BRAND BIJ NOTARIS VAN STOCKUM!!!

Februari 1906 gaat de boel in de hens bij notaris J. B. van Stockum. Laura Bemelman schrijft over dit stukje Lisse, maar ook Liesbeth Brouwer gaat op pagina 30 nog eens in op Heereweg 107 in onze rubriek.

Door Laura Bemelma

Nieuwsblad 23 nummer 2  2024

Helemaal links op de introfoto zien we het pand van bollenbedrijf De Graaff en Huize Irene van Blokhuis. Het huis met kantoor van notaris Van Stockum moet deels in het zichtveld van het bollenbedrijf van De Graaff hebben gestaan. Deze foto is in het voorjaar van 1907 gemaakt tussen de sloop van de notariswoning en de bouw van huize Maria.

De in ’s Gravenhage geboren Dirk Johannes van Stockum trouwde in 1859 in zijn geboorteplaats met de veel jongere Sophia Lastdrager uit Amsterdam. Dirk werd aangesteld als notaris in Lisse en daar huurde het echtpaar een deel van een groot huis aan de Gracht. Het huis waar later geneesheer Van Eeuwijk ging wonen en dat vele Lissers nog kennen als het pand van Tibboel, ooit een zadelmakerij. In 1860 werd daar het eerste kind geboren en volgden er nog vier kinderen.

Na enkele jaren wonen aan de Gracht kocht Dirk Johannes in 1866 een groot herenhuis op de Heereweg. Dát huis bestaat al geruime tijd niet meer, want het ging verloren bij een hevige brand. Maar het heeft gestaan op het perceel van het huidige nummer 107 en lag aan de noordkant direct tegen het oude laantje van Blommenstein aan (later Klisterlaantje) en op het westen pal aan de doorgaande Heereweg. Het huis had eerder prominente eigenaar-bewoners gekend voor het in bezit kwam van de notaris. Daar zijn de volgende kinderen geboren, waarna het gezin met negen kinderen compleet was. Op de eerste verdieping van het huis vestigde notaris Van Stockum zijn kantoor.

Lustgrond
Gelijk met de aankoop van het huis had Dirk Johannes o.a. een stuk boomgaard gekocht aan de zuidkant van zijn  woning. Niet het huis maar een stuk van de boomgaard was ruim drie decennia eerder eigendom van de weduwe van bloemist Cornelis Simonsz de Graaff. Na haar dood is de gehele nalatenschap van deze familie verdeeld tussen de nazaten De Graaff en Blokhuis, die elk hun eigen stempel  drukten op ons dorp. Het oude huis staat als plattegrond op een oude kadasterkaart en het stuk boomgaard van Van Stockum komt in het kadaster in 1882 voor als ‘tuin’ en ‘lustgrond’. Dat de notaris juist aan de zuidkant van zijn huis een grote erker liet bouwen was een uitstekende keuze. Als er toen nog fruitbomen stonden, zal het een heerlijke tuin voor een groot gezin geweest zijn. Er was nog weinig bebouwing daar, rond die tijd. De twee woonhuizen ten zuiden van het huis zijn geruime tijd later ook op een deel van dezelfde oude boomgaard gebouwd. Maar dat was ná de brand.

Brand
Op dinsdagavond 16 januari 1906 rond kwart over zeven, brak brand uit in het kapitale herenhuis van notaris Van Stockum. In zijn kantoor op de eerste verdieping greep de brand mede als gevolg van de stevige zuidoostenwind razendsnel om zich heen. De oorzaak was vermoedelijk een branden- de lucifer die in de prullenmand gegooid was waardoor de inhoud vlam vatte en de gordijnen in brand zette. Dat de brandblusmiddelen in dorpen als Lisse zeer ontoereikend waren en het bluswater een half uur verderop gehaald moest worden, maakte het er niet beter op. Rond tien uur was het prachtige pand tot de grond toe afgebrand. Het weinige dat van de inboedel overgebleven was, kon op een gewone handkar geladen worden. De krantenberichten komen al snel uit het gehele land en buitelen op inhoud over elkaar heen in beweringen en veronderstellingen. Het is onduidelijk wat er nu werkelijk gebeurd is, maar de kern is duidelijk genoeg. Ook over de staat van de notariële papieren die gered zijn, is veel tegenstrijdigs beweerd. De brandkast van 40 jaar oud was van een verouderd systeem en is de volgende morgen in de puinhopen gevonden. Het ene bericht meldde dat alles in goede staat is gebleven en het andere dat alles verloren
gegaan is, een volgende beweerde iets ertussenin. De moraal: ’hoe voorzichtig de mensch moet wezen met lucifers, vooral tegenwoordig,
nu zelfs de leerlingen van bewaarscholen er mee in den zak lopen’ komt uit De Graafbode van 24 januari dat jaar.

Brandkast niet veilig genoeg
Het meest waarschijnlijke is het bericht dat de inhoud van de brandkast, die na de brand in de grond begraven was om af te koelen, vrijwel geheel verloren is gegaan. Er moeten nog wat geldstukken teruggevonden zijn maar op geen enkel document, obligatie of geldswaardig papier zou nog meer een aanwijzing leesbaar zijn over de waarde of inhoud. De ’brandkast’ was die naam niet waardig en hoe ermee omgegaan is tijdens de brand zou ook zeker niet juist geweest zijn. Een notaris uit Groningen stelde vragen aan het Ministerie van Justitie en pleitte voor een wet op het bewaren van de protocollen van notarissen en voor afdoende brandvrije kluizen om die in te bewaren.

Het perceel in de verkoop

Veranderingen in de kadastertekeningen bij Heereweg 107

Algemeen dacht men, volgens de krantenberichten, dat de 80-jarige notaris wel niet lang meer werkzaam zou blijven, dat hij zijn ontslag zou aanvragen en naar Den Haag zou willen vertrekken. Eind februari werd bekend dat de heer J. Tuijmelaar, kandidaat-notaris in Lisse, werd beëdigd tot plaatsvervangend notaris wegens het toegekende verlof aan de heer Van Stockum, voor de tijd van een jaar.

De overblijfselen van het afgebrande huis en vernielde perceel werden publiekelijk verkocht. Het stond vast dat de heer Van Stockum niet van plan was het huis te herbouwen, maar het perceel als bouwterrein te willen verkopen. De notaris heeft zijn perceel inderdaad verkocht en ging tijdelijk in een huis aan de andere kant van Lisse wonen, enkele huizen zuidelijker van de latere Zwanendreef. In dat huis is hij in juni 1908 op 81-jarige leeftijd overleden, volgens de aanspreker en de veldwachter die het overlijden op het gemeentehuis kwamen aangeven. Aan de Heereweg is het kaalgeslagen perceel in een publieke veiling aangeboden maar opgehouden. In 1907 is het daarna onderhands verkocht. Een gedeelte is verkocht aan timmerman H. Marseille, die het later verkocht voor de bouw van de woonhuizen Heereweg 109 en 111. Een ander gedeelte is in 1907 als ‘tuin’ verkocht aan Jacobus Matthijs van Til, bloembollenhandelaar en bloemist. Half december 1907 verkocht hij bomen, struiken en hakhout en besloot een nieuw huis op deze mooie locatie te bouwen.