In 1613 kreeg Lisse een schandpaal van het Baljuwschap. Ook de kosten werden overgenomen. Beschreven wordt hoe dat tot stand kwam. ook diverse rekeningen worden gepresenteerd.
door Arie de Koning
2013
In 1613 besluit het dorpsbestuur van Lisse het dorp te verheffen in belangrijkheid door het schavot van het Baljuwschap Noordwijkerhout, Voorhout, Hillegom en Lisse, naar Lisse te verplaatsen. Zij namen niet alleen het gebruik van het schavot, die in die tijd gewoon “Kaeckpaal” heette, maar ook het onderhoud en opslag van de losse onderdelen op zich.
De filosofie er achter was dat wanneer het schavot gebruikt werd voor een strafexecutie, het altijd een leger aan toeschouwers trok. Het was een verzetje in de dagelijkse sleur. Tegenwoordig zouden we spreken van ramptoerisme. Die toeschouwers kwamen niet alleen kijken maar gebruikten ook consumpties wat weer goed was voor de inkomsten van kroegen en andere winkels, die zo een graantje mee pikten.
Officieel heette het, werd het schavot gebruikt als afschrikwekkend voorbeeld voor overtreders van de wet, landlopers, onechte bedelaars en vagebonden. De straffen, opgelegd door de Hoge Vierschaar van het Baljuwschap, varieerden van het te kijk zetten van de veroordeelde, geseling, brandmerken, oorspijkeren etc, al naar de hoogte van het delict. Het klinkt bruut en onmenselijk, wat het tenslotte ook was, maar het was heel gewoon in die tijd. De vader die voor zijn gezin een konijn verschalkte in de duinen en werd gesnapt, ontkwam niet aan een geseling in het openbaar.
Zoals een goed bestuur betaamd werden de kosten voor het oprichten van dat schavot, nauwkeurig in rekeningen verantwoord en het aardige is dat deze rekeningen vierhonderd jaar later nog steeds in het Gemeente Archief van Lisse te vinden zijn. Niet in al te beste conditie maar leesbaar.
Sloten voor de schandpaal
Zo vinden we onder inventarisnummer 250 een briefje van de Leidse slotenmaker Pouwels Willemse van Breda woonende in de “Nijeuwesteegh” gericht aan de Lisser timmerman Maerten Jacobsz (Langevelt) die hem had verzocht vier hangsloten te maken voor het dorp van Lis.
Het opschrift was;
den eersaame ende vroomenMaerten Jacobse timmerman tot Lis,
Looft godt bovenal. Zeer goede vrindt Maerten Jacobsse ent dat ick sende die vier slooten die ghij mij besteet hebt ofschoen maecken vanwege het dorp van Lis het stuck moet kosten 25 stuijver commen samen vijff gulden sijt godt aanbevolen uijt Leijden den 21sten september 16 dertien.
ende was ondert.
Pouwel Willemse van Breda
Toestemming van de Landdrossaard
Er moest voor de verplaatsing uiteraard toestemming worden gevraagd aan de autoriteiten. Deze werd op 18 maart 1613 verleend door de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en West Friesland. Belast met de uitvoering was de Landdrossaard van het Quartier van Kennemerland en Rijnland, het zogenaamde Noorder Quartier waar Lisse toen bij behoorde.
De Landdrossaard was de baas over alle Baljuwschappen in zijn Kwartier en was nog maar kort beëdigd. Zijn naam was Remigius Causaert en werd dan ook den “nijeuwen Landdrost” genoemd. Zijn belangrijkste taak was zijn regio vrijhouden en verjagen van struikrovers, bedelaars, landlopers en vagebonden. Vaak werden er tijdens de Kermis grote klopjachten georganiseerd.
Hieronder volgt de akte van consent voor het verplaatsen van de schandpaal naar Lisse. Deze bevind zich ook in het gemeente Archief van Lisse onder inventaris nummer 251:
De gecommitteerde Raden van de Staten van Hollant ende west Vrieslant authoriseeren Remigius Causaert, lantdrossaert in het quartiere van Kennemerlant ende Rhijnlandt met de officieren ende regeerders van de dorpe inde quartier te spreecken ende deselve daertoe houden datse de Kaecke bij den voornoemde Lantdrost instructie geordonneert tot der respective dorpen costen metter allereersten doen maecken ende onderhouden ten aensien vande verlichtinge die hunne ingeseetenen genieten, dewete verdrijven ende verjagen van de lantloopers, bedelaers ende vagebonden ofte selfe des blijven soude willen in gebreecke, dat men tot der Dorpscosten de selve bij orde van deesen en te doen maecken ende betalen.
