Lisse 825 jaar en de inwoners van Lisse
Sporen van vroeger (LisserNieuws
19 december 2023
Door Nico Groen
In deze laatste aflevering van Lisse 825 jaar worden de bewoners en hun werkzaamheden beschreven. Vóór 1500 is het moeilijk iets over inwoners van Lisse te vinden. Jan Beenakker doet in zijn boek ‘LISSE, op de grens van droog en nat’ een poging. Beenakker vond wat gegevens. In 1494 had Lisse 50 woningen en in 1512 waren dat er 87. Beenakker gaat er vanuit dat het aantal gezinsleden per huis op bijna 6 lag. Dat komt neer op een totale bevolking van 300 inwoners in 1494 en 515 inwoners in 1512. De schatting voor 1369 komt neer op ruim 500 inwoners. De bevolking daalde na 1369 sterk door oorlogen en armoede. Zoals gezegd is bovenstaande niet meer dan een grove schatting. De bevolking was zo armlastig geworden dat in 1494 ongeveer de helft dagelijks om brood moest bedelen.
De 80-jarige oorlog was in 1573 volop aan de gang tussen de Prins van Oranje en de koning van Spanje, die tevens heer der Nederlanden was. Na het beleg van Haarlem in 1573 waren er veel negatieve gevolgen voor de bewoners van Lisse. Huurlingen namen alles van waarde mee en staken de huizen en de kerk in brand. Er is toen mogelijk 40% van de huizen verwoest. De jaren daarna stonden er namelijk veel erven zonder huis te koop.
In de 16e tot en met de 18e eeuw waren er bijna 250 huizen in Lisse. Bijvoorbeeld in 1600 210 huizen, in 1730 waren dat er 230. Bij een gemiddeld aantal gezinsleden per huis van bijna 6 komt dat neer op een inwonertal van rond 1300.
Kostwinners in 1674
In de Lissese bijdrage aan het familiegeld in 1674 werden in totaal 121 families vermeld en werd ook het beroep van de kostwinner genoemd. Zo werkten er 52 personen in de landbouw. Het beroep van vlasbewerker werd 23 keer genoemd en 9 inwoners lieten noteren, dat zij arbeider waren. Bakker kwam 4 keer voor. Biersteker (biertapper), schipper, schoenmaker en timmerman werden 3 keer genoteerd. Kuiper (tonnenmaker), metselaar, wagenmaker en winkelier kwamen 2 keer voor in de lijst.
Je ziet pas een bevolkingsgroei ontstaan met de opkomst van de bollencultuur. Dit is ongeveer vanaf 1800. De bevolking liep op van 1116 inwoners in 1811 tot 2099 in 1874. Bij de volkstelling van 1870 waren er 1309 rooms-katholieken, 498 Nederlands hervormden, 115 christelijk gereformeerden, 8 evangelisch lutherse leden en 4 doopsgezinden. Er waren geen mensen, die opgaven dat zij niet bij een geloof hoorden.
De voornaamste middelen van bestaan waren in 1870 landbouw, bloemkwekerij en warmoezerij (groentekwekerij), veeteelt en zuivelbereiding. Door de uitbreiding van de bloembollenteelt na 1900 groeide de hele economie en ook de bevolking. In 1930 waren er 1651 woningen met 8478 inwoners met een gemiddeld aantal gezinsleden van 5,1 personen. Pas na de Tweede Wereldoorlog groeide de bevolking heel hard. Dat kwam door de geboortegolf en betere medische zorg. Door bebouwing van de Lisser Poelpolder in de jaren zestig verdubbelde het aantal inwoners ongeveer. Hierdoor veranderde het soort beroepen erg, mede als gevolg van de mechanisatie in de bollenteelt. Nu heeft Lisse ongeveer 23000 inwoners.
C