Berichten

BIJ DE VOORPLAAT

Een mooie foto van de Heemtuin, die dit jaar 50 jaar bestaat.

Redactie

Nieuwsblad Jaargang 21 nummer 3, 2022

Op verzoek van de Koninklijke Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde afdeling Lisse (thans: Groei&Bloei afd. Bollenstreek), stelde de gemeente Lisse op 17 juni 1971 een perceel grond ter beschikking nabij de Zemelpoldermolen, om er een heemtuin op aan te leggen. Op 15 januari 1972 werd daadwerkelijk een begin gemaakt met de aanleg. De eerste jaren werden met succes vele soorten wilde planten gezaaid en aangeplant. Door verschillende oorzaken raakte de heemtuin na een aantal jaren in verval. De succesvolle zadenkwekerij die uit de heemtuin voortkwam en waarvoor zelfs een stuk grond aan de Achterweg werd gehuurd, werd in 1978 verkocht. De zaden vormden het startmateriaal voor ‘de Cruydt-Hoeck’, een nog altijd succesvolle kwekerij voor wilde bloemenzaden. In 1990 kreeg de heemtuin op dezelfde plek, maar met een ander ontwerp, een nieuwe start. De heemtuin werd in opzet meer naar buiten gericht, meer gericht op bezoekers. Natuur-educatieve activiteiten gingen tot het vaste programma behoren. Natuurlessen aan schoolgroepen en andere bezoekers, demonstraties door de imkers, rondleidingen en natuurspeurtochten maakten dat de heemtuin een vaste plaats in de Lisser gemeenschap heeft verworven wanneer het om natuurbeleving gaat.

Heemtuin met zemelpoldermolen
foto Hans Hoes

Heemtuin al 50 jaar een feest voor bloemetjes en beestjes

De Heemtuin bestaat 50 jaar.

Nieuwsflits

Nieuwsblad Jaargang 21 nummer 3, 2022

Het perceel waarop de huidige heemtuin is gelegen, kent een lange geschiedenis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de venige toplaag afgegraven om tot brandstof te dienen. Daarbij kwam het skelet, inclusief gewei, van een edelhert bloot te liggen. Het bleek er 2000 jaar gelegen te hebben en werd aan het Natuur Historisch Museum (nu: Naturalis) te Leiden geschonken. Op verzoek van de Koninklijke Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde afdeling Lisse (thans: Groei&Bloei afd. Bollenstreek), stelde de gemeente Lisse op 17 juni 1971 een perceel grond ter beschikking nabij de Zemelpoldermolen, om er een heemtuin op aan te leggen. Op 15 januari 1972 werd daadwerkelijk een begin gemaakt met de aanleg. De eerste jaren waren succesvol en er werden vele soorten wilde planten gezaaid en aangeplant. Door verschillende oorzaken raakte de heemtuin na een aantal jaren in verval. De succesvolle zadenkwekerij de heemtuin voortkwam en waarvoor zelfs een stuk grond aan de Achterweg werd gehuurd, werd in 1978 verkocht. De zaden vormden het startmateriaal voor ‘de Cruydt-Hoeck’, een nog altijd succesvolle kwekerij voor wilde bloemenzaden. In 1990 kreeg de heemtuin op dezelfde plek, maar met een ander ontwerp, een nieuwe start. Het is nog steeds een plaats waar vrijwilligers en bezoekers de wilde planten van nabij kunnen beleven.

Heemtuin Lisse 50 jaar

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                                       

5 juli 2022

door Nico Groen

“Vanaf 15 januari 1972 zal een begin gemaakt worden met de werkzaamheden aan de heemtuin. Iedereen is vanaf deze datum van harte welkom op het perceel achter de molen aan de Eerste Poellaan. We werken voorlopig iedere zaterdagmiddag vanaf 14.00 uur”. 50 Jaar geleden startten de werkzaamheden dus in Heemtuin Lisse.

