Weet u al waar het haasje uit het vorige Nieuwsblad vinden is? Liesbeth Brouwer doet de deur voor u open en dan kijken we van binnenuit onder het haasje door naar buiten.
Elders in het blad is plek gemaakt voor een nieuwe ‘KIJK NOU EENS’.
Door Liesbeth Brouwer
Nieuwsblad 23 nummer 1 2024
Op onze oproep in deze nieuwe rubriek om te reageren op de foto uit het vorige Nieuwsblad werd prompt gereageerd. Tot onze verrassing meldde zich mevr. Snippe. Zij woonde jaren in Maria’s Hof, Heereweg 317, waar haar man, tandarts Van ’t Hoff, zijn praktijk aan huis had.
Een betere bron van informatie kun je je niet wensen.
Het haasje
Deze villa werd gebouwd in 1906 in opdracht van dokter Haase, die zijn artsenpraktijk in Lisse toen net was begonnen. Vandaar ook het fraaie haasje waarmee het traliewerkje voor het raampje in de voordeur mee versierd is. Mevrouw Snippe vertelde dat ze via dit raampje menig patiënt met kiespijn aan pijnstillers had geholpen. Kiespijn is geen medische reden om bij nacht en ontij een beroep op de tandarts te doen, maar het kastje bij de voordeur bood dan uitkomst met een pilletje. Architect Joling Dokter Haase gaf dus opdracht om de villa aan de Heereweg te bouwen. Architect was Antoon J. Joling (1857-1934). Deze Joling was in die tijd al een bekend architect. Hij werd geboren in Zevenaar en leerde de praktijk in het bouwbedrijf van een oom. Toen hij twintig was ging hij naar Amsterdam waar hij begon als opzichter en ontwerper. Toen hij 22 was kwam hij in dienst van de bekende architect Pierre Cuypers waar hij 8 jaar ervaring opdeed bij vele grote bouwprojecten, zoals bij de Dominicuskerk in Amsterdam waar hij hoofdopzichter was. Daarna vestigde hij zijn eigen architectenbureau. Hij ontwierp fabrieken, scholen, kantoren, ziekenhuizen e.d.
In Amsterdam kun je nog diverse van deze gebouwen terugzien zoals: ’t Kasteel van Aemstel aan de Nieuwezijds Voorburgwal (lange tijd de thuisbasis van het katholieke dagblad De Tijd), de voormalige chocoladefabriek Bensdorp (nu hotel Eden aan de Amstel) en het Peek en Cloppenburggebouw op de Dam. Zijn rooms-katholieke achtergrond speelde bij zijn opdrachten zeker een rol. Zo ontwierp hij diverse scholen en was hij medeoprichter en bestuurslid van de katholieke kunstkring De Violier. Van deze kunstkring was ook de bekende kunstschilder Jan Dunselman lid, die verantwoordelijk is voor het ontwerp van de kruiswegstatie in de Sint-Agathakerk.
Woonhuis in Lisse
Architect Joling ontwierp voornamelijk utiliteitsgebouwen en maar enkele woonhuizen. Het is opmerkelijk dat hij in Lisse een villa ontwierp. Dat had waarschijnlijk te maken met de schoonvader van dokter Haase. Zijn jong gestorven eerste echtgenote was Emilia Sweens, ook wel Maria genoemd. De Sweens-familie behoorde in ’s Hertogenbosch al generaties tot de notabelen en ze waren zeer welgesteld. Den Bosch was in diezelfde periode een belangrijk centrum voor de verbetering van de positie van de katholieken in Nederland. In Den Bosch werd ook een afdeling van kunstkring De Violier gevestigd. Er werd volop gebouwd, o.a. door de bekende architect Eduard Cuypers, die ook gewerkt had bij het architectenbureau van zijn oom Pierre Cuypers in Amsterdam. Bekend was het fraaie Bossche station van deze Cuypers, maar hij bouwde ook andere objecten waarbij hij zeker te maken had met leden van de invloedrijke Sweens-dynastie. Door dit soort contacten is het niet meer zo verwonderlijk dat voor het ontwerp voor een villa met huisartspraktijk gekozen kon worden voor een bekende architect als Joling.
Bouw in Lisse
Joling krijgt dus de opdracht voor de bouw van de villa en vraagt in januari 1906 een bouwvergunning aan. In die tijd was het buurhuis van De Graaf praktisch het laatste huis van de lintbebouwing langs de Heereweg. Daar ontstond meteen al een probleem. Op 11 februari meldt de architect aan dokter Haase: “Hij staat met de fundering op en met de goot over uw eigendom.” Hoe het opgelost is valt niet te achterhalen, maar feit is dat de huizen wel merkwaardig dicht op elkaar staan en ook mevrouw Snippe weet wel over problemen met de goot. Sta je voor het huis dan zie je meteen dat het een bijzondere architectuur heeft. Het asymmetrische zadeldak, de uitspringende ingangspartij, het torentje, het heeft allemaal een monumentale allure. Overigens heeft Joling wel meer panden ontworpen met een torentje. Functioneel was zo’n torentje echter niet. Verder is het ontwerp zeker functioneel te noemen. In 1905 schrijft de architect hierover aan dokter Haase: “Zo kwam het mij noodzakelijk voor dat de gehele dienst van uw ambt moest gescheiden blijven van uw familieleven” en “dan moet de keukendienst kort bij de patiëntenbel zijn en de keuken weer zo diep dat kook en etensluchten binnen het huis niet kunnen hinderen”. De patiënten kwamen natuurlijk niet door die fraaie voordeur naar binnen. Zij kwamen door de zijdeur, naar het gedeelte waar ook de kleine wachtkamer, de spreekkamer/apotheek en de donkere kamer waren.
