Berichten

OP OPENMONUMENTENDAG DOET DE POELMOLEN MEE

De Poelpoldermolen is in 1676 gebouwd voor bemaling van ‘De Bedijkte Lisserpoel’.  Het rijksmonument wordt beschreven.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

29  augustus 2017

door Nico Groen 

Op 9 september wordt weer de Openmonumentendag georganiseerd. Er zijn maar liefst 20 deelnemende monumenten in Lisse.  Één daarvan is de Grote Poelmolen aan het einde van de 3e Poellaan (Rooversbroekdijk 100). Molenaar Jan van Schalkwijk, vrijwillig molenaar en bewoner laat de molen dan graag zien.
Hij hield op 12 juni jl. een leuke lezing voor de VOL over vele wetenswaardigheden van de molen. Een vijftigtal belangstellenden hoorde in de Vergulde Zwaan aan de Havendwarsstraat 4 bijvoorbeeld hoe de wiekentaal werkt.
 
Het rijksmonument is gebouwd in 1676
De Grote Poelmolen of de Lisserpoelmolen is een rijksmonument en mag dus niet zomaar worden veranderd. De molen is gebouwd in 1676 voor de bemaling van de Lisserpoelpolder, die van origine 235 ha groot is.  In 1986 kwam de molen in handen van de Rijnlandse Molenstichting.
De molen is niet zo erg groot, maar wordt zo genoemd omdat hij 2 kleine molentjes aan het einde van de 2e Poellaan verving. Deze waren bij de drooglegging van de Poelpolder in 1624 gerealiseerd, maar konden de waterafvoer niet aan. Het is een forse houten, achtkantige bovenkruier met riet gedekt en met lage veldmuren van 0,50 meter hoog. De molen heeft een vlucht van 26,90 m. Het water wordt met een vijzel 3,40 m omhoog gebracht. Een vijzel is een schroefachtig mechaniek. Bij de bouw van de molen werd de vijzel al gemaakt. Dit was toen nog een erg experimenteel werktuig. Hoewel de molen nog steeds functioneel is wordt hij niet meer gebruikt voor het op peil houden van de waterhuishouding van de gecombineerde Poel- en Rooversbroekpolder. Deze functie van de molen is overgenomen door een elektrisch gemaal net ten noorden van de molen. Daar wordt het overtollige water van de Poelpolder omhoog gepompt en gespuid in het restant van de Achterringsloot, dat in open verbinding staat met de Ringvaart. Deze Achterringsloot tussen de Rooversbroek en de Poelpolder is in 1959 gedempt.
De molen kan in noodgevallen dus nog steeds water omhoog brengen. Dat water gaat vanaf de molen rechtstreeks naar de Ringvaart. Daarom is er in het fietspad een bruggetje over dit water gerealiseerd. In het boek ‘Wandel- en fietsroutes langs bruggen in Lisse’ uit 2016 worden ook dit bruggetje en de molen beschreven. Dit boek is nog steeds verkrijgbaar bij de Vereniging Oud Lisse.

Sponsors in 2018 nodig
Het comité Openmonumentendag Lisse organiseert de dag dit jaar voor de laatste keer onder leiding van Emma Schuuring.  De organisatie wordt overgenomen door een werkgroep van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud-Lisse”. Om ervaring op te doen lopen enkele leden van de VOL al een paar jaar mee met het comité. Wat dat betreft worden er daarom in 2018 geen problemen verwacht. Wat wel spannend wordt zijn de financiën. De gemeente Lisse heeft in al haar wijsheid besloten om volgend jaar voor het organiseren van de Open Monumentendag geen subsidie meer beschikbaar te stellen. Wil de VOL één en ander goed organiseren dan is er echter wel geld nodig. Dat heeft de VOL zelf niet. Om onder andere een goede folder te kunnen maken zijn dus sponsors nodig. Men kan zich nu reeds als sponsor aanmelden voor volgend jaar.