Op 8 februari 1971 vroeg het bestuur van de KMTP/Groei&Bloei afd. Lisse e.o. de gemeente Lisse een stuk grond beschikbaar te stellen voor de aanleg van een heemtuin. Een stuk grond nabij de zemelpoldermolen werd onder diverse bepalingen beschikbaar gesteld. De Heemtuin Lisse ligt op een bijzondere historische plek. De Rijnsloot naast de heemtuin en de daarachter liggende dijk zijn aangelegd voor het droogmaken van de Poelpolder in 1622. De bovenlaag van de heemtuin bestond van oorsprong uit een paar meter veen met daaronder zand. Vóór de aanleg van het Heempad, dat langs de heemtuin loopt,  hoorde de grond bij boerderij Zwanendrift. Aan de rand van de heemtuin bij de Rijnsloot zijn oude kloostermoppen gevonden, die kunnen duiden op het vroegere bestaan van een oude burcht aldaar. Rob Pex heeft bij de Zemelpoldermolen scherven van Middeleeuws aardewerk gevonden (o.a. een randfragment van een kogelpot). Ook ligt er op zolder op Dever in één van de vitrines aan complete kan uit omstreeks 1300 die is gevonden bij de Rijnsloot nabij de 1ste Poellaan. Het is dus al een oud cultuurhistorisch gebied.

In 1972 gaat de eerste spa de grond in en wordt gestart met de aanleg van de heemtuin. Men ging heel enthousiast aan de slag om allerlei biotopen te creëren door diverse grondsoorten en hoogteverschillenen aan te brengen. Zo werd er bijvoorbeeld lössgrond uit Limburg gehaald. Ook werd er een vijver gerealiseerd. Deze aanleg is nog steeds de basis voor de huidige heemtuin.

Vrij snel kwam de klad in de heemtuin. Veel planten en andere dingen werden door de jeugd vernield. Er was zelfs een crossbaantje ontstaan en er werd veel vuilnis gestort. De animo bij de vrijwilligers verdween daardoor en er bleven er steeds minder over.

Een nieuwe start in 1990

Dat bleef zo doormodderen tot Marianne Stelder de regie overnam. In 1990 trok zij de stoute laarzen aan en ging na overleg met Groei&Bloei en de gemeente Lisse aan de slag om de heemtuin nieuw leven in te blazen. De gemeente stelde financiële middelen beschikbaar voor het opschonen van het terrein, afvoer van rommel en het uitvoeren van diverse grondwerkzaamheden. Ook werd een hekwerk ter bescherming om de heemtuin geplaatst. Daarnaast stelde Groei&Bloei jaarlijks financiële middelen beschikbaar voor het onderhoud van de heemtuin. Vanaf 1990 heeft Marianne Stelder met een aantal gemotiveerde vrijwilligers de heemtuin ontwikkeld tot de heemtuin zoals deze nu is. Ook enkele imkers hebben voor het houden van bijen op de heemtuin een plek gevonden. Speerpunt van de heemtuin is nu anderen kennis te laten maken met de natuur. Er zijn van april tot november open zondagen voor jong en oud. Na een moeizame start is de heemtuin uiteindelijk uitgegroeid tot een mooie gevarieerde tuin, waarin verschillende soorten wilde planten en dieren aanwezig zijn.

Foto:  De Heemtuin Lisse met nieuw infohuisje met zonnepanelen

 

Foto: Nico Groen

Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”

Bij de hartpagina: corso

De hartpagina vertelt ons over het corso van 1950. De Witte Zwaan was geheel in stijl uitgedost om Jacoba van Beieren en Frank van Borselen te verwelkomen.

Redactie

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 2, 2022

De hartpagina vertelt ons over het corso van 1950. De Witte Zwaan was geheel in stijl uitgedost om Jacoba van Beieren en Frank van Borselen te verwelkomen. Zij reden op de kop van een bonte stoet middeleeuwers om op 23 maart 1950 de eerste editie van de voorjaarsbloemententoonstelling in “DE KEUKENHOF” te openen. De middeleeuwse poorten bij ’t Vierkant en ter hoogte van Huize Irene waar nu de Nassaustraat begint waren daar speciaal voor gebouwd. Al deze prachtige versierselen, waaronder ook de molen op ’t Vierkant, bleven de hele Keukenhofperiode staan. Dus ook tijdens het bloemencorso van dat jaar. De praalwagens en de met bloemen versierde luxe auto’s reden de route toen nog in de ochtend en in de middag. De allereerste echte praalwagen werd in 1947 ontworpen door Willem Warmenhoven, een Hillegomse bollenkweker. Deze wagen, voorstellende een walvis, werd “geadopteerd” door de Hillegomse Harddraverij Vereniging en reed mee in hun plaatselijke kindercorso. Dat is de aanzet geweest voor een groter corso in de Bollenstreek. Nog steeds worden er praalwagens “geadopteerd” door diverse verenigingen en dat is maar goed ook. Zo’n praalwagen steken is een gigantisch project waar heel wat uren in gaan zitten om het allemaal op tijd klaar te krijgen voor de grote bloemenparade. Maar kijk nog eens goed naar die grote plaat. Herkent u nog mensen die daar in 1950 bij stonden? Zie ik nu dat bakker Cor Vermeer hier naar buiten staat te kijken? Misschien dat hij die dag was ingehuurd bij de “Witte Zwaan” om oud Hollandsche poffertjes te bakken. Kijk eens naar de mode die zo kenmerkend is voor die tijd.