Gedaen inden hage den 18e martij anno 1613.
ter ordonnantie van de gecommitteerde ende voornoemden, Duijck
De toestemming was er maar er werd wel duidelijk gemaakt dat het de Staten geen penning mocht kosten. De Staten van Holland hadden andere prioriteiten. Het was de tijd van het Tréves, ofwel het Twaalfjarig Bestand, die liep van 1609 tot 1621. Bestuurlijk liep het niet op rolletjes en de schatkist was door de oorlog zo leeg geraakt dat er zelfs geen bodem meer in zat. De dorpen Noordwijkerhout, Voorhout, Hillegom en Lisse moesten het onderling maar uitvechten hoe de kosten werden verdeeld.
Kostenverantwoording
De declaratie van het maken van de nieuwe schandpaal is verrassend helder;
Declaratie ende specificatie van de costen dewelcke de Gesworens van Lisse voorwenden van den nijeuwen Lantdrost Clemens Geesaert als uitvoerende de ordonnantie van de gecommitteerde Raden van Staten tot het oprigten van eener nijeuwe Kaeck Pael gedaen hebben deesen Hoogen Vierschaar van 1613 gelijck naer volcht;
Ten eersten aen Maerten Jacobsz Langevelt, timmerman eene somme van seven guldens vijff stuijvers over het maecken ende Arbeijtsloon vande voor seijde Kaeck Pael, van eene groote greenen Kaeck, met het stellen, delven ende anders te doen opt dorp onder de linden daer omme hier de voorschreve 7 guldens en 5 stuijvers.
Ten tweeden aen den selven timmerman noch een somme van vijff guldens dien hij verclaert betaelt te hebben aen Pouwels Willems van Breda, slootenmaecker tot Leijden ter causie van de vier slooten ende twee sleutels tot de voorschreeven Kaeck dienende yeder tot vijff ende twintigh stuijvers. Dus hier de voorschreeve 5 guldens
Ten derden aen mr. Marten Dircxz, Smit, een somme van twaalf guldens over het maecken oft Arbeijtsloon van vier groote sware halsbanden van yser ende den aencleven yder tot drie guldens oock tot den voorschreeve Kaeckpael behoorende daeromme hier de voorschreeve 12 guldens.
Ten vierden noch aan Heijcke Heijckesse een somme van twee guldens ten causie van de voorschreeve Kaeckpael te verwen in wit ende blaeu te weeten alreede voor eene reijs ende oock noch eens te doen naer den Eijsch vant werck, dus hier de voorschreeve 2 guldens.
Samen een somme van 26 guldens en 5 stuijvers.
Bekennen wij voorgenoemden ende ondergetekende personen aan de voorseijde, omme elck int sijne ontfangen te hebben ende daermede voldaen te sijn, ende Gesworens voornoemt.
Actum tot Lisse onder ons hant desen 7e novembris anno 1613 stilo novo
Ende was onderteijckent; Maerten Jacobsz Langevelt, Marten Dircx dit merck is gesteld XXX bij Heijcke Heijckesse.
Het doet zelfs een beetje aandoenlijk aan. Wie wil er nou niet gegeseld worden op een keurig wit en blauw geschilderd schavot, als ik mij niet vergis de oude kleuren van Lisse, en als je als vrouw met een zwaar ijzeren halsband om je nek aan de ketting te schande wordt gezet, dan natuurlijk wel met een halsband van meester-smid Dircx. Reclamemakers zouden hier een prachtige slogan voor bedacht kunnen hebben. De Kaeck werd dus geplaatst onder den Linden aan het Vierkant van het dorp.
Maar we zijn nog niet klaar met de verantwoording. De officieren en regeerders van het Noorder Kwartier, kwamen regelmatig met hun gevolg kijken hoever de werkzaamheden vorderden en bleven dan een nachtje over en onderhielden zich dan met Wijn, Weiß und Gesang. Ook deze zg. teercosten moest door het dorp Lisse betaald worden.
Declaratie ende specificatie van de teercosten gevallen tot laste vant het dorp van Lisse ter herberge van Maritghen Engelsdr, weduwe van Jacob Florisse Heemskerck, waerdinne aent Kerkhof gelijck naer volcht.
Ten eersten opten derden ende vierden junij anno zesthien hondert twaelff den Lantdrost van der Woude, sijn Luitenant ende knegt met drie paarden aldaer int logeeren off overnachten. Een somme van vijff guldens zes stuijvers.
Ten tweeden in martij de anno zesthien hondert derthien, bij Clemens Geesaert, de nijeuwen Lantdrost tot Haerlem aen commen van sijn dienstm met den zijnen een somme van 3 guldens 1 stuijver 8 penningen.
