’t Roemwaard Lisse: Berkhout (21)
Door Alfons Hulkenberg
Overgenomen uit het boek ” ’t Roemwaard Lisse” uit 1998, 2e druk, Grimbergen boeken – Lisse
De buitenplaats Berkhout lag op een perceel van 3 morgen en 211 roeden aan de zuidzijde van de Veender- of Berkhouterweg, de huidige Stationsweg, recht tegenover de Chr. Ger. Kerk.1 Daarnaast, van het einde der Veldhorststraat tot aan “De Wolf”, lag het bos van Berkhout. Over het oude Berkhouter Duintje leze men “Het Huis Dever” blz. 83 en elders. In 1580 was het duintje in handen van Jhr. Gijsbert van Duivenvoorde, die het overdroeg aan Jhr. Johan van Matenesse, heer van Lisse, een vrijgezel die de ridder hof stad Dever bewoonde. Na diens dood in 1624 zijn er tussen de erfgenamen van vaders- en moederszijde om de nalatenschap enorme moeilijkheden ontstaan, die 75 volle jaren hebben voortgeduurd2. Het Berkhouter Duin had Jhr. Johan niet geërfd maar zelf verworven en daarom werd het tussen beide groepen erfgenamen gedeeld. Het oostelijk stuk kwam aan de erven van vaderszijde en is tot in deze eeuw daarin gebleven, n.l. in het geslacht Heereman van Zuydtwijck. Pas in deze eeuw is het aan de familie Vreeburg verkocht. Het westelijk deel kwam aan de families Pieck en Valkenaar (van Dukenburg). In deze jaren is het duin afgegraven. Op 25 maart 1633 schrijft de schout van Lisse, A.A. van Gorcum, aan Hendrik Valkenaar te Utrecht, dat het met de zanderij “nogal wel” gaat.3 In 1643 is de Berkhouterweg recht getrokken4 en lijkt de afzanding vrijwel voltooid. Niet lang daarna moet ook het huis zijn gebouwd. Het behoorde aan bovengenoemde “Heer van Dukenburg”, had vijf haardsteden (stookplaatsen) en werd bewoond door schout Adriaan van Gorcum.5 Later blijkt het in het bezit van de zoon van de vroegere huurder, Mr. Hannaert van Gorcum, schout zoals zijn vader,6 maar in 1698 is het eigendom van de doopsgezinde heer Pieter Colaert, die een bijzonder bekoorlijke dochter had . . .7 In 1705 heeft Colaert zijn tuin geheel opnieuw laten aanleggen. Het graafwerk werd in vijf percelen aanbesteed.8 In mei 1705 stonden Gerrit Jansz Breero, Corn. Pietersz Coole en Jan Sonneveld op Berkhout te spitten. Omstreeks 1720 komt Berkhout in handen van de heer Johan Albrecht van Barner, “generaal der Holsteinse troepen, gemiliteerd in dienst van de krone van Groot-Brittannië”, stadhouder-koning Willem III. De generaal, die gehuwd was met Dorothea van Plessen, overleed op Berkhout in 1725 en moet er ook zijn begraven.9 Achter bleef een minderjarige zoon, Christiaan Siegfried, namens wie twee “omen materner’, Christiaan en Karel van Plessen, “geheime raden van zijne Koninklijke Majesteit” de erfenis regelen.10 Berkhout komt nu aan de heer Christiaan de Jonk. Schoemaker beschrijft dan de buitenplaats als volgt:11 “Een zeer deftige huizing waarop een torentje staat met klok en uurwijzer. ’t Heeft ook een ruim koetshuis en stalling voor 16 paarden, orangehuis, speelhuizen, grote en kleine hoenderhokken en ook duivenhokken, alsmede een bekwame plaats voor eenden. Alles modern getimmer, diverse vakken met broeibakken, glazen trekkas, grotten, vijvers, starrebos met lanen daarom henen. Daarin een viskom met een terras. Voor de ingang staat een fraai ijzer hek”. In 1732 wordt vooral ” ’t gebloemte” geprezen, dat “met paarlen van de lucht gedrenkt, elks oog en neus verkwikt met zijne geuren en de uitgelezendste en de fraaiste koleuren.”12 In 1738 is Berkhout eigendom van Joost Westerveen en na diens dood van Mr. Pieter Jan Fremeaux, lid van een koopmansfamilie te Leiden, die met Cathrina Jacoba Westerveen was gehuwd.13 Er zijn dan (als zo vaak) moeilijkheden over de eigendom van de Lage Venerweg (Stationsweg) en de bomen die daar langs staan.14 Maar nu komt Jan de Graaff:
Maar ik hoor in de hooggetopte linde
Op Berkhout, daar het pluimgediert’ gezwinde
Staag tierelier t, hoogmoedig en zeer trots,
Wijl Echo, die vervormt is in een rots,15
De klank weerkaatst met eindeloos naklappen
En doet haar zelfs ontberen ’s levens sappen.
Mijn oor gestreeld, mijn oge weggevoerd
Aanschouwen het, de wandelstreek gevloerd
Met groen tapijt en sierlijk overtogen,
Verrukkend schoon, met groen gevlerkte bogen.
Het is eigenlijk een zwanenzang. Het huis wordt gesloopt en op 25 maart 1775 worden de gronden van “de geraseerde Hofstede Berkhout11 verkocht, het stuk “van het Houten Hek of Koepellaan tot aan de laan van de bouwwoninge” (De Wolf) aan Jurriaan Vreeburg.16 Berkhout is grasland geworden.
1 Arch. Van Lynden/Keukenhof, voorl. nr. 28. ARA, Recht.arch. Lisse, nr. 104,
2 Huis Dever blz. 92-98 e.v.
3 ARA, Arch. Heereman v. Z., Voorl.nr. 200.
4 Gemeentearch. nr. 501. Vgl. kaarten achterin.
5 ld. nr. 221, Haardsteegeld 1666.
6 ld. nr. 365.
7 Huis Dever blz. 201, r. 12/13.
8 ARA, Recht.arch. Lisse nr. 63 fol. 19.
9 Gemeentearch. nr. 502. A.R.Hz, Gids . . blz. 25.
10 ARA, Recht.arch. Lisse nr. 68.
11 Mr. Andries Schoemaker, ms. Kon. Bibl. ‘s-Gravenhage.
12 Rhynlands Fr. Gez . . Vgl. afb. aldaar met deze iets jongere.
13 ARA, Recht.arch. Lisse nr. 19 fol. 126-132 vs. Voor Fremeaux: D.N. Leeuw 1902, kol. 155 en 156.
14 Gemeentearch. nr. 502.
15 Echo, door Narcissus verstoten, verschrompelde en verhardde tot een rots, die enkel gesproken woorden kon weerkaatsen. (In de tuin waren grotten gemaakt! ).
16 Zie noot 1. Arch. Rijnland, kaart nr. 5703.