Berichten

Overval op het gemeentehuis

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                           

24 maart 2020

 door Nico Groen                                                          

Vanwege 75 jaar bevrijding komt deze keer de overval op het gemeentehuis van Lisse op 15 februari 1944 aan de orde. Burgemeester Van Rijckevorsel werd steeds meer onder druk gezet door de Duitsers om gegevens uit het bevolkingsregister te overhandigen. Zij hadden namelijk jonge mannen nodig in Duitsland in verband met tekort aan arbeiders daar. Het zou goed zijn om dit register te laten verdwijnen, zoals het verzet op veel plekken in Nederland deed.

De Landelijke Knok Ploeg van Post

De opmerkingen van de burgemeester kwamen via via ter ore van de Landelijke Knok Ploegen (LKP). De Groep van Johannes Post, die vanuit Rijnsburg opereerde, besloot het bevolkingsregister van Lisse te verdonkeremanen. Op 15 februari 1944 stonden er ’s avonds  een man of zes van zijn ploeg tegen de muur van het gemeentehuis in de buurt van de ingang.

Daarbinnen werd zoals gewoonlijk overgewerkt. Twee ambtenaren waren al binnen en een derde moest nog komen. De bewaking van het gemeentehuis was in handen van een burgerwacht, H. Grimbergen, en opperwachtmeester van de gemeentepolitie, Bas Romeijn. De derde ambtenaar, Willem Döll wilde het gemeentehuis binnengaan. De burgerwacht opende de deur voor hem. Vlak achter hem drongen de mannen van Post naar binnen en bedreigden de bewaker en de ambtenaar. Ook de opperwachtmeester Bas Romeijn werd in de bodekamer gevangen genomen en volgens afspraak in elkaar geslagen. Hij had namelijk zijn medewerking gegeven aan de overval. De overvallers gingen nu naar de secretarie, waar de 2 ambtenaren aan het werk waren. Iedereen werd vastgebonden. Het bevolkingsregister werd in zakken gepropt. De zakken werden naar buiten gesleept naar de ruimte van de centrale verwarming van de Josephschool vlak bij het gemeentehuis en daar opgestookt.

Bovenstaand verhaal wordt levendig beschreven in een roman van Anne de Vries, ’De levensroman van Johannes Post’. Post werd na de oorlog postuum geëerd.

De overval op het bevolkingsregister van Lisse heeft vele levens gered door op het nieuw opgezette register vele niet-bestaande ouderen, weduwen en kinderen te zetten, die in aanmerking kwamen voor distributiekaarten en -bonnen. De bonnen werden gebruikt om onderduikers in Lisse, Sassenheim en Hillegom van voedsel te voorzien.

 Dramatische gevolgen

Dezelfde nacht verscheen de Sicherheitsdienst in het dorp. Die vermoedde dat het een doorgestoken kaart was en ambtenaren werden van hun bed gelicht.

Als gevolg van deze overval werden gemeentesecretaris Jan de Haan, politieambtenaar Bas Romeijn en gemeenteambtenaar Willem Döll opgepakt en naar een concentratiekamp overgebracht. Aan de gevolgen daarvan zijn zij overleden.

In De Engel zijn twee straten naar hen vernoemd, de J.C. de Haanstraat en de W.L. Döllstraat. De Romijnstraat in het buurtschap is vernoemd naar Piet Romijn, de eerste voorzitter van woningbouwvereniging Gezinsbelang en wethouder en dus niet naar Bas Romeijn. De initiatiefgroep Herinneringsboek Lissese Oorlogsslachtoffers spant zich nog steeds in om in Lisse straatnamen naar Bas Romeijn en andere oorlogsslachtoffers vernoemd te krijgen.

Foto: De gegevens over de overval komen uit het boek ‘Wat toch een tijd’ van Ed Olivier
Foto: Nico Groen

 

 

 

Fatale razzia op 7 maart 1945

Sporen van vroeger (LisserNieuws)

door Nico Groen

10 maart 2020

In Lisse werden bij de meeste razzia’s geen mannen opgepakt. Dat was gebaseerd op het succes van het goed lopende waarschuwingssysteem via afgeluisterde telefoongesprekken. Men werd steeds bijtijds gewaarschuwd. Op 7 maart 1945, deze week precies 75 jaar geleden,  was dat echter niet het geval. Er vond toen namelijk een grote razzia plaats met grote gevolgen voor 40 mannen in Lisse.

 

De razzia’s werden georganiseerd omdat Duitsland veel te weinig arbeidskrachten had om de industrie te laten draaien. Veel Duitsers waren namelijk opgeroepen om dienst te doen aan het front, in het oosten en het westen, tegen de geallieerde opmars, waardoor de wapenindustrie stokte.

