ROVERSBROEK: laatste deel over familie Duivenvoorden
Uitgelegd wordt hoe de dijken van de Rijn- of Ringsloot tussen de Poelpolder en de Rooversbroekpolder worden afgegraven en de weg in de Rijnsloot wordt aangelegd. Ook de molen van de Rooversbroekpolder wordt besproken.
Door Liesbeth Brouwer
NIEUWSBLAD Jaargang 13 nummer 3, juli 2014
Roversbroekdijk afgegraven
Om de Poelpolder en om de Roversbroekpolder lagen dijken. Waar de twee polders aan elkaar grensden had je dus twee dijken met daartussen een sloot. De sloot werd overbrugd met een busculebrug, een brug met een contragewicht aan de onderkant. Kwam er een schuit voorbij dan werd er, wanneer de schuit voorbij was, gevraagd om de brug op te lopen zodat het brugdek weer in de weg kwam te liggen. (In het vorige Nieuwsblad vertelde Piet van Rijssel al over zijn gebroken pols die hij hierbij opliep). In de Nieuwe Leidsche Courant van 6/8/59 staat als kop: Roversbroekdijk wordt afgegraven. Volgens het artikel wordt er al meer dan 10 jaar gepraat over het afgraven van de Roversbroekdijk en het er voor in de plaats leggen van een vlakke weg. Maar nu is er overeenstemming hierover tussen de polderbesturen Roversbroek en Poelpolder en Hoogheemraadschap Rijnland. Voornemen: Voorjaar ’61 klaar.
Dat betekent nogal wat grondverzet.
Volgens de krant gaat 300.000 kub grond naar steden voor plantsoenaanleg, 8000 kub wordt gebruikt voor verzwaring van de ringdijk. Er komt nog 3 bunder extra grond beschikbaar. De aannemer zorgt voor aanleg van de wegen naar aanliggende bedrijven. De polders zullen dan ogenschijnlijk één zijn. De klus duurde wel één tot twee jaar. Het waren veendijken. Het veen werd met boten, maar ook met vrachtwagens afgevoerd naar kwekers. Soms zaten er veel (pot)scherven in. Dat zou grond zijn, afkomstig van Dever. Er zijn ook stukken met zand. Dat zou komen van de zanderij van Van Lynden. Een serie foto’s laat het afgraven zien. De latere straat ligt veelal op de onderkant van de vroegere dijk van de Roversbroek. Er was in de Poelpolder en Roversbroekpolder ook een zgn. slapersdijk.
Die was van klei aangelegd. Deze dijk werd bij een latere bebouwingsronde in de Poelpolder ook afgebroken. Daar werd nog wel bezwaar tegen aangetekend, maar dat protest haalde niets uit. Dat was in 1991, maar eerst terug naar de jaren zestig. De Roversbroekdijk wordt aangesloten op de Jozef Israelsstraat. De heer Duivenvoorden vertelt nog van een geintje dat ze uithaalden bij de wegaanleg. Er werd gewed of de draglinemachinist het wel in de gaten zou hebben wanneer geknoeid werd met de piketpaaltjes. Om dat uit te testen werd er met een hamer l klap gegeven op het eerste piketpaaltje, op het volgende 2 klappen, vervolgens weer 2 klappen en daarna l klap. Mooi dat er later een verschil te zien was! Zo langzamerhand kwam er een eind aan het geïsoleerde karakter van de Roversbroek.
Nog wat krantenberichten uit die jaren: 29/3/63: Roversbroekpolder krijgt straatverlichting. Het zuidelijk deel van de Roversbroek wordt nog niet verlicht omdat daar geen kabel ligt. 02/02/63 Verlegging dijken Lisserpoelpolder en Rooversbroekpolder. 11/11/65 Voor realisering uitbreidingsplan Poelpolder: overname dijken» bermen etc door gemeente van Polderbestuur.
Bollenbedrijf
Toen de Duivenvoordens hun huis 55 jaar geleden kochten lag er geen smalspoor meer. Dat was er wel geweest, je kunt de aansluiting bij het pand nog steeds zien.