 

 

150 jaar harddravrijvereniging

De kortebaandraverij is recent opgenomen in de lijst van immaterieel erfgoed. Vanwege het jubileumjaar 2022 is het bestuur druk met het organiseren van twee extra feestweekenden.

Nieuwsflits

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 2, 2022

Op de uitgestelde ledenavond van de Harddraverij Vereniging stonden drie punten centraal die de avond een speciaal tintje gaven. Immaterieel erfgoed De kortebaandraverij is recent opgenomen in de lijst van immaterieel erfgoed. Samen met burgemeester Lies Spruit tekende Tom Rooijakkers het certificaat voor bijschrijving op de lijst van immaterieel erfgoed. Dit certificaat was al ondertekend door de directeur van de stichting KIEN (Kenniscentrum
Immaterieel Erfgoed Nederland).

Afscheid
Monique ten Holter, die vorig jaar het stokje overdroeg aan René Slobbe, werd tijdens de ledenavond bedankt en tot erelid verklaard. Afscheid werd genomen van Tom Rooijakkers, sinds 1979 verbonden aan de HDV. In 2010 nam hij interim de voorzittershamer van Ad van Zelst over om in 2011 als volwaardig voorzitter de HDV met verve te leiden. De nieuwe voorzitter Henk van Dongen had de eer om nieuwe bestuursleden te installeren: Arno Biesheuvel, Kevin Beck, Frank Peereboom en Denise van de Vlugt.

Jubileumjaar 2022
Vanwege het jubileumjaar 2022 is het bestuur druk met het organiseren van twee extra feestweekenden. Op 14/15 mei was het tijd voor sport en spel. Op verschillende plaatsen in het dorp waren evenementen en de grootste stormbaan van Europa werd bij de Spartaan opgezet. Op 11/12 juni is het tijd voor gezelligheid met het hele gezin: een fietstocht, een foodtruckevent en meer. Flyers met het hele programma worden huis- aan-huis verspreid. Een speciale ‘HDV 150 jaar’-vlag is gemaakt. Alle leden mochten er een meenemen. Twee grote vlaggen gingen naar de trouwste vlaggers en vrijwilligers.

Genieten van het 75-jarigeboemencorso van de Bollenstreek

Sinds 2019 mocht het Bloemencorso Bollenstreek op 23 april weer rijden. Ook werd bekend dat het Bloemencorso sinds 16 december 2021 op de UNESCO-lijst van Immaterieel Erfgoed staat. Het was prachtig om al die uitgedoste wagens weer te zien rijden.

Nieuwsflits

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 2, 2022

Sinds 2019 mocht het Bloemencorso Bollenstreek op 23 april weer rijden. Ook werd bekend dat het Bloemencorso sinds 16 december 2021 op de UNESCO-lijst van Immaterieel Erfgoed staat. Het was prachtig om al die uitgedoste wagens weer te zien rijden. De gemeente Lisse is extra trots want hun wagen, De mythe van de Witte Zwaan, won in de categorie Gemeenten. Het was bijzonder druk langs de zonnige route die het Corso van Noordwijk naar Haarlem, 75 jaar na de eerste editie, aflegde. De stoet bestond uit 55 wagens, waaronder 16 grote praalwagens, begeleid door muziekverenigingen. Vooraf werden de winnaars bekend gemaakt. Bij de praalwagens won ‘Als een vis in het water’ van Corsogroep KAVB Hillegom-Haarlem en omstreken. Zij wonnen ook in de categorie Zelfbouwers. Lisse won dus met ‘De mythe van de Witte Zwaan’, gestoken door Scouting Shawano’s. In de categorie Overig won ‘Komt in bloei’ van de Provincie Noord-Holland van stekersgroep muziekvereniging St. Cecilia. Bij de luxewagens ging de eerste prijs naar That’s lease, Fiat Ducato met caravan, Versluis en Van Velzen. Op de praalwagens waren ruim 1,5 miljoen hyacinten, tulpen en narcissen verwerkt, waarvoor 1500 vrijwilligers zich dagenlang had.

