee stappen beschikbaar. Tijdens de Vrijwilligersavond op 17 december 2019 krijgen de vrijwilligers een toelichting terwijl de overige leden op 9 januari 2020 tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst kunnen kennismaken met LTR. Wat komt er nu beschikbaar? LTR- bewoners1830 laat via een kaart zien hoe Lisse in de periode 1812-1830 in percelen was verdeeld en waar de gebouwen stonden. Door te klikken op een perceel komt achterliggende informatie beschikbaar, zoals: de eigenaar, de soort van eigendom, de naam van de buurt, het adres indien van toepassing, en de eventuele bewoners op het betreffende adres. Via een zoekfunctie kunnen we zoeken op eigenaar, adres en bewoner. De perceelverdeling van 1830 is van groot belang voor historisch onderzoek; bhet is de oudste nauwkeurige vastlegging van de indeling van het dorp en geeft houvast voor de indeling tot aan de middeleeuwen. Maar laten we LTR-archief niet vergeten. Via een tabelvorm komt informatie beschikbaar van onze verzamelingen. Door de werkgroep Archivering wordt hard gewerkt aan de inhoud, in eerste instantie gericht op onze boeken en foto’s. Later komen daar andere verzamelingen bij, zoals: bidprenten, krantenknipsels, topografische kaarten, schilderijen, en prenten.

Komt dat zien op 17 december 2019 en 9 januari 2020.

BIJ DE HARTPAGINA

Was getekend Arnoldus Johannes Eymer 1830, een aquarel met zichtop Lisse vanaf een duin bij Veenenburg. Eymer was een verdienstelijk schilder. Hij was in 1803 geboren te Amsterdam, zijn laatste rustplaats was in Haarlem in 1863. Eymer was aanvankelijk makelaar totdat hij zich in 1834 geheel aan de schilderkunst wijdde. Na een kunstreis door Duitsland in 1835-1836 vestigde hij zich in Haarlem waar hij naam maakte als schilder van romantische landschappen. Zo hebben we een prachtig beeld van Lisse in nog ongerepte toestand. Met links het wijde Haarlemmermeer en de wipmolen bij de Lisserham en de dorpsmolen “de Korenbloem” die tot ver in de omtrek te zien was. Rechts ervan zien we waarschijnlijk Groot Zandvliet tussen jong en groot geboompte en uitgestrekte weidegrond. Hier vandaan achter de Blinkerd en het Berkhouterduin het dak en de toren van de Dorpskerk op ’t Vierkant die toen nog overal bovenuit torende. In de vroege morgen een duinmeijer met zijn roer en hond die misschien wel een lapine probeert te verschalken. Nu zouden we in de lente kijken naar de bollenvelden en heel veel auto’s en touringcars op het terrein achter Zandvliet. Links zouden we geen water zien maar de behuizing van de Heereweg met er achter het “Meer en Duin” bedrijventerrein. Op het schilderij kunnen we wel goed zien waar die naam vandaan komt.

Eymer Wildernis 1803

Vorming van het landschap van Lisse

Veertien dagen geleden kwam in deze column globaal de vorming van het landschap van de Duin- en Bollenstreek aan de orde. Deze keer die van Lisse ter hoogte van ’t Vierkant en de Zwartelaan. De invloed van de Rijn is tot in Lisse merkbaar.

Sporen van vroeger (LisserNieuws)

9 april 2019

door Nico Groen

Veertien dagen geleden kwam in deze column globaal de vorming van het landschap van de Duin- en Bollenstreek aan de orde. Beschreven werd het ontstaan van de oude duinen en de strandvlakten daar tussenin. Deze keer ligt de focus op Lisse. Net zoals elders in de Duin- en Bollenstreek wisselen in Lisse de oude duinen (de strandwallen) zich af met strandvlakten. Zij strekten zich evenwijdig aan de kust uit. Van noord naar zuid.