Op 7 maart 1945 stopte er een grote Duitse legertruck aan de Heereweg  bij de bollenschuur van Segers, waar nu het Agathapark is. Er sprongen zo’n 10 tot de tanden toe bewapende soldaten uit en verspreidden zich over het dorp. Alle jongemannen die zij op straat tegenkwamen, namen zij mee. Ook werden veel huizen doorzocht met als resultaat dat totaal 40 mannen werden opgepakt.

 

Ontsnapt in dameskleding

Zij werden verzameld in een bollenschuur van Van der Vlugt aan de kop van de Kanaalstraat, nabij het postkantoor. Familieleden mochten wat kleding en andere spullen brengen. Daar maakte Arie van Steensel gebruik van door vrouwenkleren aan te trekken. Hij werd gered door Marian van Klink. Zij had extra dameskleren aangetrokken. Zij fietste brutaal door het cordon van Duitse soldaten heen naar de schuur. Zij gaf Arie de extra kleding, die hij snel aantrok. Hij liep daarna de schuur uit met dameskousen en een puntmuts langs de nietsvermoedende wachten. Hij is toen ondergedoken. Marian van Klink kon gelukkig ook veilig wegkomen.

 

Naar Bocholt

De overige mannen werden met een bus naar Haarlem naar de Ripperda-kazerne gebracht. Daar werd de nacht doorgebracht. Later werden zij met veel anderen met de trein via Hengelo naar de omgeving van Bocholt net over de Duitse grens vervoerd. Het doel was waarschijnlijk  kamp Stammlager (Stalag) VI F, dat voorheen een krijgsgevangenkamp was. Rond half maart kwamen de gevangenen uit Lisse daar aan. De stad Bocholt werd een week later op 22 maart volledig verwoest door de geallieerde strijdkrachten. Mogelijk hebben de Duitsers na afloop van dit bombardement een aantal van de Lissese dwangarbeiders gebruikt om puin te ruimen en slachtoffers te bergen.

 

Gelukkig hebben, voor zover wij weten, alle 40 Lissese gevangenen het overleefd, maar natuurlijk wel met ernstige traumatische ervaringen. Soms ondervonden zij zelfs levenslang een trauma en daardoor konden zij hun leven lang niet praten over hun ervaringen tijdens en na hun gevangenschap.

Foto: De razzia begon bij de bollenschuren van gebroeders Segers, nu het Agathapark.
Foto: Oud Lisse

Inkwartiering van Duitse soldaten

Sporen van vroeger (LisserNieuws)

door Nico Groen

25 februari 2020

In het kader van 75 jaar bevrijding wordt hieronder een gedeelte van de herinneringen  aan de 2e Wereldoorlog van Henk Schalk weergegeven. In de vorige column ging het over de hongerwinter. Toen werd vermeld dat Henk 91 jaar is, maar dat wordt hij pas in december 2020). Deze keer wordt ingegaan op de inkwartiering van Duitse soldaten bij de Lissers thuis.

 

De Duitsers vonden inkwartiering bij de mensen thuis noodzakelijk omdat er bij een inventarisatie in 1942 bij alle scholen, de Witte Zwaan en De Beurs niet genoeg plek was om alle Duitsers onder te brengen. Daarom werd ook gekeken naar 166 andere inkwartieringsadressen in Lisse.

 

Het relaas van Henk Schalk

“Die soldaten werden `s avonds en `s nachts ingekwartierd bij de burgerij. Het hele dorp was geïnspecteerd en als je een kamertje of ruimte had waar er wel een paar konden slapen, kwam je er niet onderuit om ze op te nemen. Wij kregen er twee uit Beieren. Na een paar maanden moesten ze weer weg, maar ze wisten niet waar naar toe. Een half jaar later stond de troep ineens weer op het Asveld, het vroegere parkeerterrein van de HOBAHO op de hoek Schoolstraat/Hobahostraat. Ook onze August Benedict en Hans Hecker. Ze waren toen in Frankrijk geweest bij het bezettingsleger. Ze waren duidelijk blij om ons weer te zien en of we aan onze Vater und Mutter wilden vragen of ze weer bij ons mochten komen, dan mocht het van de commandant ook. Het waren echt aardige kerels. Ze brachten na de dienst altijd ‘drups’ mee, druivensuikersnoepjes, erg lekker. Wij hadden al snel geleerd om te vragen ‘Haben sie noch Drups ‘.