Het bruggetje en de Grote Poelmolen Foto uit het boek ‘Wandel- en fietsroutes langs bruggen in Lisse’

OPEN MONUMENTENDAG 2016 GESLAAGD

Met 3500 bezoekers kan men terugzien op een geslaagde jubileumdag in Lisse. Het was namelijk de dertigste uitvoering.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

4 november 2016

door Nico Groen 

 
Na alle binnengekomen presentielijsten geteld te hebben blijken uit maar liefst 75 verschillende plaatsen bezoekers naar Lisse te zijn gekomen. Dit zijn vaak oud-Lissers, die Open Monumentendag een goede gelegenheid vinden om Lisse weer eens te bezoeken en te bekijken.

Dit concludeert het Comité Open Monumentendag Lisse na een evaluatie van de Open Monumentendag van 10 september. In dit Comité onder leiding van Emma Schuuring  is de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” sterk vertegenwoordigd.

Thema iconen en symbolen
Het landelijk thema van deze open dag was ‘Iconen en Symbolen’. Daarom had het Comité  Lisse de daken van de deelnemers als iconen in de folder gezet. Ook waren er nogal wat deelnemers, die religieuze iconen lieten zien, soms met Russisch orthodox gezang.
De Vereniging Oud Lisse had zich op symbolen in Lisse gestort. Veel foto’s van deze symbolen waren te zien in de inloop aan de 1e Havendwarsstraat 4. Verder gaven veel deelnemers aandacht aan wat voor hen iconen en symbolen waren.

Gevarieerd aanbod
Er waren dit jaar maar liefst dertig deelnemers, een symbolisch getal, omdat het de dertigste keer was dat er in Lisse een open monumentendag werd georganiseerd. Daaronder waren weer deelnemers die  nooit eerder hadden meegedaan met Open Monumentendag. Dit waren de fam. de Munk, Keukenhofdreef 18, Danscentrum Welkom, Bondstraat 13, Villa Maria, Heereweg 107 en het Pannenkoekenhuis, Kanaalstraat 22. Het Pannenkoekenhuis is een oude boerderij uit de 18e eeuw.
Een verscheidenheid aan deelnemers deed mee, zoals 5 kerken, een klooster, een danscentrum, een museum, 2 antiekhuizen, een oud politiebureau, een huis met bollenschuur, de Heemtuin, 2 villa’s, een poldermolen, het Thomashuis, de Rijks Middelbare Tuinbouwschool, 2 kastelen, een kinderboerderij, een pannenkoekenboerderij, het Frederikshof, een monumentaal station, een kunstcentrum en een Cultuur Historisch Centrum.

Veel activiteiten
Vanuit dit gevarieerde aanbod aan monumenten waren de mooiste klanken van muziek en zang te horen. Maar er viel ook veel te zien, te beleven en zelfs te proeven  zoals iconen, symbolen, rondleidingen, torenbeklimming, optreden van dansgroepjes, Heemtuin, kantklossen, tentoonstellingen, antiek, een iconograaf, oude politiecellen, schilderijen, Deverbroodjes, proeverijen, binnenkant van een molen, kinderactiviteiten, kasteelrondleidingen, oude koffers in een monumentaal station  en vooral veel iconenschilderijen.

Het Comité wil altijd graag de jeugd erbij betrekken. Dit jaar hebben 3 scholen meegedaan: de Beekbrugschool, school de Akker en de Josephschool. 180 Leerlingen toonden hun kunstwerken in 3 verschillenden kerken: Agathakerk, Salemkerk en Engelbewaarderskerk.
Dankzij de vele vrijwilligers en het prachtige weer heeft het jubileumjaar veel mensen blij gemaakt.

