t Roemwaard Lisse: Wassergeest (17)
Door Alfons Hulkenberg
Overgenomen uit het boek ” ’t Roemwaard Lisse” uit 1998, 2e druk, Grimbergen boeken – Lisse
Hier ziet men het Wassergeest van omstreeks 1800, toen de Leidse burgemeesterszoon Mr. Isaac van Buren (1748-1812) eigenaar van de hofstede was. Van Buren was een erudiet man; hij bezat een fraaie bibliotheek en moet ook verzamelaar zijn geweest van schilderijen en prenten. Bovendien had hij een grote liefde voor tuinen en exotische planten. Zijn hartstocht voor de kwekerij had de ruim veertigjarige vrijgezel behalve met de Leidse hortulanus Nicolaas Meerburg, ook in aanraking gebracht met diens nauwelijks twintigjarige dochter Maria! 2 Of het waar is weten wij niet, maar men zei dat moeder haar dochter in de warme kas aan de burgemeesterszoon zou hebben gekoppeld. Een feit is, dat op de trouwdag, 26 juni 1791, zijn familie het volledig liet afweten en het is hoogst onwaarschijnlijk dat de jonge bruid het huis der Van Burens ooit heeft betreden.
Mr. Van Buren was aanvankelijk schout van Zoeterwoude, maar in 1795, als hij op Wassergeest woont, is hij baljuw van Lisse, Hillegom, Noordwijkerhout en Voorhout. Revolutie! De Prins van Oranje neemt de wijk naar Engeland! Vol trots laat de baljuw, die zich in 1793 nog zeer feodaal “Heer van Wassergeest” liet noemen2 “door de gezamenlijke jeugd” der vier ambachten op 15 Bloeimaand 1795 op zijn hofstede de vrijheidsboom planten, compleet met vrijheidshoed, het symbool der Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, de idealen die de baljuw met zoveel overtuiging wilde uitdragen. Het is gemeenlijk zo, dat al diegenen die voor de idealen der gelijkheid en revolutie zo luide getuigen, deze idealen ook gaarne in toepassing willen brengen, maar dan liever niet op zich zelven. Van Buren woonde op Wassergeest met zijn verzameling van zeldzame planten en heesters niet zonder een zekere allure en zijn destijds zo veelbesproken vrouw neemt hier met veel gratie een brief in ontvangst uit de hand van een harer domestiquen. Het ventje rechts met de geit is misschien haar in 1793 op Wassergeest geboren maar jonggestorven zoontje Hendrik. Te midden van de wat wonderlijk gesnoeide bomen blijkt “la vie galante” zich ook tijdens de revolutie te kunnen handhaven. Ten minste, zolang het geld reikt … Mr. Van Buren moet zoals zovelen in deze jaren in financiële moeilijkheden zijn geraakt. In 1806 wordt een grote partij afbraak verkocht; er moet behoorlijk zijn gesloopt. De boerderij “De Phoenix” werd van de hand gedaan, ook een aldaar staande “zeer schone partij hyacinten” wordt geveild.3 Ten slotte wordt veel hout verkocht, maar Wassergeest met al zijn “ap- en dependentiën” blijkt reeds in 1804 verkocht aan Mr. D.P.H, van der Staal van Piershil. Deze Van der Staal werd tijdens het Franse gezag “maire”, burgemeester, van Lisse. Links op de afbeelding ziet men de naar Van der Staal vernoemde brug in de Heereweg, die thans zonderling genoeg zelfs officieel de naam van “Stalen Brug” draagt. Hier heeft zich in november 1813 iets zeer belangrijks voorgedaan; hier heeft zich een deel van onze vrijheid voltrokken.
November 1813,
Napoleon was verslagen. Gijsbert Karel van Hogendorp had de oranjekokarde al te voorschijn gehaald; Den Haag voelde zich vrij! Amsterdam durfde niet. Dus gingen enige Haagse heren, Van der Duyn van Maasdam en Hendrik Collot d’Escury, op zondag 21 november naar Amsterdam toe, te vergeefs . . . Intussen zat de voortvarende Van Hogendorp thuis op zijn stoel, mét rheumatiek maar zonder geduld. Hij had reeds een Proclamatie ten gunste van de Prins van Oranje opgesteld, maar zijn medestanders wilden of durfden hun handtekening niet eronder plaatsen. Ten slotte stuurde hij de jonge Van der Hoeven met zulk een proclamatie in de richting van Amsterdam. Bij Wassergeest hield Van der Hoeven de koets met de in Amsterdam teleurgestelde heren staande; of de heer Van der Duyn maar even wilde tekenen . . . Baron Collot d’Escury vemeldt: “Gene bevreemding was immer groter dan die van mijn reisgenoot! ” Ze stapten uit en gingen bij Van der Staal de zaak eens bespreken. Maar wat moest Van der Duyn, zakte de hele Haagse vrijheidsbeweging in elkaar; dat wilde hij Van Hogendorp niet aandoen. Tekende hij wel, dan kon hem dat het hoofd kosten! “Na enige wisseling van bedenkingen echter tekende hij”. Zo is Van der Duyn op Wassergeest onverwacht een der “Helden van 1813″ geworden.
‘Alzoo de Regeringloosheid veel is voorgekomen in de meeste steden, door wyze voorzieningen van de notabelste Ingezetenen, maar het ALGEMEEN BESTUUR geheel verwaarloosd en in niemands handen is, terwyl het geroep van alle zyde om zulk een BESTUUR tot redding van het Vaderland, onze harten diep getroffen heeft: ZOO IS HET dat wy besloten hebben hetzelve op te vatten tot de komst van ZYNE HOOGHEID toe. Bezwerende alle de brave Nederlanders om zich te vereenigen tot ondersteuning van dit ons cordaat besluit. GOD helpt die genen, die zich zelve helpen.
‘sGravenhage, den 20ste November 1813
F. VAN DER DUYN VAN MAASDAM G.K. VAN HOGENDORP”
1 Drs. E. Pelinck in Leids Jaarb. 1961 blz. 88.
2 ld. blz. 90 noot 31.
3 Gemeentearch. nr. 14, gedrukte affiche.
4 ARA, Recht.arch. Eisse nr. 27, fol. 164 vs.
5 J. Steur in Bijdragen Hist. Gen. dl 77 (1963), blz. 203 e.v. Huis Deverblz. 246/47.