’t Vierkant

e bekijken eerst de situatie van west naar oost ter hoogte van ’t Vierkant. Ten oosten van de grens met Noordwijkerhout bij de Leidsevaart lag een  brede strandvlakte. Deze strandvlakte liep door tot de huidige Loosterwegen en heet tegenwoordig de Lageveense Polder. Het landschap hier bestaat als vanouds voornamelijk uit graslanden. Daar aansluitend naar het oosten had zich een brede strandwal gevormd. Deze bestaat nog steeds en heet tegenwoordig het Keukenhofbos. De breedte van deze strandwal liep door tot de huidige Van Lyndenweg. Ten oosten van deze weg was weer een strandvlakte (boerderij de Wolff) tot net ten oosten van de huidige Westelijke Randweg. Van deze oorspronkelijke strandvlakte is niets meer over. Het is allemaal in het begin van de twintigste omgetoverd tot bollenland en daarvoor zal al veen gedolven zijn voor brandstof. Ook de sportvelden liggen op deze strandvlakte. Net ten oosten van de Westelijke Randweg was een smalle strandwal. Dit werd het Berkhouterduin genoemd. Het Berkhouterduin is in de 16e eeuw al afgegraven ten behoeve van het zand. Later werden hier ook bollen geteeld. Vanaf het Berkhouterduin tot ’t Vierkant lag weer een strandvlakte. In de 14e eeuw werd dit ‘De Groene Weyde van Lis’ en later “Het Groenevelt van Lis’ genoemd. Het was weiland en hier liepen de paarden van de postkoetsen te eten en uit te rusten. ’t Vierkant zelf was  onderdeel van een volgende strandwal. ‘t Vierkant was in de zevende eeuw veel hoger dan tegenwoordig. (nu 3 m, toen mogelijk 14 m). Vanaf ongeveer de huidige Schoolstraat tot ver naar het oosten was een groot hoogveengebied ontstaan door de groei van moerasachtige planten in de binnenzee.

Zwartelaan

Hierna bekijken we de situatie ter hoogte van de grens met Hillegom bij de Zwartelaan.

Vanaf de Leidsevaart tot Loosterweg-zuid was net als westelijk bij de Keukenhof een strandvlakte gevormd. Hier is begin 20e eeuw echter zand uit de ondergrond omhoog en het veen naar omlaag gebracht. Daardoor is dit goede bollengrond geworden. Vanaf de Loosterweg tot een stukje voorbij de Heereweg  was de situatie heel anders dan bij het centrum van Lisse. Hier was één grote strandwal  met hoge duinen ontstaan. Van afwisseling met strandvlaktes was geen sprake of deze moeten al vroeger ondergestoven zijn. Al deze duinen werden begin twintigste eeuw helemaal afgegraven ten behoeve van de steenfabriek en de bollenteelt.

Dit grote verschil ter hoogte van ’t Vierkant en  het Zwartelaangebied is te wijten aan de Oude Rijn. Bij de Zwartelaan was de invloed van deze waterafvoer nihil, maar bij ’t Vierkant nog duidelijk aanwezig. Bij de zuidgrens van Lisse was de invloed van de Rijn nog groter. Er waren daar meer en bredere strandvlaktes  en meer en smallere strandwallen. Zie het kaartje hiernaast. De oorzaak van de invloed van de Rijn ligt aan problemen met de afvoer van water bij Katwijk. De rivier moest  zijn vele water kwijt en het water stroomde en kolkte bij veel water naar de lagere gedeelten van het duinlandschap. Vlak bij de rivier was er veel meer stroming dan verderop. Onder invloed hiervan werden de strandvlakten vlak bij de rivier veel breder. Dit was dus tot in Lisse merkbaar.

Kaart: Aangepaste reconstructiekaart van 750 na Chr. 1 = ‘t Vierkant, 2 = De Wolff, 3 = Keukenhofbosch, 4 = Lage- en Hogeveense Polder.
Geel is een strandwal, paars of bruin is een strandvlakte.
Kaart van Menno Dijkstra uit ‘Rondom de mondingen van Rijn en Maas’.

Vorming van landschap in de Bollenstreek

De vorming van de Bollenstreek met strandwallen en strandvlaktes wordt beschreven.

Sporen van vroeger  (Lisser Nieuws)                                                           

26 maart 2019

door Nico Groen

Het landschap van de Duin- en Bollenstreek en dus ook van Lisse heeft zijn oorsprong rond 5000 jaar geleden. Toen begonnen zich onder invloed van wind en golfslag langgerekte noord-zuid lopende strandwallen te ontwikkelen. In het begin waren het zandbanken, die bij vloed overstroomden. Het water liet steeds meer zand op de banken achter. Tussen 2 zandbanken liepen diepe geulen waardoor het water bij eb weer afgevoerd werd. Net zoals nu nog steeds overal langs de Noordzeekust te zien is. Omdat de zeespiegel na de ijstijd bleef stijgen vanwege het nog steeds smeltende ijs, werden de strandwallen steeds westelijker opgeworpen en werden relatief steeds iets hoger afgezet. Door opstuivend zand werden deze strandwallen zelfs nog hoger en vormden zo de oude binnenduinen. Variërend tot een maximale hoogte van 14 meter waren ze niet bijzonder hoog. Toch waren deze strandwallen voldoende sterk om de zee buiten te sluiten. Het was een waddengebied met achter de strandwallen eerst open zeewater, zoals het nu bij de Waddenzee nog steeds is. Toen de strandwallen van noord naar zuid op den duur aaneensloten duinenrijen werden, vormden zich ter hoogte van de Bollenstreek achter de strandwallen een binnenzee, die steeds zoeter werd. Dit werd later het Haarlemmermeer. De geulen tussen de strandwallen stonden na de definitieve verzanding van de Oude Rijn bij Katwijk in 1163 ook niet meer in verbinding met de Noordzee. Deze geulen werden steeds breder. O.a. omdat de Rijn zijn water via de geulen kwijt probeerde te raken. In de geulen bleef het water staan. Door de weelderige groei van o.a. mossen, zeggen, gele lissen en lisdodden vormde zich veel veen. Deze soms zeer brede geulen werden later de strandvlakten genoemd. De Lageveense polder, net aan de oostkant van de Leidsevaart bij landgoed Keukenhof, was ooit zo’n oude strandvlakte.