Dankbaar Comité
Van de Gemeente Lisse ontving het Comité subsidie om deze 30e Open Monumentendag te organiseren. Van de landelijke Bank Giro Loterij kreeg het Comité o.a. de nieuwe vlaggen.
De paardentram met pannenkoek, die in het centrum rondreed, was een geschenk van Stichting voorheen Coöp. Onderling Belang Lisse.
Namens het Comité Open Monumentendag Lisse hartelijk dank aan alle deelnemers, medewerkers, monumenteigenaren en sponsoren.

De Agathatoren beklimmen was letterlijk en figuurlijk een van de hoogtepunten. Foto: Nico Groen

DE VERGULDE ZWAAN OPEN OP MONUMENTENDAG

De Vergulde Zwaan was vroeger een bollenschuur, gebouwd in 1910 en hoorde bij Schoolstraat 18. De bouw, de eigenaren en het gebruik door de jaren heen worden beschreven.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

23 augustus 2016

door Nico Groen             

De Open Monumentendag is dit jaar op zaterdag 10 september. Ook het servicecentrum van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is die dag geopend voor het publiek.
Het landelijk thema voor deze dag is ‘iconen en symbolen’. Lisse heeft veel bijzondere gebouwen. Daarom laat de Vereniging in haar servicecentrum aan de 1e Havendwarststraat 4 een expositie zien met veel foto’s van Lissese gebouwen. Zowel oude foto’s als wat modernere zet men naast elkaar. Dit om te laten zien hoe zo’n gebouw er vroeger uit zag en hoeveel er is veranderd in de loop van de tijd. Ook is er een fotoselectie gemaakt van allerlei symbolen in Lisse. Het resultaat is zeker de moeite waard om langs te komen op die zaterdag.

Het rechter gedeelte van het servicecentrum is van oorsprong een bollenschuur. Deze is in 1910 gebouwd en behoorde bij de woning Schoolstraat 18.  Ruim honderd jaar geleden dus.
Leo van Ruiten kocht de woning en de bollenschuur in 1938, toen hij ging trouwen met Truce Beelen.
In de jaren vijftig is aan de zuidkant van de bollenschuur een nieuwe lagere schuur gebouwd door aannemer Schaap.  Deze was bestemd voor een pakplaats en voor enkele klimaatcellen om bollen te drogen.
Leo van Ruiten overleed in 1977 en had geen opvolger. In 1979 kocht de Hobaho van zijn vrouw de bollenschuur en de naast liggende schuur om er een nieuwe drukkerij te vestigen. De oude inpandige drukkerij voldeed niet meer. In de oude bollenschuur, waar nu de zaal is waar Oud Lisse gebruik van maakt, kwamen de drukpersen te staan.
Boven kwam het archief van de Hobaho. Vanwege het gewicht moesten daarom stalen binten worden gemaakt, die nog op de benedenverdieping te zien zijn. De kantoren aan de linkerkant waren voor de redactie en dergelijke.

Om de bollenschuur vanuit de entree te kunnen betreden moest aan de bestaande ventilatiedeuren een en ander worden aangepast. Dit werd gerealiseerd door een paar van de deuren, waarvan de onderkant oorspronkelijk op 30 cm hoogte was, te verlagen tot vloerniveau. Dezelfde oude deuren kwamen er daarna weer in. Dit is van binnenuit nog heel goed te zien. Ook aan de straatzijde moest een en ander worden aangepast. De noordkant van de bollenschuur is echter nog volledig in de oorspronkelijk staat. Hier is vanaf de straat heel goed te zien hoe ventilatiedeuren van bollenschuren er vroeger uit zagen.

In 2000 werd de drukkerij ontmanteld. De ruimte werd tot 2006 gebruikt door de ICT-afdeling van de Hobaho.
Op 7 maart 2007 werd het pand, eigendom van Lisse Centrum Beheer BV, door burgemeester Wienen van Katwijk geopend voor het Cultuur Historisch Genootschap Bollenstreek (CHG). Als grootgebruiker zijn hier ook de archieven en de activiteiten van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” ondergebracht. Ook het Bloembollencorso heeft hier ruimte gevonden, evenals de  Hardraverijvereniging. Een vergulde zwaan  siert de voorkant van het gebouw. De zwaan komt oorspronkelijk uit de grote Hobahohal, waar die naast de ingang van het Handelscentrum aan de 2de Havendwarsstraat aan de muur was bevestigd.