 

De avond voor Kerstmis 1942 kwamen ze in de bakkerij naar huis van een dienstfeestje, Hans half aangeschoten. Hans had de klompen van mijn vader aangetrokken en stond op de neus te drukken of ze wel pasten! Dat was wel lachen natuurlijk. Maar toen hij daarna ook de Hitlergroet maakte en met uitgestrekte rechterarm ‘Heil Hitler’ riep, had je moeten zien hoe woedend August op hem werd. Waarschijnlijk meer omdat hij wist hoe de Hollanders over Hitler dachten, dan om zijn eigen gevoel voor Hitler. Want de inwoners van Beieren waren uiterst Rooms Katholiek en ze geloofden heilig wat Hitler altijd propageerde over Rusland, de Communistische Godloochenaars en de strijd daar tegen. Kort daarna moesten ze weer weg, wisten zogenaamd weer niet waar naar toe. Dat ze bang waren dat het naar Rusland zou zijn, durfden ze niet eens hardop te zeggen. Het Duitse leger in Rusland had zware verliezen geleden en moest en zou aangevuld worden, desnoods met tweederangs troepen.

Later kwamen van Frau Benedict en Frau Hecker de bidprentjes, ‘Gefallen für das Vaterland’.  En zo ook bij andere mensen die inkwartiering hadden gehad”.

 

Website

Het hele verhaal van Henk Schalk over zijn herinneringen aan de 2e Wereldoorlog heeft hij opgeschreven in Het Nieuwsblad van de VOL uit april 2009. Ook staat het artikel op de website van Oudlisse.nl. Met de zoektermen oorlog, Schalk en herinneringen vindt U het artikel. Er staan momenteel meer dan 600 items op deze website.

 

Foto: Duitse soldaten na een kerkdienst op zondag.
Foto: Oud Lisse

 

 

Herinneringen aan de hongerwinter

Sporen van vroeger (LisserNieuws)

door Nico Groen

11 februari 2020

Het Nieuwsblad is het kwartaalblad van de VOL. Leden krijgen dit blad 4x per jaar gratis. In het Nieuwsblad van april 2009 heeft Henk Schalk (nu 91 jaar) zijn herinneringen aan WOII opgeschreven. Henk was bakkerszoon.

De bakkerszaak stond tijdens de oorlog op de hoek van de Kanaalstraat, waar nu de winkel met elektronische apparatuur van Van der Reijden staat. Een gedeelte van Henks herinneringen aan de hongerwinter van 1944 worden hieronder weergegeven. “Eten, brandstof, kleding, eigenlijk alles werd al gauw gerantsoeneerd en kwam ‘op de bon’…. Voor de middenstand was de voedselvoorziening een ramp. Bij onze bakkerszaak moest de klant voor ieder broodje distributiebonnen inleveren. Die kregen ze bij het distributiekantoor op de Heereweg voor een bepaalde periode. Vervolgens werd voor de week van de zoveelste tot de zoveelste van de maand in de kranten aangegeven welke bonnen er geldig waren. En zo zat de familie Schalk de hele zaterdagavond bonnen te plakken op opplakvellen. Die moesten worden ingeleverd bij het distributiekantoor en daarvoor kreeg je dan coupures waarmee je bij de meelhandel balen meel kon kopen. Al gauw werd de kwaliteit van het meel miserabel, want er werd van alles doorgemengd, zoals erwtenmeel en roggemeel. Er was geen brood van te bakken. De mensen die aan tarwemeel wisten te komen kwamen dat bij ons inleveren en later hun brood afhalen.

Eind 1944 kregen de kleinere bakkers geen brandstof meer om in hun eigen bakkerij te blijven bakken. Zo moesten wij en bakker Schakenbos bij de Protestantse Coöperatie op “De Gracht” intrekken. Totdat er bijna niets meer was en de mensen broodblikken kwamen brengen waarin deeg kon zitten van roggemeel, gemalen spinaziezaad, tulpenbollen, pulp van suikerbieten en nog meer ellende. En dat in allerlei formaten zodat de bakker de grootste exemplaren achter in de oven moest schuiven, omdat die het laatst gaar waren. We hebben wel meegemaakt dat de klanten een stok op de bodem van het blik gelegd hadden om te controleren of het echt wel hun deeg was en of er niets was afgehaald. Ook wel dat ze een aantal bonen in het blik gelegd hadden “.

Duitsers hadden wel meel

“Met Kerstmis 1944 kwam een Duitse militaire bakker koek bakken bij de Coöperatie, onder begeleiding/controle van een sergeant… Een levensgrote bol koekdeeg lag op de werkbank. Toen de eerste plaat koek uit de oven kwam kreeg de sergeant er één van. “Hmm, schmeckt gut”. Maar de bakker bromde : “Mit Eier wäre`s besser gewesen”. En dat terwijl de bevolking hongeroedeem had. Thomas Gort uit de Beatrixstraat wachtte tot bakker en sergeant even in het magazijn waren, kneep een groot stuk koekdeeg van de berg af, stopte het weer netjes toe en verborg het in zijn tas. Toen de Duitsers klaar en weg waren zei hij tevreden : ‘Ziezo, nou ga IK koek bakken’. Link genoeg, want dat was stelen van legervoorraden!