 

 

Bij de voorplaat: 150 jaar harddraverij

De harddraverijvereniging bestaat 150 jaar. Dit wordt gevierd met allerlei festiviteiten.

Redactie

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 2, 2022

De vlag mag uit! Wel 150 jaar Harddraverijvereniging in Lisse. De harddraverij is zelfs opgenomen in de Unesco lijst voor Immaterieel Erfgoed. Op de smalle strook grond van Vreeburg, tussen de Heereweg en de bollenvelden, is vele jaren het parcours uitgezet voor de jaarlijkse harddraverij. Op het land van Vreeburg achter ’t Vierkant was vroeger ook de kermis. Eind september vaste prik! Als de bollenhandel voorbij was en de zaken afgerond, was er tijd voor ontspanning, dan ging de Bollenstreek even uit zijn bol. Ook in Lisse ging de druk even van de ketel. Vuurwerk, kermis, poffertjes, oliebollen, gerookte paling, kaneelstokken, suikerspin en een gokje bij de harddraverij een jaarlijks terugkerend festijn en dat al 150 jaren lang. Vereniging Oud Lisse is nog lang niet zo oud maar wij als jonkies feliciteren de Harddraverijvereniging van harte VOL-uit en wensen de vereniging nog heel veel mooie jaren toe. Lisse kijkt er naar uit.

150 jaar harddraverij

 

Corso al 75 jaar springlevend

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                                                           

24 mei 2022

Door Nico Groen

 Het jaar 1947 kan gezien worden als het begin van het corso voor de Bloembollenstreek. Daarvoor had ieder dorp wel een soort corso, wat we nu een kindercorso zouden noemen. Grotere wagens deden toen nog niet mee. Maar in 1947 ontwierp Willem Warmenhoven, een bollenteler uit Hillegom, een heuse praalwagen. Deze wagen werd gerealiseerd.

Warmenhoven maakte eerst een tekening, die een walvis moest voorstellen. Hij maakte dit aan de hand van een krantenfoto van een walvis. Dit krantenartikel ging over de rentree van de  walvisvangst, die na de oorlog weer begonnen was door het fabrieksschip De Willem Barendsz. Hij legde het ontwerp voor aan de Hillegomse Harddraverijvereniging. Dat viel in goede aarde. De wagen met de walvis mocht meerijden in de optocht met Koninginnedag.

Één praalwagen in 1946

Onder leiding van Warmenhoven werd aan deze praalwagen gewerkt. Dat viel nog niet mee, want er was natuurlijk geen enkele ervaring. De Hillegomse timmerman Arie Graper bouwde het houten geraamte op een met hout verlengde vrachtwagen. Op dit geraamte werd betondraad aangebracht en daar ging weer gaas overheen. Vervolgens gingen plakken mos van 40 bij 50 cm over het gaas. Toen was de weggewerkte vrachtauto klaar om de hyacintentrossen vast te zetten. Dat was nog niet zo eenvoudig, want naalden waren er nog niet. Smid Sam Korbee  nam dun ijzerdraad en knipte deze in stukjes van zo’n 20 cm. Toen kon het steken beginnen met voornamelijk tinten blauw. In de bek hing een soort tralienetwerk van geregen witte losse hyacintenbloemetjes.

Het publiek tijdens de optocht was dolenthousiast, evenals de organisatie. Deze besloot om met de walvis door te rijden naar Amsterdam, waar het ook een groot succes was. Alleen voor de chauffeur was het minder leuk. Hij had bijna geen uitzicht en was voortdurend bang een aanrijding te veroorzaken.