Ten derden opten 23 martij weder bij denselven nijeuwen Lantdrost met eenighe geswoorens int brengen off verthoeven van ordonnantie bijde gecommitteerde raden van staten gemaeckt aengaande de Kaeckpael om de vagebonden daer aen te stellen. Eene somme van 2 guldens 4 stuijversen 8 penningen.
Ten vierden noch bij denselven Lantdrost opten 25 augusti rijden ende passeeren om te sien off die voorseijde alhier maeckt was. 12 stuijvers.
Ten vijffden op den 30e september bij denselven Lantdrost dienen int passeeren ende weder naer Leijden met bevel van de Lantdrost om de Kaeck alsnoch sonder langer dilay te maecken. 14 stuijvers.
Ten sesden ende lesten noch bij den voornoemden Lantdrost Geesaert, met sijne dienaers opten 6 den octobris inde Kermis daagen int vervolgen van vagebonden. Eene somme van 8 gulden 16 stuijvers 8 penningen.
Totaal eene somme van 16 guldens 9 stuijvers 8 penningen.
Ten oircontschap van welck ick, Engel Jacobsz vanwege mijn moeder deese onderhants hebbe.
Actum tot Lisse deesen 7den novembris 1612 stilo novo ende was onderteijckent;
Engel Jacobsz Heemskerck.
De genoemde Engel Jacobsz Heemskerck was de zoon van de Waardin van de “Herberg aan ’t Kerkhof”, in die jaren de belangrijkste herberg in het Dorp waar alle beslissingen door de notabelen genomen werden. Later is men overgegaan naar de nieuw gebouwde Witte Zwaan welke eeuwenlang het Rechthuis van Lisse werd genoemd.
Het schijnt dat de eerste veroordeelde tot het schavot, een manspersoon welke konijnen had gestroopt, de voor hem toegedachte geseling ontliep, doordat het schavot nog niet gereed was. Over mazzel gesproken. Ook valt op dat ik tot nu toe in de oude boeken geen enkele strafexecutie ben tegen gekomen welke in Lisse werd uitgevoerd.
Berisping
Alleen een merkwaardige botsing der machten met betrekking tot een executie van een zg. Criminele Sententie op 19 December 1765 waarvoor de schoolmeester en koster Jacob van der Jagt, de schuld en een reprimande krijgt van het Dorps bestuur.
Vergaadering gehouden bij Schout en Burgemeesteren van Lisse op den 30 December 1765 ’s avonds des 5 Uuren
Den Schout van Lisse heeft ter vergaadering ingebragt, dat hij vernoomen hadde dat zonder zijnEd: consent, off zonder consent van een der Burgemeesteren, den Schoolmeester en Koster alhier, Jacob van der Jagt, door ordre van den Stedehouder van den heer Bailliuw van Noordwijkerhout, Hillegom, Lisse en Voorhout, was gelast bij het doen van de executie van een crimineele Sententie alhier, op Donderdag den 19e der loopende Maand December, den Dorps Klok te kleppen hetgeen deselver Schoolmeester en Koster ook gedaan heeft. En Nademaal het geeven van ordres tot het luijden off kleppen van de Klok in buijten gewoone tijden, altoos is van het departement van Schout en Burgemeesteren, zoo vermeende de gemelde Schout dat hierinne voor het toekoomende moest worden voorzien als na behoorend: waar over gedelibereert zijnde is goedgevonden en verstaan den gemelden Schoolmeester en Koster van der Jagt dergelijk te gelasten, en des noode te ordonneeren, zoo als hem gelast ende geordonneert word bij deesen, omme nooijt zonder permissie ofte consent van Schout en Burgemeesteren, ofte ten minsten in haastigen zaaken van een van haar Ed: Agtb: alleen uijtgezondert het luijden op gewoone kerk tijden, catechisatien, bij het sterven en begraven eener begrafenis der dooden, des Dorps klokke moogen luijden, off kleppen, op poene van correctie, zoo als verstaan zal worden te bekoomen. En zal Extract deeser aan de gemelde Schoolmeester en koster worden gegeeven, tot zijn Narigt.
Aldus geresolveert en gearresteert, en deesen Document bij den Schout en alle de Burgemeesteren ten dage als boven.
In kennisse van mij Secretaris W.J. Sennepart
Onbekend is gebleven wie de ongelukkige was, welke aan de Kaeckpael zijn straf moest ondergaan, maar hieruit blijkt dat de Kaeck wel degelijk gebruikt werd.
©VOL 2013
Bronvermelding:
Gemeente Archief Lisse inv.nr.250 en 251
Transcriptie Resolutieboek 6 Lisse. pag.16
Persoonsregister van Cultuurhistorische Vereniging Oud Lisse
Een schandpaal of kaeckpael