De honger was groot. Ik meen dat het rantsoen in de hongerwinter (december ’44-maart ’45) een roggebrood van 800 gram per persoon was voor een hele week en dat terwijl er verder nagenoeg niets was.”

Foto: Met een distributiekaart en -bonnen kon allerlei voedsel en goederen worden aangeschaft.
foto: Nico Groen

Het verzet in Lisse was gedisciplineerd

Sporen van vroeger (LisserNieuws)

door Nico Groen

28 januari 2020

Ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding gaat deze column over het verzet in Lisse. Aan het illegale krantje in Lisse, De Oranjekoerier, dat vanaf 24 oktober 1944 dagelijks verscheen is al eerder aandacht besteed. Maar dat was niet het enige wat het verzet deed. Dat er in Lisse betrekkelijk weinig gewelddadigheden tegen de Duitsers werden gepleegd, was te danken aan het beleid, de organisatie en de discipline van het verzet in Lisse.

Door vele verzetseenheden in Nederland werden Duitsers, gebouwen en munitieopslagplaatsen aangevallen. Het gevolg was nogal eens dat als vergelding willekeurige bewoners voor het vuurpeloton terecht kwamen. Dat was in Lisse nauwelijks aan de orde. In een interview met de gebroeders Montagne, opgetekend door Ed Olivier en Arie in ’t Veld in het boek ‘Verhalen uit een vorige eeuw’, verschenen in 2000, kwam naar voren dat het verzet in Lisse zo mogelijk in stilte werkte. De Duitse  bezetter werd zo weinig mogelijk geprovoceerd.

In het interview staat dat het er in de Haarlemmermeer aan de andere kant van de Ringvaart heel anders aan toe ging. Er woedden hele veldslagen tussen de Haarlemmermeerse knokploegen en de Duitse Sicherheitsdienst. Op een gegeven moment wilde het Haarlemmermeerse verzet een wapendepot in Keukenhof overvallen. Wietse Montagne: “We zeiden tegen Kraak, het hoofd van het verzet in Lisse, dat we dat tot elke prijs moesten zien te voorkomen. Straks gaan er hier tientallen mensen tegen de muur. Zo’n overval zou zinloos zijn geweest en in militair opzicht van geen enkele betekenis”. De overval ging daarom uiteindelijk niet door.

 

Distributiebonnen.

In den lande werden veel distributiekantoren overvallen. Met alle negatieve gevolgen zoals represailles voor de bevolking.  Deze overvallen gebeurden om distributiebonnen te verkrijgen voor de vele onderduikers. De distributiekaarten en -bonnen werden in het leven geroepen vanwege de schaarste aan van alles en nog wat. Dit om een eerlijke verdeling van goederen en voedsel over de bevolking te krijgen en hamsteren tegen te gaan. Distributiekaarten werden alleen uitgereikt aan mensen met een persoonsbewijs, afgegeven op het gemeentehuis. Onderduikers kwamen daar natuurlijk niet voor in aanmerking.

 

In Lisse werd het distributiekantoor niet geplunderd, maar werd op een heel andere manier aan bonnen gekomen. Bij 2 overvallen op het gemeentehuis werd de burgerlijke stand weggehaald. Wietse: “Ik werd door burgemeester Van Rijckevorsel ‘gevorderd’ om de bevolkingsboekhouding opnieuw op te zetten…. Het is schitterend gelukt allemaal. De burgemeester bemoeide zich er verder niet mee. We hebben er allerlei gezinnen bij zitten verzinnen. ’t Liefst natuurlijk allemaal weduwen met alleen dochters. Voor Lisse, Hillegom en Sassenheim hebben we ongeveer duizend distributiekaarten illegaal kunnen verstrekken. Het was allemaal illegaal legaal”. Met deze distributiekaarten kon men bij het distributiekantoor steeds distributiebonnen ophalen. Overvallen op het distributiekantoor waren dus helemaal niet nodig. Lisse had het geluk dat de burgemeester en de ambtenaren de andere kant op keken. Dat was in andere gemeentes wel anders.

Foto: Dit boek ‘Verhalen uit een vorige eeuw’ kan worden geleend of ingezien tijdens de inloop op dinsdagmorgen in de Vergulde Zwaan.
Foto: Nico Groen

75 jaar geleden geen Oranjekoerier door razzia’s

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)

door Nico groen

14 januari 2020

 Het illegale krantje in Lisse, De Oranjekoerier, verscheen vanaf 24 oktober 1944 dagelijks behalve op zondag. Het bevatte over het algemeen informatie over de diverse fronten in Europa, waar werd gevochten. Halverwege januari 1945, precies 75 jaar geleden, was het echter te gevaarlijk om het krantje rond te brengen in verband met de aanhoudende razzia’s door de Duitsers.