Het landschap dat zonder invloed van mensen is ontstaan, moet er een paar duizend jaar geleden in de Bollenstreek van west naar oost als volgt hebben uitgezien:

  • Zee met zandbanken en strand.
  • Lage duinen met stuivend zand.
  • Een lage strandvlakte, die bij eb droogviel.
  • Wat hogere duinen overgaand in een struweel van duindoorn en meidoorn.
  • Een natte strandvlakte met een bovenlaag van veen door moerasachtige planten.
  • Daarna een duinenrij (strandwal) met een bos van eiken en beuken.
  • Deze laatste strandvlakten en strandwallen wisselden elkaar enkele malen af.
  • Een groot hoogveengebied met aan de randen plassen en meren, zoals de Kagerplassen met riet en waterlelie.

 

Op de zogenoemde oudste strandwal ontstonden mogelijk zo’n 2000 jaar geleden de dorpen Hillegom, Lisse, Sassenheim en Oegstgeest met een doorgaand pad van Castricum naar Oegstgeest, mogelijk in gebruik in de Romeinse tijd als Heerweg voor het leger. Bij Lisse splitste het pad zich in tweeën. Het westelijke pad, nu de Achterweg overgaand in de Oude Heereweg liep van Lisse naar Rijnsburg en was mogelijk de Heerweg naar Valkenburg. Bovenstaande heeft niets met de huidige duinen langs de kust te maken. Deze werden veel later gevormd.

Zo zal het landschap rondom Lisse er een paar duizend jaar geleden hebben uitgezien.
Foto Nico Groen.

Poelpolder: GERIEFHOUTBOSJE BIJ BOERDERIJ LANGEVELD

Ommetje van de Poelpolder:  het geriefbosje van Langeveld wordt beschreven. Het hout werd vroeger gebruikt op de boerderij.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

4 oktober 2016

door Nico Groen    

 We vervolgen de cultuurhistorie langs het Ommetje van de Poelpolder, dat bij de Zemelpolder begon. In een vorige column hebben we aandacht besteed aan boerderij Langeveld. We lopen nu verder over de dijk naar het zuiden langs een vrij nieuw huis. Vervolgens komt een bosje midden in de weilanden van de polder in zicht.

Dit is een geriefhoutbosje, dat vroeger bij veel boerderijen stond. ‘Gerief’ betekent ‘te gebruiken’. Dit bosje  bestaat helemaal uit essen (Fraxinus excelsior). Het ligt precies in het verlengde van de Staalsloot, die aan de westkant van de Heereweg richting boerderij Wassergeest loopt. Vroeger werd ieder jaar zo ongeveer een achtste gedeelte van zulke bosjes bij de grond afgekapt. Vandaar dat zo’n bosje ook wel hakhoutbosje werd genoemd. Het hout voor gebruik in en rond de boerderij kwam daar vandaan. Essenhout werd bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van gereedschap en het werd gebruikt als brandhout. Ook werden er
palen en hekken als afscheiding rondom de boerderij of de weilanden van gemaakt.
Het hout van de esis lichtgekleurd, taai en sterk. Het werd vooral vanwege zijn elasticiteit gebruikt voor stelen van de bijlen en schoppen.
De duurzaamheid van essenhout bij buitengebruik is echter vrij laag .

Omdat elk jaar een achtste van het bosje werd gekapt, werd het bosje elke 8 jaar ‘ververst’. Dat is nu al jaren niet meer gebeurd. Daarom zijn de uitlopers nu erg groot geworden. Het zijn hele bomen geworden. Hoewel een mooi gezicht, is het bosje nu dus sterk verwaarloosd.

