EEN KAPITALE HOFSTEDE AAN DE VEENDERLAAN, deel 1
Na het overlijden van schout en secretaris mr. Hannard van Gorcum (Lisse 1632- Lisse 1681) stond een kapitale hofstede te koop aan de Veenderlaan. De buitenplaats “Berkhout” waar het over gaat, wordt met geen naam genoemd en heeft waarschijnlijk pas na 1681 zijn naam gekregen. . In dit Nieuwsblad wordt alleen het verband met Jan Six behandeld.
Nieuwsflits
Jaargang 20 nummer 2, 2021
Na het overlijden van schout en secretaris mr. Hannard van Gorcum (Lisse 1632- Lisse 1681) stond een kapitale hofstede te koop aan de Veenderlaan. De buitenplaats “Berkhout” waar het over gaat, wordt met geen naam genoemd en heeft waarschijnlijk pas na 1681 zijn naam gekregen. Er wordt alleen gesproken over een hofstede aan de Veenderlaan. De heer Jan Six is er meerdere keren gaan kijken, zelfs op de boeldag, om deze te kopen, doch heeft ervan afgezien om welke reden dan ook. Hij liet daarna in 1689 Sixenburg bouwen aan de Leidsevaart.
Compareren
Op 27 juni 1691 passeert een akte waarin meerdere getuigenissen zijn vastgelegd over de hofstede aan de Veenderlaan. Voor de schepenen Jacob Ottense Kranenburg en Adriaan Aelbertse van den Bos compareerden, tegenwoordig zouden we zeggen verschenen, maar liefst 17 personen om te getuigen voor Sijburg van der Horst, de weduwe van mr. Adriaan van Gorcum. Deze Adriaan was de vader van de al eerder overleden mr. Hannard van Gorcum. De getuigen zijn volgens de akte alle van competenten ouderdom en versogt sijnde omme der getuijgenisse der waarheijt ende verklaart waaragtig te wesen.
Tijdsbeeld
De getuigenissen geven een interessant kijkje in het buitengebeuren van de hofstede. Daar wordt in een volgend Nieuwsblad nog verder aandacht aan besteed. In dit Nieuwsblad wordt alleen het verband met Jan Six, heer van Vromade en Wimmenum ( A’dam 1618– A’dam 1700), behandeld. Jan Six was sinds 1679 lid van de vroedschap van Amsterdamen werd er in 1691 tot burgemeester benoemd. Recent verscheen het door Vereniging ‘Oud Lisse’ uitgegeven boek ‘Sporen van Six in Lisse, De voetafdruk van een Amsterdams familie op een dorpsgemeenschap in de jaren 1640-1763’
De getuigenissen
Over Jan Six laten we de 2e getuige Philips Dirkse van Steijn, een van de tuinlieden, aan het woord. Het getuigt dat hij: ten versoek ende met ende benevens ‘d heer Jan Six, burgemeester der stad Amsterdam terwijl de voors: hofstede te koop stond op de plaats was geweest, ende de boomgaarden naukeurig hadden besien, ende den ouden boomgaard niet euvel, dog den nieuwen boomgaard heel wel hadden bevonden, in voegen dien heer daar van heel
wel voldaan was Blijkbaar was Jan Six niet erg onder de indruk van de oude boomgaard, maar was hij zeer zeker tevreden over de nieuwe boomgaard. Diezelfde Van Steijn wordt later in de verklaring nogmaals aangehaald. Hij verklaart dan: dat hij ten tijde hij met de burgemeester Jan Six de hofstede was besien ende daarna nog alleen op desselfs ordre tot verscheijde malen op de hofstede hadde geweest, terwijl de voorsz: hofstede te koop stond, ook in de vijvers telkens, ende selfs ook op den dag van het boelhuijs, van de req, van de liefhebberie ’t welk des daags na de verkoopinge van de hofstede was, gesien hadde dat overvloedig vele groote carpers, ende andere vissen in de vijver waren, ende in de bijten met groote menigte door malkander crioelden, ende door drongen. Blijkbaar was de belangstelling van Six voor de hoeve zo groot dat hij meerdere keren met Van Steijn is gaan kijken in de tijd dat de hoeve te koop stond. Dan kijken ze ook naar de vijvers. Op de dag na de verkoop van de hoeve bezoeken ze samen ook het boelhuis. Bij een boelhuis wordt een veiling van de inboedel gehouden. Of Six wat kocht van de boedel blijkt niet uit dit stuk, maar dat zijn belangstelling voor de hoeve in Lisse groot was is duidelijk.
Sixenburg
De hoeve aan de Veenderweg werd dus niet gekocht door Six. Mogelijk oriënteerde Six zich breder in onze omgeving. Vanaf 1657 werkte men aan de Trekvaart van Haarlem naar Leiden. In 1658 was het veerhuis Halfwegen gebouwd, eigendom van de steden Leiden en Haarlem. In 1689 ontving de stad Leiden, eigenaar van de gronden zuidelijk van het veerhuis, het verzoek om percelen in erfpacht te krijgen en een brug met een “steenen voet over de togtsloot “ te mogen bouwen, ten zuiden van het huis Halfwegen, met de bedoeling om aan de Trekweg een bouhuijs en boomgaard aan te leggen. De aanvrager en later bouwer is Jan Six. Na de bouw van het huis dient Six nog een verzoek in voor vrijdom van tol bij het passeren van het tolhek. Het is aannemelijk dat Jan Six zeker ’s zomers dikwijls op Sixenburg heeft vertoefd. Zouden de vijvers bij de hoeve aan de Veenderweg dan nog zo’n overvloed aan grote karpers hebben gehad als toen hij ze op de dag van het boelhuis in de bijten door elkaar zag krioelen? ■