 

Alle inwoners van 16 tot 40 jaar waren per 1 januari 1945 dienstplichtig voor de “Arbeitseinsatz”. Mannen in die leeftijdscategorie  moesten zich melden bij de Duitsers. Er waren in Duitsland namelijk veel te weinig arbeiders voor de fabrieken. Het gebod werd echter massaal overtreden. Om toch aan voldoende arbeiders te komen, besloot men razzia’s te houden en de overtreders naar Duitsland te sturen.

 

Op 20 januari 1945 verscheen er weer een Oranjekoerier. Het was nummer 71 met onder andere de volgende tekst:

“Zoals de lezers begrepen zullen hebben, kon de Oranjekoerier in verband met de razzia’s, die gedurende de afgelopen week in de Bollenstreek gehouden werden, enkele malen niet verschijnen. De voorzichtigheid gebood zulks. Het verheugt ons thans weer met een nummer te kunnen uitkomen, temeer daar het nieuws zo buitengewoon goed is. Niettemin blijft de mogelijkheid bestaan, dat ons blad in de naaste toekomst niet meer elke dag zal kunnen verschijnen. Dit zal geheel van de omstandigheden afhangen. Wij zullen echter ons uiterste best doen de lezers zo regelmatig mogelijk met het nieuws op de hoogte te houden….. Hoe lang zal Duitsland de stormloop der geallieerde legers nog kunnen weerstaan? Wij weten het niet, maar wel weten wij, dat zijn kracht gebroken is. Doch voordat dit monster zieltogend terneder ligt, kunnen zijn stuiptrekkingen nog heel lastig en gevaarlijk zijn. Ook voor ons. De slavenjachten der moffen zijn er een bewijs van.”

Van  razzia’s in januari 1945 hebben we wat Lisse betreft verder geen informatie gevonden, maar bijvoorbeeld wel van  razzia’s in Hillegom, Warmond, Leiden en Gouda. Dat er wat  Lisse betreft nu zo weinig bekend is over deze razzia’s, was gebaseerd op het succes van het goed lopende waarschuwingssysteem via afgeluisterde telefoongesprekken. Men werd steeds bijtijds gewaarschuwd.

Wat toch een tijd

In Hillegom werd op 19 januari een razzia gehouden. Volgens het boekje “Wat toch een tijd” van Ed Olivier kwam hierbij Lisser Aart van Dijk om het leven. Deze bakkersknecht vluchtte het bollenland in, maar werd neergeschoten. Op weg naar het ziekenhuis in Haarlem overleed hij. Bij een razzia  op 13 en 14 januari  werden ongeveer 300 mannen opgepakt in Leiden en omgeving. Op vluchtelingen werd met scherp geschoten. Er waren tenminste 2 doden en 6 gewonden. Dezelfde Duitsers kwamen op 15 januari in Warmond in actie. Ongeveer 30 jongens werden afgevoerd. Ook in Gouda werd ongeveer 300 mannen opgepakt.

(Het telefonisch afluistersysteem werkte op 7 maart 1945 niet. Er werden 40 mannen in Lisse opgepakt).

Foto: Het oude Post, Telefoon en Telegraafkantoor op de hoek Kanaalstraat/Heereweg,
Foto: Oud Lisse

Eerste Oranjekoerier werd 75 jaar geleden gemaakt.

In de herfst van 1944 wordt de behoefte aan informatie van de geallieerden over het front  steeds groter in Lisse. Besloten werd iedere dag een illegaal krantje op christelijke grondslag te stencillen bij met de naam Oranjekoerier. Nummer 1 kwam op 24 oktober uit.

Sporen van vroeger (LisserNieuw)                                                           

22 oktober 2019

door Nico Groen

   

In de herfst van 1944 zijn vele Lissers in het ongewisse over het verloop van de oorlog. Zijn de geallieerden aan de winnende hand of lijden ze gevoelige verliezen en raken zij steeds meer terrein kwijt? Die onzekerheid was een goede reden om een illegaal blad te maken: de Oranjekoerier.

In de herfst van 1944 wordt de behoefte aan informatie van de geallieerden over het front  steeds groter, omdat in Lisse veel radio’s zijn geconfisqueerd door de Duitsers of omdat men niet meer durfde te luisteren naar Radio Oranje. Bovendien valt de stroom op diverse plaatsen in Lisse geregeld uit. Daarom komen in de Schoolstraat ten huize van de familie Montagne enkele Lissers bij elkaar om na te denken over een illegaal krantje. De initiatiefnemers zijn Jan Montagne jr., Wietse Montagne, Marius Montagne, Leo van Rooyen en Max Vermeer, zoon van de bakker. Marius Montagne is later directeur van bollenveiling HBG geworden. Onlangs vierde hij zijn honderdste verjaardag.