Er is vaak verwarring met pestbosjes of koebosjes. Deze bosjes zijn in het verleden ontstaan op de plek waar de kadavers van de aan de pest of andere ernstige besmettelijke ziekten gestorven vee werd begraven. Zo’n plek werd omringd door een sloot zodat het andere vee er niet mee in aanraking kon komen en besmet raken. In de 18e eeuw heerste er meerdere malen veepest. Soms stierf binnen het jaar 70% van de veestapel. Omdat zo’n pestbosje was omgeven door sloten, groeide er op den duur ruigte en een scala aan bomen, zoals elzen en wilgen.

Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan de ‘Digitale Cultuurhistorische Atlas van de Duin- en Bollenstreek’. Deze atlas is geen papieren atlas, maar is te vinden op www.cultuurhistorieduinenbollenstreek.nl. Er is niet gekozen voor een boek of DVD, maar voor een website. Een boek  of DVD biedt een statische momentopname, terwijl een website dynamisch kan blijven. Het is namelijk de bedoeling de atlas steeds meer uit te breiden en te verbeteren. Bovendien kan een website voor een veel groter publiek toegankelijk zijn.

De atlas is tot stand gekomen op initiatief van het CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek (CHG), het Landschapsbeheer Zuid Holland en de Agrarische Natuur- en Landschapsvereniging Geestgrond (ANVL Geestgrond). Het CHG is het overlegorgaan van alle plaatselijke historische verenigingen hier in de streek. Ook een werkgroep van de Vereniging Oud Lisse heeft aan het tot stand komen van de atlas een bijdrage geleverd.
In deze atlas zijn heel veel nog herkenbaar aanwezige cultuurhistorische elementen beschreven, die kenmerkend zijn voor de Duin- en Bollenstreek, waaronder het geriefbosje.

Het verwaarloosde essenhakhoutbosje is wel mooi. Foto: Uit het boek ‘Fietsroutes langs bomen in Lisse’ uitgegeven door VOL en nog verkrijgbaar

Uitgave dissertatie van Dr. M.E.P. (Menno) Dijkstra “Rondom de mondingen van Rijn & Maas”

Menno Dijkstra, geboren in Lisse en lid van de VOL promoveerde op 14 december 2011 op zijn onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis van het kustgebied van Zuid-Holland, wat nu in boekvorm is uitgegeven.

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 11 nummer 3, juli 2012

enno Dijkstra, geboren in Lisse en lid van onze Vereniging Oud Lisse, promoveerde op 14 december 2011 op zijn onderzoek naar de bewonings-geschiedenis van het kustgebied van Zuid-Holland, wat nu in boekvorm is uitgegeven met als titel “Rondom de mondingen van Rijn&Maas”. Landschap en bewoning tussen de 3e en 9e eeuw in Zuid-Holland, in het bijzonder de Oude Rijnstreek.

Menno presenteerde tijdens zijn boeiende lezing voor onze vereniging op 17 april 2012 over “Van zwervende erven tot kerkdorp. De vroeg-middeleeuwse wortels van de Bollenstreek” een deel van zijn dissertatie, toegespitst op de bewoningsgeschiedenis en archeologisch onderzoek in de dorpen van de Rijn- en Bollenstreek.

In de Vroege Middeleeuwen maakte het kustgebied van Zuid-Holland deel uit van West-Friesland. Van menselijke aanwezigheid in deze periode getuigen niet alleen enkele historische bronnen en oude plaatsnamen, maar vooral archeologische vondsten.

Dit boek geeft voor het eerst een gedetailleerd overzicht van de bewoningsgeschiedenis van de estuaria van de Oude Rijn en Maas ’tussen circa 270 en 900 na Chr.’, met tal van nieuwe inzichten. Door de rijkdom aan archeologische gegevens ligt de nadruk op de Oude Rijnstreek.

Aan de hand van hoofdstukken over het toenmalige landschap, archeologische vindplaatsen, nederzettingen, huisbouwtraditie en handelscontacten, wordt gekeken welke plaats Zuid-Holland op cultureel

en politiek vlak innam ten opzichte van de omliggende gebieden. Daarbij wordt ook ingegaan op de vraag naar de tribale verhoudingen langs de Hollandse kust en wat het etiket ‘Fries’ daarbij voorstelt. Dit heeft ook gevolgen voor onze kijk op het Friese koninkrijk.

Kortom een zeer boeiend proefschrift van blijvende waarde voor geïnteresseerden in de geschiedenis van onze Rijn- en Bollenstreek. Het boek is in december 2011 uitgegeven door Sidestone Press en bevat 544 pagina’s en 1153 figuren.

Het boek kan via de website www.sidestone.com/books gekocht worden en kost €44,95. Ook kan het boek via deze website als e-book gratis gelezen worden of digitaal gedownload worden voor  € 4,50. Kortom een echte aanrader!