Interieur
I
n de tijd van dit ontwerp was het niet ongebruikelijk dat de architect zich ook bezighield met het interieur. Zo ook bij Joling. Bijzonder aan dit huis, in tegenstelling tot de andere nog bestaande woonhuizen die ontworpen zijn door deze architect, is dat er nog heel veel van het oorspronkelijke interieur bewaard is gebleven. Maar natuurlijk zijn ook hier verbouwingen en aanpassingen geweest. Joling had geen groot architectenbureau, maar werkte vaak samen met andere kunstenaars, waarbij de kunstkring geholpen zal hebben. Hij tekende veel. Ideeën werden even geschetst op bijvoorbeeld de achterkant van een sigarendoosje en er gaat het verhaal dat hij tijdens een diner zijn keurig gesteven manchetten gebruikte om wat op te schetsen. Joling werkte vaak met glas-in-lood, met tegeltableaus en paste ook graag toepasselijke teksten toe in zijn ontwerpen. Daarvan is veel bewaard gebleven. Een van de teksten is te vinden in de vroegere spreekkamer.

Daar staat: “TIS NUTTER ZAECK GESOND TE BLYVEN DAN ZIEKTE KONSTIG TE VERDRYVEN “. Nog een paar teksten uit het ontwerp: “OVERLEG.EN.LEG. WAT.OVER” en “GEEN GAST TOT LAST”. Om licht in de hal te krijgen werd vanaf boven een schacht gebouwd die het buitenlicht doorlaat via een prachtig plafond met blauw glas-in-lood. Boven kon je via planken over dit plafond lopen en bereikte je het zoldertje boven de patiënteningang. Een veilige schuilplek die in de oorlog wel door onderduikers gebruikt werd. Woonhuis met praktijk
Heel wat jaren is Maria’s Hof gebruikt als woonhuis met praktijk. Ook nadat dokter Haase in 1953 komt te overlijden, blijven zijn weduwe en de dochter uit zijn eerste huwelijk er wonen. Natuurlijk is de villa inmiddels gedateerd. Oorspronkelijk zijn op alle ruimtes voor de familie stookplaatsen in het hele huis, gestookt op kolen waarvoor speciaal iemand is aangesteld om ze te verzorgen. De slaapruimte voor de
inwonende hulp had geen stookplaats. De kolen konden van buitenaf gestort worden in de kelder. In 1965 vraagt mevrouw Haase een offerte aan voor verwarming en wordt overgeschakeld op oliestook. Die installatie stond ook in de kelder en is pas bij de laatste verbouwing verwijderd. In 1968 wordt huismet praktijkruimte overgenomen door tandarts Van ’t Hoff. Als beginnend tandarts was een rigoureuze verbouwing, achteraf gelukkig, niet haalbaar. Wel werd de wachtkamer vergroot (die was in de oorspronkelijke tekening ook maar
2.80m X 1.77m), het toilet voor patiënten en de dienstbodenopgang werden aangepast. Veel oud-patiënten van tandarts Van ’t Hoff zullen zich de wachtruimte en behandelkamer nog kunnen herinneren. In 1995 werd het huis verkocht en kwam de functie van praktijk te vervallen.
Laatste renovatie
Het huis wisselde daarna enkele keren van eigenaar, maar gelukkig bleef “vernieuwingsdrang” daarbij uit. Maria’s Hof is een gemeentelijk monument en geniet daardoor enige bescherming. Maar dat geldt alleen voor het exterieur. Terwijl in dit geval het interieur ook zeer waardevol is. De huidige eigenaar, Luc Beelen, heeft in 2013 het pand gelukkig met zeer veel respect voor dit interieur tot een fraai en leefbaar geheel omgetoverd. Atelier Koningsblauw uit Amsterdam begeleidde de renovatie. Kleurhistorische verkenningen waren nodig.
Sjabloontekeningen zijn hersteld en de plafonds werden waar nodig geretoucheerd. Een van de eerste activiteiten was het verwijderen van het prachtige blauwe glas-in-loodplafond in de hal. Het was redelijk bewaard gebleven maar wel erg smerig. Aan het eind van de restauratieperiode is het, waar nodig gerepareerd, teruggeplaatst. Het dunne glas waar het raam op lag is vervangen door veiligheidsglas. Overigens is ook in deze hal nog een fraaie spreuk op een plafondbalk te zien: “CHRIST AVANT TOUT”. Het fraaie parket, waarvan de oorspronkelijke ontwerptekeningen nog bewaard zijn, was niet meer overal aanwezig. Daarom werd ervoor gekozen identiek parket terug te plaatsen. De totale renovatie verdient zeer veel waardering. Het heeft ervoor gezorgd dat er in Lisse een uniek woonhuis van de bekende architect Joling staat, waarin veel van de oorspronkelijke stijlelementen uit de oorspronkelijke bouwtijd zijn terug te vinden en waarin bovendien het beroep van de opdrachtgever, dokter Haase, nog zeer herkenbaar aanwezig is in de vorm van de spreuken en zijn initialen in
grisaille in de tussendeur. Dat interieur begint natuurlijk met die sjieke voordeur met erboven in glas-in-lood de apothekervijzel en esculaap en de klopper in de vorm van een haasje.

Maria’s Hof