Illegale krant

Besloten werd iedere dag een illegaal krantje op christelijke grondslag te stencillen bij met de naam Oranjekoerier. In de woning op zolder aan de Schoolstraat was een radio aanwezig, die Radio Oranje uit Londen kon ontvangen. Daar werd iedere avond om 20.00 uur naar de dagelijkse uitzending met nieuws van het front geluisterd. Tijdens de uitzending maakte Marius aantekeningen in steno. Na de uitzending werd het geheel, uitgewerkt en getypt door Marius en Wietse, direct weggebracht naar bakker Vermeer, daar gestencild en vervolgens rondgebracht bij de bezorgers. Na enige tijd was de oplage maar liefst 1500 exemplaren. Tot na de bevrijding werd er iedere dag, behalve op zondag, zo’n illegaal krantje van 1/2, 1 of 2 pagina’s gemaakt.

Het eerste nummer van de Oranjekoerier van 24 oktober 1944 begint als volgt:

“Nr      1                                                                     24 october 1944

BIJ HET EERSTE NUMMER

Moge de drastisch gerantsoeneerde, of de hier en daar reeds geheel stop gezette gas- en electriciteitsvoorziening ons reeds zwaar hebben getroffen in onze voedselbereiding, verlichting en verwarming, niet minder rampspoedig is het feit, dat hierdoor ons enig contact met de vrije wereld onze radio ten deele of zelfs geheel wordt uitgeschakeld.

Snel en betrouwbaar te blijven worden ingelicht in de wellicht beslissende phase, waarin de oorlog thans is gekomen zal den meesten van ons even zwaar wegen, als een gevulde maag en een des avonds verlichte en verwarmende woning.

Welnu, aan deze behoefte, snelle en betrouwbare voorlichting en berichtgeving, wil ons blad, dat hiermede zijn intrede doet, voldoen. Het zal iederen dag verschijnen. De oplage is voorlopig klein voor die gebieden, waar de electriciteitsvoorziening (lees: het luisteren naar de radio) nog min of meer beperkt doorgaat. Zoodra ook deze daar geheel wordt stop gezet, zal de oplage in de bedoelde gebieden onmiddellijk worden vergroot. Ten slotte doen wij nog een dringend beroep op U, om dit blad na inzage zoo snel mogelijk aan een Uwer vertrouwden door te geven; u vergroot hier mede onze oplaag in aanzienlijke mate”.

Foto: De eerste pagina van de eerste Oranjekoerier van 24 oktober 1944.
Foto: Delpher.nl

Herdenking bij het B-17 monument

Nieuwsblad Jaargang 18 nummer 3, oktober 2019

Nieuwsflitsen 

Dit jaar was open monumentendag weer een succes. Er werden 3857 bezoekers uit 45 verschillende plaatsen gesteld.

Op 26 september 2019 is het precies 75 jaar geleden dat een Amerikaanse B-17 bommenwerper in Lisse in het land van Bergman bij de buurtschap Ter Beek is neergestort. Dit werd herdacht op 7 september 2019 in en bij de H.H. Engelbewaarderskerk, Heereweg 457, in Lisse. De organisator van deze herdenking, Erwin de Mooij, gaf aan dat er op 15 september 2012 in Lisse, in de voortuin van de H.H. Engelbewaarderskerk, een monument was onthuld ter nagedachtenis aan de crash van een Amerikaanse B-17 bommenwerper. Het vliegtuig met 9 bemanningsleden was op 26 september 1944 op de terugreis van een missie naar Osnabrück (Duitsland), toen het geraakt werd nabij IJmuiden door Duits luchtafweergeschut. Uiteindelijk stortte de bommenwerper met de naam ‘Jayhawk’ nabij de buurtschap De Engel neer. Twee inzittenden kwamen om het leven, vier wisten er te ontsnappen en doken onder dankzij de hulp van de lokale bevolking en het verzet en drie inzittenden werden krijgsgevangen gemaakt. Op zaterdag 7 september 2019 werd deze crash herdacht en de impact die de crash heeft gehad op de bemanningsleden en alle andere betrokkenen. Hun leven is hierdoor voorgoed veranderd.

Erwin de Mooij merkte op dat in Lisse niet veel mensen iets gemerkt hebben van de crash, maar in Sassenheim des te meer. Volgens nu nog levende ooggetuigen vloog de grote bommenwerper laag zonder geluid over, want alle motoren waren uitgevallen op een haperende motor na. Ze zullen het nooit vergeten! Vandaar het B-17 monument en deze herdenking op zaterdag 7 september 2019. Vele sprekers waren er in de H.H. Engelbewaarderskerk: burgemeester van Lisse mevrouw Lies Spruit sprak als gastvrouw. De heer Pete Hoekstra, de Amerikaanse ambassadeur in Nederland, hield een toespraak, net als de heer Erwin van Loo, hoofd Operationele Dienstverlening van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. De laatste sprak namens de veteranenorganisatie van de 457th Bomb Group Association in Amerika, evenals mevrouw S. Goodfellow, de dochter van Sgt. William Goodfellow (bemanningslid). Na de bijeenkomst in de kerk speelde het tweede gedeelte zich af in de tuin van de H.H. Engelbewaarderskerk, waar de show- & marchingband Da Capo uit Lisse enkele stukken speelde, waarna er twee minuten stilte werd gehouden. Daarna werden de vlaggen gehesen en werd het Nederlandse en het Amerikaanse volkslied gespeeld en werden enkele kransen gelegd. Als afsluiting verzorgde de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht een vliegtuigshow met een Beechcraft D18S. De herdenking werd afgesloten met een dankwoord door Erwin de Mooij.