Mogelijk is het smalspoor in de oorlog, net als indertijd bij vader Duivenvoorden, weggehaald om te voorkomen dat het gevorderd werd. Het oorspronkelijke smalspoor lag, zoals in die tijd gebruikelijk, in het midden van het perceel. Toen de Duivenvoordens het bedrijf kochten waren de teeltmethodes veranderd. Er was inmiddels wat gemechaniseerd, dus bedden waren niet meer zo smal. Er kwam opnieuw een smalspoor, maar nu aan de zijkant van het perceel. De rails kwam oorspronkelijk van een kwekerij uit Bennebroek. Vanuit het land werden de bollen via het spoortje naar het bedrijf gebracht. De rails lag op betonnen bielzen. Het geheel moest natuurlijk onderhouden worden, betonijzer roest en zet uit. Helaas gebeurde het op een kwade dag toch dat een kar met volle manden in de sloot kieperde. Stel je voor: zo’n 30 manden opvissen. En dan dreggen naar de bollen die nog in de sloot liggen, waarna de hele zaak weer moet drogen. Het spoor zal nog tot ongeveer de millenniumwisseling dienst hebben gedaan. De familie Duivenvoorden teelde o.a. narcissen, tulpen, krokussen en droogbloeiers (colchium). Ze verkochten ook aan de kraam, eerst in Hillegom (dat was nog bij vader Dirk) en later aan de Delfweg. Er werden speciaal bollen aangeplant voor de bloemverkoop. Ze waren hun tijd vooruit zou je zeggen, want de klanten mochten de bloemen zelf van het land plukken. Dat was allemaal voordat de rondweg om Lisse kwam. De familie had zelfs jaren een afspraak met de VVV in Hoofddorp om daar te verkopen. Vanuit Hoofddorp vertrokken de bussen met toeristen weer huiswaarts en daar voorzag familie Duivenvoorden ze van bloemen, maar ook van bollen/knollen van zomergoed als dahlia’s, gladiolen, mombretia’s, lelies en amarillissen.
Het eerste jaar dat de bloemententoonstelling Keukenhof openging heeft hr. Duivenvoorden nog hele partijen krokussen aangeplant op het terrein. Dat was namens de afdeling Lisserbroek van de Vereeniging voor Bloembollencultuur. Veel kwekers uit de Roversbroek, ook de heer Duivenvoorden, waren lid van de afdeling Lisserbroek. Er was dus al wat gemechaniseerd. De omslagfoto van dit Nieuwsblad laat mevrouw. Duivenvoorden zien wanneer ze de grond bewerkt met hulp van het voorste stuk van een bromfiets. De zwarte grond waar men in de Roversbroek op teelde was wat zwaarder en om voor het planten een mooie veur te krijgen werd deze truc toegepast.
Op de foto hiernaast is de heer Duivenvoorden aan het ploegen met een 2-wiel trekker, een pascelli.
Dat de grond ter plekke in de Roversbroek weerbarstig was blijkt wel uit het verhaal dat mevr. Duivenvoorden soms wel voor op de trekker moest staan om zwaarte te creëren om te kunnen ploegen. Onder andere omstandigheden, bij nattigheid, liep zij wel vooruit met een touw aan het trekkertje om er voor te zorgen dat er mooie voren gemaakt werden. Er waren soms zware bonken die het trekkertje anders uit het spoor zouden doen gaan.
Bij de werkzaamheden in de bollen werden heel veel pijpenkopjes gevonden. Die waren nog achtergebleven uit de tijd van de turfstekers. Op de velden zag men rietschelften. Soms werden rietschelften gebouwd om een oude carrosserie. Had men meteen een schuurtje, leder jaar werd er riet gekocht, maar het oude riet bleef ook gebruikt. Het riet werd in het najaar gebruikt als bescherming tegen de vorst en tegen stuiven. Oorspronkelijk was dit natuurlijk handwerk. Er kwam een flinke laag riet te liggen zodat de vorst de bollen niet kon bereiken. Nu wordt er voor een dunnere beschermingslaag gekozen en neemt men het risico van mogelijk enige vorstschade. En strenge winters, krijgen we die nog? Bloembollen kweken gaat met ups en downs. Soms een bijzonder goed jaar, soms is er een teveel en worden de bollen doorgedraaid. Het surplusfonds, de vakheffing, sanering van de bloembollensector. Er is veel over gepraat en er zal nog veel over gepraat worden.
Bemaling
Aan de Roversbroekdijk had eertijds een molen gestaan. Die hield de polder droog tot hij in 1898 vervangen werd door een gemaal. De uitwatering was op de ringsloot van de Poelpolder. De machinisten van het gemaal waren eerst Kozijn en later Koelewijn. In de laatste periode dat het gemaal nog dienst deed , moesten er eerst een paar man opgetrommeld worden om het gemaal op gang te brengen (aanslepen). Dat kwam omdat de luchtpomp kapot was. Ook de heer Duivenvoorden heeft dikwijls meegeholpen. Hr. Duivenvoorde heeft nog een boekje (van Piet Huis) over de machine die in het gemaal stond, (deed dienst tot 1980)
Poelpolder en Roversbroek
Toen Kees Huis bij de familie Duivenvoorden kwam wonen en het kasboek van Huis en Meijer meebracht was er al veel veranderd in de Roversbroek. Hoewel het nog lang een op zichzelf staand deel van Lisse bleef kwam de bewoning (import) van de Poelpolder steeds dichterbij. Bij een verdere uitbreiding kwam er nieuwbouw in het noordelijke stukje van de Roversbroek. Familie Duivenvoorden kijkt vanuit huis op die bebouwing, maar kijkt ook uit naar de Ringvaartdijk. Waar nu geen huizen meer op staan, maar waar je soms boven de dijk de boten langs ziet glijden. Landelijk nog steeds, maar gelukkig niet meer geïsoleerd.