t Roemwaard Lisse: Wassergeest (15)
Door Alfons Hulkenberg
Overgenomen uit het boek ” ’t Roemwaard Lisse” uit 1998, 2e druk, Grimbergen boeken – Lisse
Over de “Westgeest”, “een stuk hout en konijnenland”, de “laan van het wilde bos” en het boerderijtje van Huyg Dignums de Roo leze men in “Het Huis Dever”. Ook over Jhr. Adriaan van der Laen die hier bezittingen had. De erfgename van Jhr. Adriaan was in 1681 zijn nichtje Magdalena van der Laen en deze had bij haar dood in 1691 als universeel erfgenaam haar neef van moederszijde Ysbrand de Bije.1 In 1707 heet het hier echter Wassergeest en blijken deze gronden het eigendom van de machtige Jacob baron en rijksgraaf van en tot Wassenaar, heer van Obdam etc. (1635-1714).2 Hij behoorde tot dezelfde “tak Obdam”, die omstreeks 1600 de hofstede Middelburg in bezit had gehad,3 vervulde vele zeer hoge posten en was doctor in de rechten aan de universiteit te Oxford. Als hoofd van een regiment cavallerie had hij met Prins Willem III gestreden bij Senef (1674) en Neerwinden (1693). Hij bezat een paleisje te ‘s-Gravenhage en was gouverneur geweest in ‘s-Hertogenbosch en gezant in Frankrijk, Pruisen, Polen, Engeland, etc. Een der grote mannen uit de omgeving van de koning-stadhouder. In 1714 werd hij in zijn bezit opgevolgd door zijn ongehuwde zoon Jan Hendrik, lid van de Raad van State, en deze weer door diens broer Unico Wilhelm (1692-1766), ambassadeur in Frankrijk, gehuwd met Dodonea Lucia van Goslinga. Deze graaf van Wassenaar heeft wijzigingen doen aanbrengen in de tuin en in deze jaren heeft Jan de Graaff de buitenplaats bezongen:
Ik ga tot aan het groot gebied
Alwaar men ’t houtrijk Wassergeest beziet,
Verrukend dal, doorwrocht met galerijen
van lindeloof; gij doet mij henenleiden
In uwe schoot, alwaar de tuinderij,
Mijn voedsteres 4 , zo aangenaam en blij
Mij welkom heet en toont haar vruchtbaarheden:
De zoete aalbes, de peul en doperwt mede,
De kruisbes met de aardbei en kroos,
De moerbei met de peer en abrikoos
Vertoont ons hier en staan moedig hier te prijken
En behoeven niet voor ander fruit te wijken.
Beminnelijk dal, in wie ik ben verward,
En ‘k bleef bij u, want ’t scheiden valt mij hard
En zwaar. Indien ik niet wierd aangedreven
Door wandelzucht, ik ging u niet begeven.
Maar ik moet nu een weinig verder zien
En uwe aangenamigheden vliên.
Ik verlaat u dan en ga dus verder treden …
In 1795 is de hofstede in handen van Mr. Isaac van Buren (blz. 16), die haar in 1804 verkoopt aan Mr. D.P.H, van der Staal van Piershil.5 Deze heeft de “plaats” mede door de aankoop van Grootenhof aanzienlijk vergroot, zodat deze zich uitstrekte van de Heereweg tot de Leidse Vaart en Keukenhof. Ten slotte kwam voor dit machtige Wassergeest vrij plotseling het einde. Het werd in september 1852 met al zijn “lustgronden” in het Logement de Witte Zwaan publiek verkocht.6 De “kapitale, solide gebouwde, goed geordonneerde herenhuizinge, bevattende aan het front ter weerszijde van de vestibule twee in elkander lopende, en alzo vier zeer ruime vertrekken . . ., wijnkelder, stalling voor acht paarden” gesloopt en vervangen door een ietwat archaisch aandoende boerderij waar thans de firma G.C. Tromp gevestigd is. Dan was er de tuinmanswoning aan de Straatweg (sinds een aantal jaren verbouwd tot “Lutetia”) met perziken- en druivenkassen en “een laan van opgaande eiken”. “De Phoenix ‘ aan de Eschlaan, verpacht aan Karel Schrama, Duinhof aan de Spekkelaan, (in 1821 door de dochter van Huygh van Bourgondië aan Mr. Van der Staal verkocht), pachter D. Prins, de boerderij van Grotenhof (Th. Langeveld) en de Hogewerf (J. Ruygrok). Verder het prachtige sterrebos aan de Loosterweg, etc. etc. Het geheel werd gekocht door Erven Steengracht (van Keukenhof) en toebedeeld aan Jh. J.F. Steengracht, die echter onder curatele stond. Na zijn dood op het slot Moyland in het land van Cleef in 1862 kwam Wassergeest aan Keukenhof.9 Later vererfde het op Mevrouw C. gravin van Rechteren geb. baronesse van Lynden, die het tot op heden goeddeels nog bezit. Er is veel afgegraven10 maar de bossen in de Lageveensepolder met hun sneeuwklokjes, verwilderde narcissen en hun vogels zijn een dorado!
Ds Craandijk beschrijft omstreeks 1875 Wassergeest met zijn “nieuwe, smaakvolle hoeve” als volgt: “Wilgen en elzen groeien er in menigte; enkele eiken met hun kloeker bouw en krachtiger takken zien als de aristokraten onder het geboomte met rustige majesteit op hun nederige broeders neer. Een fraai exemplaar dier boomsoort, in gezelschap van zijn evenknie, een even kloeke maar vriendelijker beuk, prijkt op het weiland bij de nieuwe, smaakvolle hoeve, die onder het landgoed Wassergeest behoort. Daar verheffen ook slanke dennen hun brede kronen hoog in de lucht en in de verte golven de mastbossen langs den duinzoom”… Het was er prachtig op Wassergeest!
1 M. Thierry de Bye Dólleman en Mr. O. Schutte, Het Haarlems geslacht Van der Laen, De Ned.Leeuw 1969.
2 ARA, Recht.arch. Lisse nr. 63 fol. 140, nr. 70 o.a. fol. 67, nr. 74 fol. 251/56 en 333/35 vs.
3 A.M. Hulkenberg, De hofstede Middelburg, Leids Jaarb. 1971.
4 Jan de G. verdient met de tuinbouw zijn brood!
5 ARA, Recht.arch. Lisse nr. 27 fol. 164 vs.
6 Veilingb. (3 ex) in Arch. Van L./Keuk. Bijbeh. kaart in Rijks-univ.bibl. Leiden, verz. Bodel-N. port. 13 nr. 44.
7 Huis Dever blz. 244 noot 26a.
8 De huidige Essenlaan was deel van de Catrijnelaan.
9 Bibl. Gemeentearch. Leiden nr. 85547a.
10 Ansichten blz. 75.