Don’t forget to remember them…..Waarom? Hierom!

Inhoud Nieuwsblad Jaargang 18 nummer 2 juli 2019

Carole Ann Phipps Wilson

Op 7 september wordt herdacht dat een bommewerper 75 jaar geleden neerstortte bij de Engel. Er is een herdenking in de Engelbewaarderskerk en bij het herdenkingsmonument, dat in 2012 onthuld is. Carole Ann Phipps, dochter van een van de bemanningsleden, bedankt de inwoners van Lisse. Speciaal Erwin de Mooij.

Namens de familie van Lt. Rupert Lee Phipps

(Met diepe dankbaarheid aan Erwin de Mooij, voor zijn onvermoeibare inzet en eindeloos geduld om deze gebeurtenis mogelijk te maken.)

Inwoners van Lisse, Zuid Holland en Nederland, ik groet U.

Uw dappere landgenoten hebben het leven van mijn vader gered. Woorden schieten te kort om mijn dankbaarheid en bewondering uit te drukken aan hen die zo moedig handelden toen op 26 september 1944 de Jayhawk waarin mijn vader vloog neerstortte. Het was niet de bedoeling dat Lt. Rupert Lee Phipps zou vliegen met de B-17 bemanning die dag. Tijdens de briefing voorafgaand aan de missie, werd aangekondigd dat zowel de schutter als ook de navigator om medische redenen niet inzetbaar waren. Omdat hij voor beide taken gekwalificeerd was, bood mijn vader zich vrijwillig aan om hen te vervangen. Hij had al ervaring opgedaan bij 12 eerdere bombardementsmissies. Op die noodlottige dag, stond hij op het punt om zijn 13e missie te voltooien. Zijn missie was onderdeel van de succesvolle missie van de 457th Bomb Group om het Nazi spoorwegemplacement in Osnabrück, Duitsland te bombarderen. De flak1 van de Nazi’s raakte zijn vliegtuig toen het de grens met Nederland overvloog op weg terug naar de thuisbasis in Glatton, Engeland. Lt. Phipps was slechts 20 jaar oud en pas getrouwd toen hij neerstortte in het op dat moment rustige Lisse. Hij landde op zacht terrein vlakbij Roelofarendsveen, waar hij onmiddellijk omringd werd door een groepje mensen die een vreemde taal spraken. Aanvankelijk wist hij niet of dit vrienden of vijanden waren, maar al gauw realiseerde hij zich hoeveel geluk hij had gehad. Nadat Lt. Phipps zijn parachute had afgedaan, drong men bij hem aan zich zo snel mogelijk te verschuilen, en toen hij achter zich keek, zag hij hoe anderen de parachute snel begroeven. Mijn vader was gered door dappere Nederlanders! De volgende 5½ maanden riskeerden een tandarts, een boer en zijn vrouw, een leider van de ondergrondse en zijn gehele familie, een dominee, een bestuurslid van een jenever stokerij, een voormalige gezagvoerder van de Holland America Lijn en anderen hun leven om mijn vader verborgen te houden voor de Nazi’s. U moet weten dat mijn vader op 12 februari 1945, in het gezelschap van drie van zijn beschermers naar Lisse fietste, en dat hij twee dagen in uw plaats doorbracht. Uiteindelijk werd hij uit Nederland gesmokkeld en keerde hij terug achter de geallieerde linies op 17 maart 1945.
De gebeurtenissen rondom mijn vader’s onderduik en ontsnapping illustreren het heldendom van gewone Nederlanders tijdens de hongerwinter van 1944-1945. De ontdekking van mijn vader door de Duitse autoriteiten zou zeker de dood hebben betekend voor zowel mijn vader als ook de mensen die hem verborgen hielden. Tijdens een periode van 4½ maanden, wisten slechts 15 familieleden en buren, waaronder een 12-jarige jongen, het geheim van het schuilplaatsadres van mijn vader.