Aan de noordkant van de bollenschuur zijn de deuren en de muur nog origineel. Foto: Nico Groen

Het oude stoomgemaal wordt totaal vernieuwd

Het voormalig stoomgemaal in de Rooversbroek uit 1898 wordt in ere hersteld. De geschiedenis wordt besproken.

door Sjaak Smakman

Nieuwsblad Jaargang 6 nummer 2, april 2007

Lisse familie investeert fors

Anderhalf jaar geleden, zegt Ruud Roozen, stond hij voor de vraag wat er moest gebeuren met het voormalige stoomgemaal naast zijn huis. Het was lang in gebruik geweest als opslagplaats, maar zelfs als berghok was het door de steeds verder gaande aftakeling niet meer geschikt. Het gebouw stond op instorten. Opknappen of slopen, dat was nu de keuze. Het werd – gelukkig – het eerste.

De Vereniging Oud Lisse was meteen blij met de plannen, vanaf het eerste moment dat Roozen contact opnam. Bij een inventarisatie van monumentale panden was het stoomgemaal eerder over het hoofd gezien. Ten onrechte, want het gemaaltje dateert al uit 1898 en heeft dus een historie die er mag zijn. Het Hoogheemraadschap van Rijnland bouwde het een dikke eeuw geleden om de Rooversbroekpolder droog te houden. Het gemaal was een relatief groot gebouw, omdat het een stoommachine moest herbergen. Het kolenhok naast het hoofdgebouw – waar nu overigens een aanbouw komt – getuigt daar nog van op de oude foto’s.

De stoommachine was zo bewerkelijk dat de machinisten, eerst Lissenaar Cozijn en daarna vader en zoon Koelewijn, het warme eten vaak naast de machine opaten. De vervanging door een dieselmotor in 1924 was een hele verbetering, ook al moest de motor om het uur worden gesmeerd. Voor de familie Koelewijn was het bedienen van het gemaal overigens een bijverdienste, want vader en zoon waren in eerste instantie bollenkwekers. Op de ruim 3,5 hectare die de familie Roozen in 1992 overnam van de familie Koelewijn wordt ook nu nog geteeld.

Pal naast het gemaal stond lange tijd een stenen dienstwoning. In 1961 kwam daar, toen zoon Koelewijn ging trouwen, een houten woning voor in de plaats. Terwijl het gemaal op houten palen was gefundeerd, werd de dienstwoning gewoon op de klei van de dijk neergezet. Na verloop van tijd begonnen de muren zodanig te scheuren dat sloop onvermijdelijk was.

De onderdelen voor de veel lichtere houten woning werden vanaf de Lisserdijk overgevaren naar het gemaal. Ook voor de huidige restauratie en verbouwing van het gemaal is vrijwel al het materiaal overgevaren over de Ringvaart. Waarbij, vertelt Ruuds moeder Mary die helemaal vooraan bij de kassen van de kwekerij aan de Middenweg woont, een keer een kraan in het water is gevallen die er vervolgens met een andere kraan is uitgetakeld.

Ruud woont nog even in de houten woning met zijn vrouw Willeke en zijn dochtertjes Jasmijn (4) en Merel (6). Een geweldige plek, beaamt hij meteen. Direct aan het water, een schitterend uitzicht over de Haarlemmermeerpolder en volop ruimte om het huis. De woning wordt straks gesloopt, zo is overeengekomen met de gemeente Lisse, in ruil voor de medewerking aan de bouwplannen voor het gemaal.

