DEVER BELICHT
Ommetje van de Poelpolder: De geschiedenis van van donjon Dever wordt beschreven.
Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)
29 november 2016
door Nico Groen
We vervolgen de cultuurhistorie langs het Ommetje van de Poelpolder, dat bij de Zemelmolen begon. In vorige columns hebben we aandacht besteed aan het geriefbosje van boerderij Langeveld en aan de Staalsloot hier tegenover. Kijken we op de dijk richting Lisse dan zien we de dominerende donjon Dever liggen aan de andere kant van het water.
De woontoren
Dever is een woontoren, gebouwd omstreeks 1370 als een versterkt woonhuis, waar de bewoner, ridder Reinier d’Ever veilig kon wonen. Reinier is niet de eerste d’Ever in Lisse, zijn vader en grootvader woonden er waarschijnlijk al. Dat Reinier er in 1370 woonde is zeker, want dit staat in een oorkonde uit die tijd.
De achterzijde van de toren is vlak: die was gericht naar het moeras van de Lisser Poel en hoefde niet zo sterk te zijn, omdat van die zijde geen gevaar dreigde.
De andere muren zijn hoefijzervormig gebogen, bijna 2 meter dik en massief gemetseld
Het voorhuis
Op een van de oudste afbeeldingen van Dever uit 1580 is te zien dat de woontoren en het voorterrein van het huis omringd zijn door water en dat een brug toegang verleent tot het voorterrein. Tegen de woontoren is een klein huis gebouwd en op het voorterrein staan stallen en dienstgebouwen.
Johan van Schagen bouwde tussen 1631 en 1634 een royaal voorhuis voor de woontoren. In diezelfde periode werd de gracht vergroot en de poortwachterswoning gebouwd.
Een ruïne
Na 1699 hebben er geen Heren van Lisse en Dever meer gewoond.
Nu de eigenaren geen direct belang meer hadden bij de staat van onderhoud van ’t Huys Dever, trad het verval in. In 1848 stortte een deel van de noordgevel van het voorhuis in. Daarna ging het snel: in 1862 stortten het dak en de gewelven van het middeleeuwse Dever in.
Na Reinier d’Ever bleef de Ridderhofstede tot 1949 via vererving in de familie.
Dat de gemeente Lisse in 1949 eigenaar werd van de ruïne is het gevolg van de eerdere emigratie van de familie naar Duitsland. Na de Tweede Wereldoorlog werd Dever als vijandelijk Duits bezit geconfisqueerd. Het Beheersinstituut verkocht de landerijen aan de pachters en droeg de ruïne voor één gulden over aan de gemeente Lisse. De ‘ontvijandingsprocedure’ die de laatste particuliere eigenaar Max Freiherr Heereman van Zuydtwijck aanspande, vond geen gehoor bij de Raad voor het Rechtsherstel in Den Haag.
Lezing voor VOL
Bovenstaande en nog vele andere leuke, historische anekdotes over Dever vertelde Ignus Maes op 22 november op zijn eigen onnavolgbare, enthousiaste wijze. Dit, tijdens een lezing voor de Vereniging Oud Lisse aan de 1e Havendwarsstraat 4. Maes is voorzitter van de Vrienden van Dever. Voor een volle zaal met zo’n 70 belangstellenden liet hij ook nog foto’s zien van de renovatie in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Ook de opgraving van de fundering van het kleine huis tegen de toren en het voorhuis kwam aan bod. Hij roemde Fons Hulkenberg, zonder wiens inzet de renovatie niet zou zijn gelukt.
Op de website van Dever staat nog veel meer over de historie van Dever en zijn bewoners.