Dit zijn de woorden van een dankbare Amerikaanse dochter gericht aan de dappere mannen en vrouwen van Nederland. Ik dank U voor het prachtige voorbeeld van verzet tegen het Nazi kwaad. Ik dank U voor het medeleven met de strijders van mijn land tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik dank U voor het redden van het leven van mijn vader. En tenslotte dank ik U voor de levens van mijn broer, mijn neef, mijn dochter en mijzelf, omdat niemand van ons zou zijn geboren als mijn vader was omgekomen.

Nogmaals groet ik U! Carole Ann Phipps Wilson

Herdenkingsmonument van Bommenwerper de Engel

Herdenking bemanning van de bommenwerper

In Lisse wordt  op 4 mei ook stilgestaan bij het B-17 monument vóór de H.H. Engelbewaarderskerk. Dit monument is op 15 september 2012 onthuld ter nagedachtenis aan de bemanning van de Amerikaanse B-17 bommenwerper, die 75 jaar geleden neerstortte bij de Engel. Het is de bedoeling dit op grootse wijze te herdenken op zaterdag 7 september 2019.

Sporen van vroeger  (Lisser Nieuws)

7 mei 2019

door Nico Groen

Ieder jaar is op 4 mei in Lisse aandacht voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Deze openbare dodenherdenking wordt afgesloten met de  kranslegging bij het ´Monument voor de gevallenen´. Dit monument staat midden op de kruising van de Oranjelaan en de Heereweg. Dit is niet de enige herdenking op 4 mei, die de Stichting Oranje-comité Lisse en de Werkgroep Nationale Herdenking 4 mei Lisse organiseren. Op dezelfde middag is er voor genodigden ook een bezoek aan de oorlogsgraven in Lisse en wordt stilgestaan bij het B-17 monument vóór de H.H. Engelbewaarderskerk.

 

De tekst op het monument is als volgt:
“8TH AIR FORCE, 457TH BOMB GROUP, 749TH BOMB SQUADRON.
OP 26 SEPTEMBER 1944 STORTTE, IN HET LAND ACHTER U, DE AMERIKAANSE B-17 BOMMENWERPER ‘JAYHAWK’ NEER. DE B-17 BOMMENWERPER KEERDE TERUG VAN EEN MISSIE NAAR OSNABRUCK (DUITSLAND) ALS HET NABIJ DE KUST VAN IJMUIDEN TWEEMAAL WORDT GERAAKT DOOR DUITS LUCHTAFWEERGESCHUT. TWEE BEMANNINGSLEDEN OVERLEEFDEN DE CRASH NIET.
MET DIT MONUMENT HERDENKEN WIJ DE DAPPERE BEMANNING VAN DE ‘JAYHAWK’ DIE VOCHT VOOR ONZE VRIJHEID!”

Daarna volgen de namen van de bemanningsleden.

Dit monument is op 15 september 2012 onthuld ter nagedachtenis aan de bemanning van de Amerikaanse B-17 bommenwerper.

Zoals de tekst op het monument al zegt was de bommenwerper geraakt door afweergeschut. Het vliegtuig was zwaar beschadigd. Wanhopig probeerde de bemanning het toestel in de lucht te houden om naar het al bevrijde zuiden te ontkomen. Toen ze nabij Lisse waren, werd de beslissing genomen het toestel te verlaten. Het toestel zou niet langer blijven vliegen en iedereen sprong er uit. De bemanning kwam verspreid neer en probeerde zo goed als het ging bescherming te vinden tegen de Duitsers. Vier bemanningsleden werden geholpen door omstanders. Later werden zij door het verzet geholpen aan onderduikadressen. Twee braken hun rug tijdens de landing met hun parachute en werden krijgsgevangen gemaakt. Een derde wilde zijn helpers niet in gevaar brengen en besloot zich over te geven aan de Duitsers. Eén bemanningslid kwam neer in een meer en verdronk. Zijn lichaam werd weken later teruggevonden. Een ander bemanningslid was al dodelijk getroffen in het toestel.

In 2012 is ook het boek ‘Broken Wings: The True Story of a B-17 Bomber Crew Lost Over Holland in September 1944’ uitgegeven. Daarin is door Harold Jansen en Erwin de Mooy  de geschiedenis van de Bommenwerper Jayhawk en zijn bemanning opgetekend.

Grootse herdenking in september 2019

In september is het dus 75 jaar geleden dat de bommenwerper neerstortte. Het is de bedoeling dit op grootse wijze te herdenken op zaterdag 7 september 2019. Deze herdenking zal plaatsvinden in en nabij de H.H. Engelbewaarderskerk in de Engel. Vlakbij het monument dus. Erwin de Mooy is de aanjager voor deze herdenking, waarbij hopelijk ook nabestaanden van de bemanning aanwezig kunnen zijn. De VOL verleent zijn medewerking. Het programma is nog niet rond, maar te zijner tijd hoort en leest u hier ongetwijfeld meer over.

Dit monument is in 2012 aangeboden door Damo Natuursteen uit Hillegom.
Foto: Nico Groen