De plaats is heden ten dage dan wel een droom, maar in voorbije jaren was dat anders. Door de afgelegen ligging bleven het gemaal en de twee huizen verstoken van gas, elektriciteit en waterleiding. Het drinkwater kwam uit de regenton en als die leeg was, werd het aan de overkant gehaald met een melkbus en een paar pannen. De warmte kwam van een kolenkachel, het licht van olielampen en gekookt werd er op een butagasstel. In 1965 kreeg de polder elektriciteit en kon grondwater worden opgepompt.

Na een halve eeuw dienst begon de Crossley-dieselmotor van het gemaal gebreken te vertonen en werd gekozen voor een andere oplossing: het overtollige water van de Rooversbroekpolder werd via een duiker afgevoerd naar de lager gelegen Poelpolder en daar de Ringvaart ingepompt via het gemaal bij de molen van Duineveld.

Het gebouw van het oude gemaal zelf bleef, evenals de houten woning, staan. Begin jaren negentig kwam de familie Koelewijn naar de Middenweg. Toen mevrouw Koelewijn weer terug wilden naar het dorp, kwam de houten woning vrij en trokken Ruud en zijn gezin erin. Het in onbruik geraakte gemaal kregen ze er bij. Roozen besloot uiteindelijk Frits Treffers van de Vereniging Oud Lisse te benaderen met de vraag of het complex niet kon worden opgeknapt. Dankzij medewerking van de gemeente Lisse kon afgelopen september begonnen worden met de verbouwing. De restauratie betekent wel flink veranderingen. Aan de buitenkant springen vooral de dakkapellen en de aanbouw aan de zijkant op de plaats van het kolenhok in het oog. Maar de uitbreiding was nodig om voldoende woonruimte te creëren, zegt Ruud. Goedkoop is de restauratie niet geweest: de benodigde baksteen moest zelfs uit Frankrijk komen omdat die een speciale maat heeft die alleen daar nog wordt gebakken.

Maar het leed is nu bijna geleden. Over een paar maanden moet de verbouwing af zijn en heeft Lisse een monumentaal gebouw – al zal het nooit een gemeentelijk monument worden, want Ruud wil niet aan allerlei verplichtingen vast komen te zitten. ‘Deze verbouwing heeft al genoeg gekost’, zegt hij.

Copyright © 2007 Vereniging Oud Lisse

Reacties in 2013

Op onze website staat het in 2007 in het Nieuwsblad gepubliceerde artikel “HET OUDE STOOM-GEMAAL WORDT TOTAAL VERNIEUWD” van Sjaak Smakman. We kregen enkele aanvullingen op dit artikel van Henry Kozijn uit de VS. De eerste machinist van het stoomgemaal was Hein Kozijn, grootvader van Henry Kozijn. Hein, evenals zijn kinderen, spelde zijn naam met een K. Pas in 1963 werd de naam veranderd in Cozijn. Enige van Hein’s nakome­lingen, die intussen geëmigreerd waren, gingen daar niet in mee. Henry schrijft verder:

Tegen het einde van de 19e eeuw was men begonnen met het uitvenen van de Rooversbroekpolder. Grond en waterniveau verlaagden daardoor zoda­nig dat de windmolen het niet langer kon verwerken en vervangen moest worden door een stoomgemaal, waarvan de bouw in 1898 aangevangen werd.

Hein solliciteerde naar de functie van machinist en werd als zodanig aange­steld maar moest de windmolen, (die stond aan de Achterdijk en uitsloeg op de Ringsloot), bedienen tot het gemaal klaar was. De plaats waar de molen stond was vóór 1959 te herkennen aan een verbreding van de dijk aan het einde van de 2e Poellaan.

In het stenen woonhuis woonde het echtpaar Kozijn van 1898 tot 1914. Daar werden 10 van hun 11 kinderen geboren…

 

 

Stoomgemaal aan de Ringvaart