“Door schade en schande word je wijs”

De burgemeesters van Hillegom, Lisse en Sassenheim besloten op aandringen van Willem Warmenhoven om er een streekgebeuren van te maken en dat gebeurde in 1948. De deelnemers moesten het allemaal zelf uitzoeken en hun fantasie gebruiken. Niemand had ervaring. Deelname was mogelijk voor alle soorten motorrijtuigen. Ze moesten wel versierd worden. In diverse bollenschuren en loodsen werd de opbouw voor auto’s en vrachtwagens in elkaar geflanst. Het corso van ongeveer 2 km startte op de Pastoorslaan in Hillegom. De 4 kraanwagens hadden een drukke dag, want er waren nogal wat uitvallers door motorpech, constructiefouten, te brede wagens en onwel geworden chauffeurs, die in een veel te krappe behuizing reden. Er viel dus nog veel te leren, maar de organisatie ging vol goede moed verder: “door schade en schande word je wijs”. In 1949 reed de stoet van het sportpark in Lisse naar Hillegom, vervolgens naar Sassenheim en weer terug naar het sportpark.

In 1951 werd Jos van Driel aangenomen als ontwerper van de praalwagens. Dat was een hele verbetering met een thema per jaar. Dat hield hij vol tot en met 1980. Zijn zoon Kees, die al een paar jaar zijn vader hielp met ontwerpen, nam toen officieel het stokje over.

Bovenstaande informatie is ontleend aan het boek ‘Corso Bollenstreek’ uit 1986 van Herman van Amsterdam.

Foto:  Een gedeelte van de walvis uit 1946
Foto: uit het boek ‘Corso Bollenstreek’ uit 1986

Blowmencorso op lijst van Unesco van immaterieel erfgoed

Alle corso’s in Nederland, dus ook het bloembollencorso, zijn in decemer 2021 bijgeschreven op de Unescolijst van immaterieel erfgoed der mensheid.

Nieuwsflits

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 1, 2022

Op 16 december 2021 werd bekend gemaakt dat Unesco de Nederlandse corsocultuur een plek geeft op de Unescolijst van Immaterieel Erfgoed der mensheid. Dat liet minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die dag weten in een online bijeenkomst van vertegenwoordigers van de corsocultuur en de valkerij, dat ook een plekje op de lijst krijgt. De corsocultuur is voorgedragen namens 21 bloemen- en fruitcorso’s in Nederland, waaronder Rijnsburg en de Bollenstreek. Een corso is veel meer dan een optocht, zeggen zij, want het bouwen van de corsowagens is intensief. Alles wat daar bij komt kijken is een sociaal en creatief proces waar de gehele gemeenschap, jong en oud, man en vrouw, een groot deel van het jaar druk mee bezig is. Ook kinderen en
jongeren zijn daarbij intensief betrokken zodat deze cultuur overgedragen kan worden naar de volgende generatie. Vooral ook de grote bijdrage van de corsocultuur aan de sociale cohesie is belangrijk. Het Bloemencorso van de Bollenstreek werd begin december 2021 ook al bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Deze erkenningen leveren geen subsidie op, maar kunnen wel worden aangevoerd als het belang en behoud van de cultuur aan de orde is.

Foto:  Een gedeelte van de walvis uit 1946
Foto: uit het boek ‘Corso Bollenstreek’ uit 1986

Nederlandse corsocultuur krijgt plek op de Erfgoedlijst van Unesco

Harddraverij Vereniging 150 jaar

Dit jaar viert de HDV op verschillende locaties en tijdstippen het 150-jarig bestaan.

Nieuwsflits

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 1, 2022

Dit jaar viert de HDV Lisse feest op meerdere locaties. Als je zo oud bent mag je wel een feestje geven. ’t Huys Dever gaat hierbij ook een rol spelen. In en om het slot zullen de middeleeuwen herleefd worden. Uit de eeuwenoude oven zullen weer heerlijke producten komen, terwijl er boven het openhaardvuur allerlei lekkere hapjes worden bereid. Buiten laat de smid zien bloemen in vervlogen tijden het ijzer smeedde. Bij de pottenbakster mag je zelf ook wat maken. Het kruidenvrouwtje heeft voor elk kwaaltje wel een kruid. Gaan er nog ridders op elkaar in rijden? Zien we die dag zwaardvechtend voetvolk? Of schieten we wat pijlen in de roos? Gaan we kegelen met kanonskogels?Hoefijzers werpen of tonknuppelen? Paardje rijden misschien? Samen met HDV 150 maken we er bij Dever een paar mooie dagen van met voor elk wat wils. Zet 11 en 12 juni alvast maar in de agenda.

Wordt vervolgd

Foto: een poster uit 1913 van de Harddraverijvereniging Lisse & Omstreken